‘Het frustrerende aan dit soort klachten is dat vrijwel niemand het kan horen, en zich dus ook niet kan voorstellen hoezeer zo'n geluid ingrijpt in je dagelijks leven. Laagfrequent geluid went niet en er is geen regelgeving, waardoor je compleet afhankelijk bent van de medewerking van anderen.’
Bovenstaand citaat vat de tientallen reacties die we ontvingen op ons nieuwe dossier Geluidsoverlast misschien wel het beste samen. Wie een bromtoon hoort die anderen niet horen, komt vooral veel onbegrip tegen. Dat gevoel van machteloosheid zien we terug in ca. 80 goed gedocumenteerde tips die we momenteel uitzoeken. Daarin valt ons meteen iets op.
De groep ‘LFG-gevoeligen’ die zich bij ons meldt, lijkt helemaal niet op de beschrijving die we in onderzoeken naar dit fenomeen telkens tegenkomen. Mensen die last hebben van laagfrequent geluid zouden meestal van middelbare leeftijd zijn (85% is 40 jaar of ouder), vaker vrouw dan man (70% vs. 30%), een voorkeur hebben voor stilte en gevoelig reageren op geluiden in het algemeen.
Hoe onderzoekers tot deze typering zijn gekomen is ons niet duidelijk, want de tips die dagelijks bij ons binnenstromen zijn juist min of meer gelijk verdeeld tussen mannen en vrouwen en gaan van jong naar oud. Veel zijn hoogopgeleid en naar eigen zeggen niet eerder belast met een gevoeligheid voor geluid.
In afgewogen bewoordingen geven biologen, advocaten, ingenieurs en technici gehoor aan een oproep van de stichting Laagfrequent Geluid om ervaringen bij ons te melden, maar vooral ‘geen wilde speculaties betreffende vermeende bronnen te doen en ongefundeerde beschuldigingen te uiten.’ Volgens de belangenvereniging werkt dit meestal averechts en ‘zal het de interesse van een serieuze onderzoeker doen afnemen.’
‘Meten heeft geen zin’
‘Het is lastig uitleggen als niet iedereen hoort wat jij hoort. Daar komt bij dat je zo gefixeerd raakt op dat geluid, dat je snel geprikkeld raakt. Je slaapt niet, bent continu moe en verliest snel je concentratie’, aldus Jan den Ouden, woordvoerder van een bewonersgroep uit Amersfoort. Over de herkomst van ‘hun bromtoon’ twijfelen zij zelf niet: een lawaaiige klimaatinstallatie op het dak van een nabijgelegen Theater. Hoewel de gemeente Amersfoort de klachten zegt te begrijpen, wil de milieudienst niet komen meten. Sterker nog, LFG-klachten worden überhaupt niet in behandeling genomen. ‘We kregen te horen dat er geen wettelijke normen of formele meetprotocollen voor laagfrequent geluid zijn en dat het dus geen zin heeft om te meten.’
Tipgever Jan den Ouden maakte geluidsopnames van de klimaatinstallatie. Wie goed luistert hoort dat er een lage en een hogere toon te horen zijn.
Dat lijkt sterk op wat we eerder bij De Bromtoon van Schiedam, waar een scheepswerf veel overlast veroorzaakt, zagen en hoorden. Het standpunt dat het geen zin heeft om te meten roept nogal wat vragen bij ons op.
In stukken die we bij elkaar verzamelen zien we namelijk dat andere gemeenten niet alleen meten, maar ook richtlijnen voorschrijven die de Nederlandse Stichting Geluidhinder heeft opgesteld. Deze zgn. ‘hindercurve’ en een tweetal andere curves worden ook in de rechtspraak gebruikt en kunnen dus in zekere zin worden opgevat als een wettelijke norm.
Waarom de gemeente Amersfoort niet uit de voeten kan met diezelfde wet- en regelgeving is ons niet duidelijk. Neem bijvoorbeeld de provincie Groningen, die LFG-klachten niet alleen nauwlettend in kaart brengt, maar ook preventief normen opneemt in vergunningen bij nieuwe bedrijven die mogelijk een risico vormen. Klagen omwonenden over LFG, dan kan makkelijker worden ingegrepen.
‘Het zal wel stress zijn’
En er is nog een verschil in aanpak. We ontvangen enkele onderzoeken waaruit we opmaken dat ook de manier van meten bij klachten het verschil kan maken tussen ‘voor gek versleten worden’ of erkenning van de klacht. Illustratief lijkt de geschiedenis van de Bromtoon in Nesselande, een wijk aan de rand van Rotterdam. Via een flyeractie medio 2007 - waarin bewoners die ook een bromtoon horen worden opgeroepen zich te melden - geven uiteindelijk circa 80 mensen uit Nesselande, Ommoord en Capelle aan den IJssel gehoor. Onder hen is tipgever Yvonne.
‘Ik liep al sinds 2005 met klachten bij de huisarts, die niet verder kwam dan ‘het zal wel stress zijn’. Ik liep mij vervolgens af te vragen wat die stressfactor dan zou moeten zijn. Pas toen ik begreep dat andere mensen de brom ook hoorden, en wat het bij hen veroorzaakte, viel bij mij het kwartje.’
Frustrerende jaren
Wat volgt zijn enkele frustrerende jaren waarin bewoners proberen onderzoek af te dwingen. De omgevingsdienst Rotterdam-Rijnmond (DCMR) doet in 2007 wel metingen, maar kan de klachten niet verklaren. Luistersessies met bewoners wijzen in de richting van een ‘zwevende golf’ tussen de 34 en 42 Hz, maar de brom zelf wordt niet gevonden. De omwenteling komt in 2011 wanneer een gespecialiseerd bedrijf wordt ingevlogen. Dat meet met speciale apparatuur niet alleen de bromtoon, maar weet ook systematisch bronnen uit te sluiten, zoals een energiecentrale en gaspijpleidingen die door de wijk lopen.
‘Voor ons wat dat aanvankelijk een enorme erkenning, want we zijn echt jarenlang voor gek versleten.'
De onderzoekers beginnen te vermoeden dat de snelweg wel eens de grote boosdoener zou kunnen zijn. Kijkend naar de klachten over een ‘zwevend geluid’ ontwikkelen ze de hypothese dat de brom niet van één, maar van meerdere bronnen komt. Bovendien lijkt de bromtoon sterker in de buurt van de naastgelegen A20. Hij is daar hoorbaar voor de onderzoekers en komt ook overeen met metingen in de wijk..
Literatuuronderzoek naar het soort geluid dat motoren van passerende vrachtwagens produceren vertoont bovendien een sterk verband met de toonsoort die bewoners horen. Er zijn slechts 25 vrachtwagens per uur nodig om een continue toon te produceren die op verschillende plekken in de wijk te horen is.
Yvonne: ‘Voor ons wat dat aanvankelijk een enorme erkenning, want we zijn echt jarenlang voor gek versleten. Als het bedrijf zich niet zo om ons bekommerd had was het gebleven bij ‘sorry, niets gevonden. Het ligt aan uzelf’. Wij waren echt heel opgelucht.’
Meer onderzoek
Onomstotelijk is het bewijs echter niet. Daarvoor is meer onderzoek nodig, zo luidt het advies van de Rotterdamse wethouder aan minister Schultz-van Hagen van Verkeer en Waterstaat in 2012. Maatregelen die de overlast wegnemen bestaan bovendien niet en inmiddels zijn verschillende wijkbewoners om die reden verhuisd.. Tipgever Yvonne is nog een tijd zeer actief met het aan de man brengen van het advies om een landelijke vervolgstudie te doen, maar neemt na verloop van tijd afstand.
‘Op een geven moment heb ik mijzelf echt de vraag gesteld: wat is nu erger, de bromtoon of de frustratie van het telkens voor een dichte deur staan? Natuurlijk heb ik nog steeds last van de bromtoon, maar na jaren zoeken heb ik zo mijn maniertjes gevonden om ermee om te gaan, en één daarvan is om er niet meer intensief voor te vechten.’