Het aantal studenten in Nederland blijft stijgen maar woningen zijn er voor hen nauwelijks. En de nieuwe huizen die bijgebouwd worden, zijn niet de woningen die studenten willen en kunnen betalen.
De mailbox van Midas Bosman zit vol met verhalen van studenten die in erbarmelijke omstandigheden wonen. Als bestuurder van de Landelijke Studentenvakbond ziet hij de schrijnende gevolgen van het tekort aan huizen in studentensteden. Regelmatig reizen studenten uren om hun vakken te kunnen volgen, omdat ze geen kamer vinden en bij hun ouders moeten blijven wonen. Studenten waarbij dit geen optie is, bijvoorbeeld omdat ze uit het buitenland komen, moeten vaak akkoord gaan met kamers die vies en soms zelfs onveilig zijn. Schimmel en ongedierte zijn geen uitzondering.
Veel studenten, weinig huizen
In Nederland zijn 750.000 studenten. Sinds 2012 is het aantal met 26 procent gegroeid. Voor al deze nieuwe studenten zijn veel te weinig kamers. Momenteel is er een tekort van 26.000 studentenwoningen.
Verwacht wordt dat de studentenaantallen alleen nog maar verder toenemen, vooral door de toestroom van internationale studenten. Tot 2025 staat in de grote studentensteden de bouw van 18.000 woningen op de planning. Maar in dezelfde periode wordt verwacht dat er 40.000 uitwonende studenten bijkomen. Het ziet er dus naar uit dat het woningtekort de komende jaren alleen maar erger zal worden.
Niet rendabel
Een aanvullend probleem is dat wat er momenteel gebouwd wordt niet aansluit bij de wensen van studenten. Zij wonen het liefst in een studentenhuis waarin ze een keuken en woonkamer delen met anderen. Want naast dat ze dit gezelliger vinden, kunnen veel studenten een zelfstandige woning niet betalen.
Kamers in studentenhuizen zijn er steeds minder. De nieuwe huisvesting voor hen bestaat uit studio’s met een eigen keuken en badkamer. “Het probleem is dat er voor ontwikkelaars nauwelijks te verdienen valt aan het bouwen van studentenkamers. Voor kleine appartementjes met een eigen voordeur mogen ze een veel hogere prijs vragen. Dit geldt ook voor sociale ontwikkelaars.” legt Midas uit.
“Uiteindelijk hebben we de ontwikkelaars gewoon nodig, want als zij er verlies op draaien wordt er ook niks gebouwd.” Voor studio’s kunnen ze vaak twee keer zoveel huur vragen als voor een kamer in een studentenhuis. Als pandjesbazen daar ook nog extra inkomsten aan kunnen verbinden, zoals servicekosten, is het goed verdienen.
Huurtoeslag
De reden dat er zo’n groot verschil zit tussen de huur van een kamer en een studio is dat voor kamers een ander wettelijk waarderingssysteem geldt. Dat systeem bepaalt dat je veel minder geld mag vragen voor een kamer dan voor een studio met een eigen voordeur. “Deze prijzen zijn totaal niet marktconform waardoor het niet rendabel is voor ontwikkelaars om kamers te bouwen,” legt Midas uit.
Daar komt nog bij dat je voor een zelfstandige woning huurtoeslag kan krijgen en voor een kamer in een studentenhuis niet. Daardoor kunnen mensen de hogere prijs van een studio soms makkelijker betalen dan de huur van een kamer. Alleen geldt dit juist voor studenten vaak niet, want huurtoeslag krijg je momenteel alleen als je boven de 23 bent. En hoewel deze leeftijd in 2024 omlaag gaat naar 21, komen dan nog steeds veel studenten niet in aanmerking.
Groter woningtekort
Als er niets verandert, verdwijnen er de komende jaren alleen maar meer kamers, denkt Midas. In Den Haag wordt momenteel gekeken of het waarderingssysteem voor kamers aan te passen is om de bouw te stimuleren. Maar dat betekent dat de huur omhoog gaat, en de Landelijke Studentenvakbond vindt dat dit alleen kan als er bij kamers dan ook een huurtoeslag tegenover komt te staan.
De komende tijd doen wij onderzoek naar studentenhuisvesting. Ben jij een student die geen fatsoenlijke woning kan vinden of heb je een andere tip? Laat een bericht achter of mail ons