Het ongevraagd online verspreiden van naaktbeelden (online shaming) is sinds januari 2020 strafbaar. Toch is het bestraffen van daders niet altijd wenselijk, zegt - opvallend genoeg - strafrechtadvocaat Richard Korver die slachtoffers van online shaming juridisch bijstaat. “Ik denk dat je het strafrecht alleen moet inzetten als je geen andere middelen meer hebt. De meerderheid van dit soort zaken zijn sociale ongelukken.”

De impact van online shaming is heel groot, beaamt Korver. “Zeker als je zelf nog bezig bent met het ontdekken van je eigen seksuele identiteit. En als dat ontdekken zo bruut wordt verstoord, dan is die impact gigantisch.” Dat is ook de reden om daar altijd wel op adequate wijze op te reageren, zo vertelt hij. “Dat is echter niet altijd strafrechtelijk.”

Op 1 januari 2020 is er een nieuwe wet in werking getreden waarin ‘wraakporno’ op zichzelf strafbaar wordt gesteld. Wraakporno is de term die de overheid gebruikt voor het delen van naaktafbeeldingen van anderen, waarbij de dader wíst dat het delen ervan nadelig zou zijn voor het slachtoffer. Zoals in het verhaal van Merel:

online shaming

‘De jongen op wie ik verliefd was gooide mijn naaktfoto in appgroepen en lachte me uit’

Isa en Merel zijn 13 als ze slachtoffer worden van online shaming. Bijna 10 jaar later hebben zij daar nog steeds last van.

Oproep

Ben je leerling of docent, dan horen we graag van jou. Wat is jouw ervaring met voorlichting op basis- en middelbare scholen over online shaming? Gaat dat op jouw school goed, of zou er meer aandacht voor mogen komen? Laat het ons weten!

Is het hiermee nu makkelijker om verspreiders van naaktfoto’s te bestraffen? Op zichzelf wel, denkt Richard Korver, strafrechtadvocaat en voorzitter van het Landelijk Advocatennetwerk Gewelds- en ZedenSlachtoffers (LANGZS). Voorheen kon je ook mensen vervolgen voor online shaming, maar moesten er andere wetsartikelen worden gebruikt, zoals bedreiging of smaad. Bij smaad moet het doel van de dader zijn om het imago van het slachtoffer aan te tasten. Het lastige aan deze wetgeving is dat het moeilijk te bewijzen is dat dit het doel is van de dader. Bij de nieuwe wet gaat het erom dat de dader wíst dat het delen van de naaktfoto nadelig is voor het slachtoffer en dit is makkelijker te bewijzen.

Toch is het volgens Korver de vraag of vervolging wel altijd the way to go is. Korver: “Je kunt ook zeggen, we voeren een heel stevig gesprek of een mediation-gesprek met dader en slachtoffer. En dan zie je soms voor je ogen gebeuren dat zo’n jongen zich kapot schaamt en emotioneel wordt als hij hoort wat het met zo’n meisje heeft gedaan. Je hoeft niet altijd het strafrecht in te zetten om effect te krijgen. Sterker: ik denk dat je strafrecht alleen moet inzetten als je geen andere middelen meer hebt. De meerderheid van dit soort zaken zijn sociale ongelukken.”

Sociaal ongeluk

Met een sociaal ongeluk bedoelt Korver dat online shaming soms het onbedoelde gevolg is van een contact tussen twee (jonge) mensen dat in eerste instantie gewenst en vrijwillig was. “Dan gaat het bijvoorbeeld om twee jongeren die seks hebben gehad en die het ook goed hebben gevonden dat dat werd gefilmd. Dat filmpje belandt dan onbedoeld toch op (berichtendienst, red.) Telegram of een ander social medium met allerlei vunzige teksten eronder. Eén van de twee deelnemers aan die seksuele handelingen heeft aan zijn beste vriend dat filmpje laten zien. Zo van: wow, dit was mijn eerste keer. En die vriend stuurt het vervolgens door.”

Korver heeft een zaak behandeld waarin dit zo ging. “Vroeger vertelde je ook aan je beste vriend over je eerste keer, maar je kon dat niet laten zien omdat je geen mobiele telefoons had. Maar dan zou je ook zeggen: nou, het was Ilona uit de derde klas. Dat gebeurt hier nu ook, alleen nu is het allemaal op gegevensdragers vastgelegd. Dus je vertelt het nu via Snapchat.”

Aangifte

Volgens Korver is het niet eens altijd slim om aangifte te doen van online shaming. Korver: “Want dan heb je het niet meer in eigen hand. Dan beslist justitie wat ermee gebeurt. Zij kunnen zeggen: ja, we willen een voorbeeld stellen, we gaan vervolgen, een persbericht uitbrengen. En daar kun je als slachtoffer ook weer last van hebben. Dus ik zou naar de omstandigheden van de casus kijken. Wie heeft het gedaan, kennen we die? Kunnen we eventueel in gesprek?

Ook heeft de politie niet voldoende capaciteit om al die aangiftes snel in behandeling te nemen, zegt Korver. “Dan ben je een jaar later misschien aan de beurt en intussen is dat filmpje de wereld al drie keer over.”

Afschrikwekkend effect

Korver ziet de oplossing van dit probleem in scholing. “Het met kinderen hebben over social media, hen voorbeelden geven van hóe snel dit fout kan gaan, hoe lang het je blijft achtervolgen. Zodat een meisje zich ervan bewust is dat ze niet zomaar haar borsten laat zien als een hele leuke jongen dat vraagt. Daar ligt de echte oplossing. Ik geloof niet dat je kinderen moet opsluiten als ze dit soort dingen doen.”

Volgens Korver wordt het effect van straf schromelijk overschat. Met name in jeugdzaken. “Als je het aantal incidenten omlaag wilt brengen, dan bereik je veel meer door kinderen op speelse manieren te laten ervaren hoe fout het kan gaan, dan wanneer je een kind, dat iets fout heeft gedaan, straft. Al die jeugdzaken worden behandeld achter gesloten deuren. Die jongens en meisjes krijgen het niet eens mee. Je mag blij zijn als er een artikeltje in de krant verschijnt. Dus over welk afschrikwekkend effect hebben we het dan?”

Wil je op de hoogte blijven van dit onderzoek?

Elke week sturen we je onderzoeksverhalen, tips van de redactie, en verhalen die je nog van ons kan verwachten.

Makers