Het is druk op de spoedeisende hulp (SEH), soms te druk. Dat stellen verschillende artsen, verpleegkundigen en onderzoekers die we spreken in het dossier Spoedzorg. Ook de bejaarde mevrouw Dijkhoff-Van Thoor ondervindt dat aan den lijve als ze - vlak voor het weekend - ongelukkig ten val komt. Maar ook in de maanden na haar bezoek aan de SEH is het volgens haar familie een worsteling om de juiste zorg te vinden.

‘Ik zat ineens in de split, ik gleed uit op de net gedweilde vloer in de huiskamer,’ vertelt de 85-jarige dame ons als we bij haar op bezoek gaan. Ze loopt – nu maanden na de val – nog moeizaam met de rollator door haar huis. En ook in en uit bed komen gaat lastig begrijpen we. ‘Ik heb nog geluk gehad dat ik niet met mijn hoofd tegen de glazen wand ben aangevallen, maar ik had ontzettend veel pijn.’

‘Te druk voor foto’s’

De huisarts wordt na de val gebeld en die constateert dat het een kneuzing is van het schaambeen. In de loop van de avond wordt de pijn echter erger en de familie besluit om naar de spoedeisende hulp in het ziekenhuis te gaan. Kleindochter Angela Steevensz: ‘Ze konden ons daar vanwege drukte niet direct helpen. Ze constateerden wel dat het waarschijnlijk niet gekneusd maar gebroken was. Tijd voor het maken van foto’s was er alleen pas een paar uur later. We hebben toen maar besloten om niet zo lang te gaan wachten en naar huis te gaan.’

Maar in het weekend verslechtert de situatie van mevrouw Dijkhoff-Van Thoor en op zondag besluiten ze nogmaals naar de spoedeisende hulp te gaan. Gelukkig is het dan minder druk en na onderzoek blijkt ze inderdaad een gebroken schaambeen te hebben. Daarnaast heeft ze hoge bloeddruk, wordt er een blaasontsteking geconstateerd en vermoeden de artsen een longontsteking.

Geschikte plek na ziekenhuis

Er wordt besloten om haar op te nemen in het ziekenhuis. Angela: ‘Daar heeft oma een dag of 10 gelegen. Eerst op de hartafdeling omdat er geen plek was op de geriatrische afdeling. Ik heb begrepen dat ze in het ziekenhuis ook moeite hadden om een geschikte plek te vinden waar oma kon revalideren na haar ziekenhuisopname. Volgens de geriater moesten we rekenen of 6 maanden revalidatie.’

De kleindochter van de bejaarde dame herkent zich in de verhalen van spoedartsen en verpleegkundigen op onze site. Een van de oorzaken van een toenemende drukte op de spoedeisende hulp is volgens de medewerkers van de SEH’s de oudere patiënt die na behandeling niet makkelijk naar huis of een noodopvang kan.

‘Wij hadden daar als familie zelf ook mee te maken,’ zo vertelt Angela. ‘Toen mijn oma gevallen is zijn we meteen gaan bellen om te kijken of er ergens een tijdelijke plek voor haar was. Of dat het mogelijk was om haar thuis meer ondersteuning te geven. Maar we werden van het kastje naar de muur verwezen: er waren patiëntenstops, ze hadden het te druk. Op een gegeven moment weet je niet meer waar en bij wie je je moet melden.’

'Drie maanden wachten op extra ondersteuning thuis’

Uiteindelijk wordt mevrouw Dijkhoff-Van Thoor opgenomen in een revalidatiecentrum. Angela: ‘Na drie weken wilde mijn oma naar huis, er werd soms ruw met haar omgegaan en daardoor had ze extra pijn. In overleg met de artsen mocht ze weg. Volgens hun protocol was het mogelijk, omdat oma zelfstandig in en uit bed kon komen. Achteraf was dit denk ik te vroeg. Met veel pijn en moeite is er door een verpleegkundige in het revalidatiecentrum wel wijkverpleging geregeld. Die helpt haar bij dingen als aan- en uitkleden en wassen. Alle andere – niet medische zorg – moeten wij als familie nu opvangen. Want oma kan bijna niets, niet koken, geen boodschappen doen en niet schoon maken.’

Voor haar val deed mevrouw Dijkhoff-Van Thoor veel van deze huishoudelijke klussen nog zelf. ‘Ze wil dat ook graag zelf doen, maar het lukt haar nu tijdelijk door die pijnlijke breuk niet. Bovendien is het met deze breuk - die niet te zetten is - ook nog eens medisch noodzakelijk dat ze rust houdt. Maar voor een beetje extra ondersteuning zijn we dus nu al maanden aan het strijden met de gemeente. Op een gegeven moment kwamen ze met een vrijwilliger op de proppen die mijn oma kon bijstaan, maar die is 1 keer geweest,’ aldus Angela.

Ze maakt zich zorgen over wat er kan gebeuren als haar oma alleen thuis is. ‘Ze is ook nog eens slechtziend. Laatst had ze al een glas laten vallen, maar bukken om de scherven op te ruimen lukt haar niet. Ze had wel geprobeerd wat op te rapen, maar er lag nog veel glas op de grond. De wijkverpleegkundige constateerde toen ook dat er meer zorg nodig was, want voor je het weet gaat het mis en zitten we weer met mijn oma op de spoedeisende hulp.’

De extra zorg komt in de afgelopen maanden neer op de familie van mevrouw Dijkhoff-Van Thoor. Zo zorgen Angela en haar moeder dagelijks voor boodschappen, schoonmaak en eten. ‘Ik vind het helemaal niet erg om af en toe voor mijn oma te zorgen. Maar het is niet altijd in de passen. Toen ze net was gevallen, liep ik bijvoorbeeld stage, dus had ik ook niet alle tijd. En straks moet ik ook weer naar school, er zit een grens aan wat je als mantelzorger kan doen.’

Inmiddels lijkt er nu – bijna drie maanden na de ongelukkige val – wel enige hoop dat de gewenste zorg door de gemeente geregeld gaat worden. ‘Maar daar is wel een strijd aan voorafgegaan en natuurlijk veel te laat,’ aldus Angela.

‘Ik voel me in de steek gelaten’

De tranen staan inmiddels in de ogen van mevrouw Dijkhoff-Van Thoor: ‘Ik voel me in de steek gelaten, dat vind ik eigenlijk nog het ergste van alles. We hebben altijd hard gewerkt en als ik nu tijdelijk even wat extra ondersteuning nodig heb dan is het een strijd om die te krijgen.’ Ze wil verder nog wel even kwijt dat het verplegend personeel niets te verwijten is, die kunnen er ook niets aan doen dat het zo druk is.

Makers