Suzanne werkt als ware ze een sardientje in blik. Ze werkt namelijk met 32 mannen en vrouwen in één kleine ruimte. Zo klein, dat er geen medewerker meer bij mag. Hoe kom je dan nog aan werken toe?
We bellen met Suzanne. Zij reageerde op onze eerdere oproep over ervaringen met de kantoortuin: ‘Ik heb ADHD en daardoor komen alle prikkels ongefilterd binnen. Het is zwaar vermoeiend, ik hoor alle gesprekken. Concentreren is al een uitdaging, maar is bijna niet te doen in de kantoortuin.’
Suzanne werkt bij een IT-bedrijf van een paar honderd man. Op haar werkplek huizen vier teams van acht man, alle 32 in één grote open ruimte. Nu is het vol, zelfs zo vol dat er niemand meer bij mág! Dan worden de arbo regels overtreden, vertelt Suzanne.
Telefoontjes en gesprekken
Als ze nu op het werk verschijnt en ze gaat zitten, begint het lawaai. Altijd telefoontjes en gesprekken, veel gewandel. Het is nooit stil. Ook al wil je het, je voortdurend daarvoor afsluiten is onmogelijk. En wat is het gevolg? Suzanne krijgt veel minder voor elkaar dan zou kunnen.
Een ander nadeel is de discussie over temperatuur. In de winter gaat de kachel aan en is het aan de rand van de ruimte warm, maar in het midden niet. ‘Ik zit dan met dekens op kantoor,’ zegt Suzanne. ‘Ik ben ook wel een koukleum.’ Andere collega’s vinden het al snel te warm dus daar komen ze niet uit.
Allemaal de klos
Ook al valt het ziekteverzuim op haar afdeling mee, ze is beducht voor zieke collega’s. ‘Er kwam eens een collega hoestend binnen en ik vroeg: ‘Waarom kom je dan hier naartoe?’ Maar daarvoor was het niet erg genoeg, zei hij. Ja, denk ik dan, waarom kom je! Nu zijn we allemaal goed de klos!’
Gelukkig leken de kansen te keren. Het bedrijf van Suzanne bouwde een halve etage bij, want er was inderdaad te weinig plek. Een werkgroep van medewerkers adviseerde aparte hokjes. Helaas, opnieuw koos men een kantoortuin. Hokjes bleken niet in lijn met de architectonische uitgangspunten. En die tellen zo zwaar, dat zelfs een extra gevraagde prullenbak om architectonisch-esthetische redenen werd geweigerd, aldus Suzanne.
Suzanne zit nu ziek thuis, maar ze wil de kantoortuin niet de schuld geven. Toch helpt die niet bij haar re-integratie, vertelt ze. Ze werkt nu een paar uur thuis en dan een uur op kantoor en dan is ze weer doodmoe, óók door de onrust van al die samengepakte collega’s. Toch wil ze niet weg want het is leuk werk. Wellicht lukt het ooit als zelfstandige te gaan werken, dan kan ze zelf bepalen hoe haar werkplek eruitziet.