Dát er gestroopt wordt in Nederland, valt niet te ontkennen. Regelmatig verschijnen er nieuwsberichten over stropers die een aantal herten of kilo’s vis buit hebben gemaakt. Gek genoeg heeft toezichthouder NVWA nog nooit illegaal gestroopt vlees of vis aangetroffen. “Niet bij restaurants en ook niet bij slagers.” Hoe kan dat? En bij wie komt dat vlees of die vis dan op het bord?

In het onderzoek Van wie is de natuur? richten wij ons op de jacht, stroperij en natuurbeheer. We onderzoeken onder andere hoe het zit met de tellingen van wild in Nederland, hoeveel er wordt gestroopt en waar gestroopt vlees of vis blijft. Eerder in dit onderzoek vertelde groene boa Edwin van Keulen ons over een palingstroper die vorig jaar in de kraag werd gevat in het gebied dat hij beheert: “Die had 400 kilo paling bij zich, en dat zou een nettowaarde in de winkel hebben van 28.000 euro, dat gaat om een boel geld." Ook Frederieke Vlek van milieuorganisatie Good Fish ziet de illegale jacht op paling als een groot probleem. “Dat zijn stropers die er gericht op uit gaan om paling te vissen. Zij gaan met een klein bootje met fuiken en netten de binnenmeren en wateren van Nederland op, om gericht op die paling te vissen.”

Heidi Looy wil vooroordelen over jacht wegnemen

Jager Heidi: ‘Mensen denken dat wij lukraak dieren afschieten voor de lol’

Naast stroperij op de binnenwateren is er nog een heel ander type illegale visserij, vertelt Vlek: illegale bijvangst op de Noordzee. Het lijkt meestal te gaan om vissersboten die legaal vissen, maar daarbij ook vissen vangen die eigenlijk niet het doelwit zijn. “De meeste vissen mag je niet teruggooien in de zee en zou je officieel moeten registreren, maar wij hebben het vermoeden dat veel van deze vissen niet worden gemeld en bij de visafslag vermengd worden met de legaal gevangen vis. En dan heb je er verder weinig zicht meer op.”

Gestroopt wild

Niet alleen de hoeveelheid vis die illegaal wordt gevangen is moeilijk te achterhalen, ook de stroperij van wild is met vraagtekens omgeven. Waar blijft dat vlees? Thomas van Meel, voorzitter van de poeliersbond en eigenaar van een wildbewerkingsinrichting, vertelt hoe de legale route van geschoten wild eruitziet. Een jager heeft globaal gezien drie manieren om van zijn vlees af te komen. Hij kan het zelf, of bijvoorbeeld in familiekring, opeten, hij kan het wild naar een kleinere, lokale poelier of restaurant brengen, of bij grote aantallen kan de jager het aan een wildbewerkingsinrichting verkopen.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voert strenge controles uit op de verwerking van wild, vertelt Van Meel, vooral in de wildbewerkingsinrichtingen. “Daar houdt de NVWA het meeste toezicht, omdat daar het meeste volume zit”. Als een jager vlees wil verkopen bij een poelier of wildbewerkingsinrichting, moet hij namelijk altijd aantonen gecertificeerd jager te zijn, een eerste hygiënekeuring uitgevoerd hebben, en het dier moet een nummer (ofwel loodje) hebben zodat het altijd traceerbaar is. “Bij wild is dat streng gereguleerd. Voor grof wild (zoals herten en zwijnen) geldt dat de NVWA ieder dier keurt en de papieren ook van ieder dier controleert. Dus ieder hert dat in Nederland geschoten wordt en dat via een wildbewerkingsinrichting op de markt komt, stel een hertenbiefstukje bij de supermarkt, dat heeft de NVWA gecontroleerd en bekeken.”

Gebrek aan toezicht

Van Meel verwacht dat gestroopt vlees, door de strenge controles, niet via wildbewerkingsinrichtingen de voedselketen in zal gaan. Hij vermoedt dat áls er gestroopt of illegaal geschoten vlees verkocht wordt, dat het makkelijkst zal gaan bij de kleinere lokale poeliers, waar minder vaak keuringen van de NVWA plaatsvinden. Ook in de horeca ziet hij een mogelijke route voor illegaal vlees: “Wat je ook veel ziet, is dat jagers het wild rechtstreeks naar een restaurant brengen, net zoals een jager het rechtstreeks naar de poelier mag brengen. Maar ook restaurants moeten vragen om die verklaringen, en die moeten ook de tracering van het wild op orde hebben.”

Illegale jacht

Illegale jacht: ‘Uitdagende en spannende hobby’ 

Hoe goed beschermd zijn (bedreigde) diersoorten eigenlijk?

In 2017 maakte het tv-programma Rambam een uitzending over stroperij. De programmamakers deden zich voor als stropers en belden met 19 restaurants uit de Michelin-gids, of ze gestroopt vlees van hen wilden kopen. Tien restaurants wilden dat wel. Sommigen zeiden hun wild vaker van stropers te kopen. Toch heeft de NVWA nog nooit gestroopt vlees aangetroffen bij controles. “Wij hebben tot op heden geen gestroopt vlees in de voedselketen teruggevonden, niet bij restaurants en ook niet bij slagers. Bij controles blijkt dat het tot nu toe allemaal via de legale routes verloopt.”

Vorig jaar bleek uit een rapport van Deloitte dat de NVWA niet voldoende capaciteit heeft om te controleren op illegale visserij. Volgens de onderzoekers is er een “risico op onbestrafte criminaliteit, risico voor het milieu en risico voor de voedselveiligheid.” Frederieke Vlek vertelt dat de wetten er wel zijn, maar: “Regels op papier is één, maar ze moeten ook worden nageleefd, en daar zit het probleem.”

Verstoorde balans ecosystemen

Is het eigenlijk echt een probleem als er gestroopt vlees in de voedselketen terecht komt? Volgens Thomas van Meel en Frederieke Vlek wel. Het voornaamste probleem is dat je door illegale jacht minder zicht hebt op het aantal dieren dat in een bepaald gebied leeft. Er wordt een beleid uitgedacht voor een natuurgebied, maar wanneer er dan in werkelijkheid meer dieren gevist of geschoten worden dan op papier staat, kan de balans van zo’n gebied verstoord worden.

Faunavervolging / foto: Getty Images

Onderzoeker wilde fauna: Te weinig zicht op dierendoding

Onderzoeker Peter van Tulden ziet een hoop dieren voorbijkomen op zijn snijtafel. Dit zijn vooral dieren die slachtoffer zijn van faunavervolging: het ombrengen van dieren...

Ook kan er een risico zijn voor de voedselveiligheid. Illegaal gevangen vlees of vis is niet per definitie onveilig, maar je hebt geen zekerheid van de kwaliteitscontroles die er normaal gesproken wel zijn. Ronald Voet, eigenaar van een wildbewerkingsinrichting, beaamt dat de kans groter is dat je bijvoorbeeld een ziek dier eet, maar hij vermoedt dat het probleem vooral zit in de hygiëne bij het verwerken van een dier: “In wat voor ruimte ga je dat dier schoonmaken en bewaren? Je moet je koelcellen op temperatuur hebben, een goede hygiënische werkbank hebben, en hoe wordt het dier vervoerd? Die stappen zijn net zo belangrijk.”

Oproep

Ben jij poelier of werkzaam in de horeca en heb je weleens illegaal verkregen vlees of vis aangeboden gekregen? Maak jij je zorgen over het eten van illegaal verkregen voedsel? Of ben jij groene boa en denk jij te weten waar het gestroopte vlees of vis blijft? Laat het ons weten!

Makers

Redacteur