De woningmarkt zit muurvast, zeker sociale huurders kunnen bijna niet meer verhuizen. Maar ruilen van huurhuis kan wel. Tienduizenden huurders proberen zo van woning te wisselen, soms met succes. Wil jij dit ook? Zo ruil je een huis in zes stappen.
1. Vind een ruilpartner
Zo vurig als jij een andere woning wil, zo graag wil een ander misschien wel jouw huis. Soms heeft een corporatie een eigen platform voor woningruilen, waar kandidaten te vinden zijn. Maar in de praktijk vinden huurders elkaar vaak via een oproep, bijvoorbeeld op speciale Facebookgroepen voor woningruilers. Zorg voor goede foto’s van je huis, vertel wat je zoekt en wat je te bieden hebt. En vermeld zeker het aantal kamers dat je hebt en je huidige huur. Want die twee zaken bepalen voor een groot deel met wie je mag ruilen.
2. Je hebt een partner gevonden, wat nu?
Dit is mooi, nu kunnen jullie allebei een verzoek indienen bij je eigen verhuurder. Vertel met wie je wil ruilen en waarom. Check of je ruilpartner altijd de huur heeft betaald en jouw huur ook zou kunnen betalen. Dat kan iemand bijvoorbeeld aantonen met een verhuurdersverklaring. Zorg ook dat je een goede reden hebt voor de wissel. Wil je verhuizen vanwege gezondheidsredenen, omdat traplopen bijvoorbeeld te zwaar is? Of wil je dichter bij familie wonen, misschien om voor ze te zorgen? Dit kunnen goede argumenten zijn voor een verhuurder om in te stemmen met de ruil. Puur verhuizen omdat je een andere buurt leuker vindt, is niet altijd genoeg. Vermeld het dus als je belangrijke redenen hebt.
3. Helaas, je verhuurder weigert
Dan kun je naar de rechter stappen. Dit is een goed moment om ook een advocaat in te schakelen. Soms kan dat tegen geen of lage kosten, bijvoorbeeld via het Juridisch Loket of de Raad voor de Rechtsbijstand. Met een advocaat kun je een zaak starten. De rechter kijkt dan naar drie punten: kan de nieuwe huurder het huurbedrag betalen? Zijn er zwaarwegende belangen, bijvoorbeeld dat je niet meer goed kan traplopen? En wegen die argumenten op tegen het belang van de corporatie? Want de corporatie heeft misschien andere plannen met de woning. “Je moet die belangen ook echt kunnen bewijzen”, zegt advocaat Jennifer Alspeer. “Regel bijvoorbeeld een verklaring van een arts. Alleen iets stellen is onvoldoende.”
4. De verhuurder wil, maar gooit de huur omhoog
Ook hier kun je tegenin gaan. Bij een gewone ruil - dus als je het enkel met je verhuurder regelt - komt er een nieuw huurcontract en dan mag de verhuurder de prijs verhogen. Maar je kan die huurverhoging weigeren. Teken dan niet en stap naar de rechter, want dan krijg je mogelijk een indeplaatsstelling. De naam zegt het al. Je neemt het oude contract over van je ruilpartner en alleen je naam wordt gewijzigd. Dan verandert er verder niks, ook de huur blijft gelijk. De rechter kan dit toewijzen.
5. De corporatie zegt geld nodig te hebben voor nieuwbouw
Daar mag de rechter over oordelen. Wat is meer waard: dat twee huishoudens passender wonen, of dat een corporatie meer geld heeft voor nieuwbouw? Alspeer: “Verhuurders geven vaak aan bij de rechter dat ze de woning tegen een hoge huurprijs willen verhuren, of woningen willen verkopen. Maar je ziet ook dat de rechter daar weleens aan voorbij gaat. Want zeker in deze krappe woningmarkt moet je zo veel mogelijk passende huisvesting bieden aan huurders.”
6. Vaak mislukt het, is woningruil wel zinvol?
Ja, het kan lonen. Grote corporaties laten meestal wel een handjevol woningruilen toe per jaar, ook zonder dat de rechter eraan te pas komt. Zorg alleen dat je de tijd hebt. Een rechtszaak kan een half jaar duren, soms zelfs een jaar. Maar áls het lukt, heb je allebei een beter huis voor een betaalbare prijs. En rechters staan echt wel open voor goed onderbouwde verzoeken, weet Alspeer: “Het is een grote stap voor veel huurders. Maar het is toch eeuwig zonde als je die stap niet zet, en dan maar blijft zitten in een huurwoning die niet geschikt voor je is?”
Kijk hieronder de uitzending over woningruil terug: