Brommen, dreunen, zoemen. Dat is hoe mensen laagfrequent geluid omschrijven. Het kan van zware machines komen, maar ook van kleine apparaten in huis. Er zijn mensen die er gek van worden, terwijl anderen er letterlijk nog nooit van gehoord hebben. 10 vragen en antwoorden over het fenomeen laagfrequent geluid dat we onderzoeken voor ons dossier Geluidsoverlast.

1. Wat is laagfrequent geluid?

Even wat natuurkunde. Geluid is een trilling van de lucht. De trillingen worden uitgedrukt in Hertz. Als een geluidstrilling 1 seconde duurt, noem je dat geluid van 1 Hertz. Het menselijk oor neemt geluid waar tussen de 20 en 20.000 Hertz. Het meest voorkomende ‘gewone’ geluid zit tussen de 125 en 8.000 Hertz. Hoe meer trillingen per seconde, hoe hoger de frequentie en hoe hoger de toon. Bij minder dan 100 trillingen per seconde (100 Hertz) hebben we het over laagfrequent geluid. Geluid onder de 20 Hertz is niet hoorbaar, alleen voelbaar.

2. Waar komt laagfrequent geluid vandaan?

Denk aan zware machines zoals pompen, motoren en aggregaten. Maar ook de wasmachine, een cv-pomp of een ventilator kan laagfrequent geluid produceren. Dat maakt het lokaliseren van de bron niet makkelijker. Daar komt nog bij dat volgens sommigen ook elektromagnetische velden (bijvoorbeeld van zendmasten) in het menselijk oor laagfrequent geluid kunnen produceren. Dat geluid is niet meetbaar. Lastig dus.

3. Welke eigenschappen heeft laagfrequent geluid?

Daar zit de angel van dit probleem. Als je geluid zichtbaar maakt in een golfpatroon, zie je dat hoogfrequent geluid korte golven produceert. Laagfrequent geluid produceert lange golven. Die dragen zo ver dat kilometers van de bron het geluid nog hoorbaar is. Het verplaatst zich via de bodem en dringt gemakkelijk door muren heen. Veel makkelijker dan hoogfrequent geluid. Als langgolvig geluid eenmaal in een woonkamer is doorgedrongen, kan het zich ontwikkelen tot een ‘staande golf’. Daarbij is het heel moeilijk te ontdekken waar het geluid vandaan komt. Isolatie kan laagfrequent geluid heel moeilijk tegenhouden.

4. Hoeveel mensen hebben er last van?

Het ligt er een beetje aan met wie je daarover praat. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) publiceerde vorig jaar een richtlijn over het onderwerp. Daarin houdt het RIVM zich op de vlakte over de omvang van het probleem. Ze noemt wel het aantal meldingen dat binnenkwam bij GGD’en: tussen 2011 en 2014 waren dat er 193. Daarnaast maakt het RIVM melding van het aantal klachten dat binnenkwam bij de Vereniging Leefmilieu. Dat waren er 502 in 2013 en 2014.

Deze vereniging is gestopt met het registreren van klachten. Dat is nu overgenomen door de stichting Laagfrequent geluid (LFG). Die zegt dat er sprake is van een sterk groeiend, onderschat fenomeen. Het treft volgens de stichting ‘duizenden individuen die de wanhoop nabij zijn’. De stichting stelt dat 2,5 % van de bevolking in staat is laagfrequent geluid waar te nemen. Het zou dan gaan om 2,5 % van 16,9 miljoen mensen. Dat zijn er 423.500.

5. Zijn er regels voor het produceren van laagfrequent geluid?

Voor het produceren van ‘gewoon’ geluid gelden duidelijke wettelijke regels, zodat een gemeente die ook kan handhaven. Voor laagfrequent geluid zijn er geen wettelijke regels. In augustus 2010 heeft de Raad van State wel geoordeeld dat de gemeente Groningen grenzen mag stellen aan de productie van laagfrequent geluid door Prorail.

Drie gemeentebesturen hebben overigens de minister van Milieu om een wet gevraagd: Almere in februari 2016 en eerder Nijmegen en Zuidhorn. Ook de GGD van Nijmegen heeft die vraag aan het ministerie gesteld. Het ministerie vindt een wet niet nodig, volgens de minister hebben gemeenten voldoende middelen om in te grijpen.

6. Hoe gaat de overheid ermee om?

Zoals je hierboven las, kunnen overheden het dus wel aanpakken. Maar vaak ontbreekt het aan politieke wil, en wellicht is er angst voor schadeclaims van bedrijven die beperkt worden in hun activiteiten.

7. Beïnvloedt laagfrequent geluid je gezondheid?

Mensen die er overlast van ervaren, hebben het over hoofdpijn, slecht slapen, stressgevoelens, concentratievermindering, gehoorverlies, veranderde bloeddruk en hartslag, duizeligheid en evenwichtsverlies.

8. Hoe kun je je afschermen voor laagfrequent geluid?

Er zijn apparaten op de markt die ‘antigeluid’ produceren. Maar die werken niet altijd bij laagfrequent geluid. Extra geluidsisolatie is ook een optie. Soms helpt een cd’tje met rustgevende muziek. Daarnaast zijn er zorgaanbieders van cognitieve therapie, speciaal gericht op het omgaan met hinderlijk geluid.

9. Waar kun je melden dat je last hebt van laagfrequent geluid?

Overlast kun je het beste melden bij de afdeling Milieu van je gemeente. Ook kun je de GGD bellen. Een particulier meldpunt is de stichting Laagfrequent geluid.

10. Is het probleem ook buiten Nederland bekend?

Zeker. Verschillende Europese landen besteden er in richtlijnen aandacht aan. Volgens een RIVM-rapport uit 2013 is Denemarken het eerste en enige land dat harde grenswaarden stelt aan laagfrequent geluid. Het betreft daarbij windturbines.

Daarnaast heeft een Canadese professor de site www.thehum.info/ gelanceerd. Daar kan iedere wereldbewoner die last heeft van een bromtoon, een melding insturen. Tot nu toe deden er 16.000 mensen mee.