‘Waarom mag ik geen kind dragen voor mijn zusje en haar man?’ Dat is een vraag die tipgever Suzanne lange tijd bezighoudt. ‘Zij willen zo graag een kindje, maar haar lichaam stoot de vruchtjes af.’ Nadat Suzanne zelf voor de tweede keer moeder is geworden, kan zij het niet verkroppen dat de kinderwens van haar zus wellicht nooit in vervulling zal gaan. Suzanne besluit dat zij voor de derde keer zwanger wil worden, maar deze keer als draagmoeder voor het kindje van haar zus.
Het is het begin van een moeilijk traject vol ethische, emotionele, praktische en juridische dilemma’s. Draagmoederschap is in Nederland onder strikte voorwaarden mogelijk. Bij de klassieke vorm, oftewel “laagtechnologisch” draagmoederschap, vindt de bevruchting plaats via kunstmatige inseminatie met het zaad van de toekomstige vader. De draagmoeder is dan de genetische moeder. Dit zou betekenen dat Suzanne dan niet alleen draagmoeder maar óók de biologische moeder is van het kindje van haar zus. Dit terwijl er met de eicellen van haar zus niks mis is.
Zij hebben fantastische embryootjes. Dat is het probleem niet. Maar haar lichaam stoot ze af. Ze blijven niet plakken.
Hoogtechnologisch draagmoederschap
‘Sterker nog. Zij hebben fantastische embryootjes. Dat is het probleem niet. Maar haar lichaam stoot ze af. Ze blijven niet plakken’, zegt Suzanne. ‘Het is rampzalig. Ze hebben echt alles geprobeerd.’ De voorkeur gaat wat hen betreft dan ook uit naar de vorm van draagmoederschap waarbij Suzanne alléén draagmoeder is, en haar zus en zwager de biologische ouders. Dit heet “hoogtechnologisch” draagmoederschap en houdt in dat de draagmoeder via ivf een embryo krijgt geplaatst dat genetisch niet aan haar verwant is. Een kind krijgen via deze methode is sinds 1997 toegestaan in Nederland onder strikte voorwaarden en uitsluitend op ideële basis.
Strikte criteria
De toekomstige ouders moeten zelf een draagmoeder meenemen. De draagmoeder mag hier géén geld voor krijgen, én de draagmoeder moet jonger zijn dan 45 jaar. Tot zover voldoet Suzanne aan alle eisen. ‘Ik doe dit uit liefde voor mijn zus en haar man. En de artsen staan er ook niet onwelwillend tegenover.’ Maar dan komt de tegenslag. ‘De criteria zijn zo strikt dat je er alleen voor in aanmerking komt als bijvoorbeeld je baarmoeder is verwijderd na kanker, of als je het risico hebt om dood te gaan aan een zwangerschap of bevalling.’ Maar wat als je deze specifieke kenmerken níet hebt, en jouw baarmoeder om een andere onverklaarbare reden ‘dienst weigert’?
Geen psychische ondersteuning
‘Dan zit er niks anders op dan thuis gaan zitten klussen’, zegt Suzanne. ‘We waren boos, verdrietig, maar er zat niks anders op dan zelf proberen zwanger te worden. En het wrange is dat niemand je daarbij helpt.’ In het VU medisch centrum, het ziekenhuis dat de behandeling bij hoogtechnologisch draagmoederschap uitvoert, staat er een team van psychologen klaar om mensen te screenen en te begeleiden. ‘Maar wij worden het bos in gestuurd. Dat betekent ook geen psychische ondersteuning van mensen die hier ervaring mee hebben. En geen enkel ziekenhuis of kliniek wilde ons helpen met IVF toen het ons niet lukte.’
In Amerika en Oekraïne mag het wel
Heel even schiet het door haar hoofd dat ze naar Amerika of naar Cyprus kan. In die landen is commercieel draagmoederschap niet verboden. Maar daar zijn dan wel weer flinke kosten aan verbonden die kunnen oplopen tot vele tienduizenden euro’s. ‘Het is hartstikke duur. En al is het geld voor ons misschien nog op te brengen; ik heb ook een baan. En ga dan maar eens aan je baas vertellen dat je elke maand een weekje weg bent, naar Oekraïne of Amerika.’ Dat is voor Suzanne praktisch onhaalbaar.