Niet alle delen van ons land zijn even goed te bereiken met het openbaar vervoer. Zo zorgt de steeds vaker uitvallende bus voor veel frustraties in de omgeving van het Brabantse Neerkant, een dorp met bijna 1900 inwoners. “Ik heb nog nooit iemand een positief woord horen zeggen over die bus”, aldus studente Yara.

We spreken Yara voor ons nieuwe onderzoek naar vervoersarmoede.

Eén keer in het uur, zo vaak rijdt buslijn 28 van het Limburgse dorpje Meijel naar het dichtstbijzijnde treinstation in het Brabantse Deurne. Tenminste, dat is de bedoeling. Volgens dorpsbewoners komt de bus steeds vaker niet opdagen. Het zijn vooral studenten die gebruik maken van de buslijn. De Meijelse Sietske (22) gaat zo’n drie keer in de week met die bus naar school. “Het is bijna elke week raak”, vertelt ze. “Het is ontzettend irritant, vooral omdat het vaak niet wordt aangegeven in de app (waarmee je de rijtijden van het openbaar vervoer opzoekt, red). Inmiddels weet ik gewoon dat ik me beter kan omdraaien als er staat dat de bus 5 minuten later is, dan komt die niet.” ’s Ochtends is er tussen half acht en half negen een extra rit, maar ook die biedt geen uitkomst. Sietske: “Juist de ritten rond dat tijdstip vallen vaak uit.”

Als gevolg van de niet-rijdende bus komt Sietske vaak te laat op school. Om de gemiste lesuren te compenseren, moet ze een extra opdracht maken. “Ik word bij een vak beoordeeld op aanwezigheid en inzet. Omdat ik vaak maar een halve les mee kon doen, kan de docent me niet beoordelen. Terwijl ik er ook niets aan kan doen dat die bus niet komt opdagen.” Vanuit Meijel vertrekken nog een paar andere buslijnen maar om daarmee eerder op school te kunnen zijn, verdubbelt de reistijd van een uur naar 2 uur. “Dat vond zelfs school overdreven”, geeft Sietske aan.

Auto aanschaffen

Een dorp verderop, in Neerkant, woont de 21-jarige Yara. Ze herkent de situatie die Sietske schetst. “In Neerkant is eigenlijk helemaal niks. Buslijn 28 is de enige bus die door het dorp rijdt.” Als die niet komt, zijn de alternatieven beperkt. De meeste studenten hebben geen auto en over de fietsrit doe je een uur. Dat vinden veel inwoners te ver, daarnaast duurt het bijna dubbel zolang als de busreis. Als de bus onverwacht uitvalt, komen studenten dan alsnog te laat. Toen haar stage begon, schafte Yara daarom een auto aan. “Ik wil gewoon op tijd zijn en met de auto kan ik zelf bepalen wanneer ik vertrek. Het is voor mij überhaupt niet mogelijk om met het openbaar vervoer op tijd op mijn stage te zijn. Ik zou dan 1,5 uur doen over een afstand die je met de auto in een kwartier aflegt. En zo vroeg gaat er nog geen bus.”

Beide dorpen zijn klein. Dat er niet elke 10 minuten een bus vertrekt, vinden beide studenten niet meer dan logisch. Buiten de spits zijn er ook tijden waarop niemand in de bus zit. De frequentie is begrijpelijk, maar dat maakt het niet minder irritant, geven ze aan. “Ik vind dat het openbaar vervoer voor iedereen beschikbaar moet zijn”, zegt Yara. “En dat is hier niet echt. Zeker niet nu er zo vaak gedoe is: de bus komt te laat, is kapot of komt niet opdagen. Ik vind niet dat je het dan heel toegankelijk maakt.” Een auto op een studentenbudget is lang niet voor iedereen een optie, realiseert Yara zich. “Daar heb ik echt geluk mee. Ik word dan ook bijna elke week geappt door vriendinnen die gestrand zijn op het station of ik ze kan komen ophalen. Je gaat ook niet – zeker in de winter – voor je lol een uur staan wachten op dat ding.”

Wil je op de hoogte blijven van dit onderzoek?

Elke week sturen we je onderzoeksverhalen, tips van de redactie, en verhalen die je nog van ons kan verwachten.

Makers

Redactiestagiair