De uitstoot van CO2 heeft sinds 2005 een prijs. Het zogeheten Emission Trading Scheme (ETS) verplicht een groot deel van de Nederlandse bedrijven om hun CO2-uitstoot te meten en te belasten. Dat is allemaal bedoeld om in 2050 tot 95 procent minder vervuilend te produceren dan in 2005. Maar werkt dat systeem wel zoals het hoort te werken?
Europa ligt goed op koers. De doelstelling is 21 procent CO2-reductie in 2020 ten opzichte van 2005. Daar lopen de Europese ETS deelnemers op voor met 26 procent afname. Nationaal gezien valt er echter nog wel een slag te slaan. Nederland heeft sinds 2005 slechts 4 procent CO2-reductie gerealiseerd.
De afgelopen jaren is er veel kritiek op het ETS geuit. Per ton uitgestoten CO2 moet je emissierechten overhandigen aan de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Kom je rechten tekort? Dan moet je extra kopen. Heb je over, dan kun je die in de aankomende jaren weer inzetten of verkopen.
Gigantisch overschot
Veel bedrijven hebben echter in het begin van het ETS te veel gratis rechten ontvangen. Die rechten zijn vervolgens opgepot, waardoor er nu een gigantisch overschot is ontstaan. ETS bedrijven hebben nog 2 miljard ton aan CO2-rechten over. Dat betekent dat zij een jaar lang gratis hun uitstoot kunnen verdubbelen. Tegelijkertijd is de prijs voor emissierechten gekelderd van 25 euro naar 7,50 euro.
De prijs van CO2 is dus fors gedaald en de markt heeft een forse buffer opgebouwd. Reporter Radio en de dataredactie van KRO-NCRV zoeken uit wat de meest vervuilende bedrijven doen om hun uitstoot te reduceren.
85 Procent van de uitgestoten CO2 wordt door tien procent van de bedrijven veroorzaakt. Dat zijn voornamelijk energiebedrijven en zware industrie. Wij stuurden deze bedrijven een uitgebreide vragenlijst, waarin wij probeerden te achterhalen welke doelstellingen en maatregelen zij op de agenda hebben staan.
Vier bedrijven hebben specifieke nationale doelen gesteld om de CO2-uitstoot in Nederland te verminderen. RWE levert een bijdrage aan de realisatie van de nationale doelstellingen en de uitvoering van het geldende Energieakkoord. Daarvoor heeft het energiebedrijf een kolencentrale uit de jaren tachtig gesloten en is begonnen met de bijstook van biomassa in andere centrales.
Chemelot wil in 2025 de meest duurzame en concurrerende chemie- en materialensite van Europa zijn. De energiebesparing van Chemelot is 1,9 procent per jaar en er zijn plannen om met de restwarmte van Chemelot huizen in Sittard-Geleen te gaan verwarmen. Energiebedrijf Uniper onderschrijft de overheidsdoelstellingen voor CO2-reductie en heeft in juni vijftig procent van hun kolencapaciteit afgestoten, zoals was afgesproken met het Energieakkoord.
Tata Steel in IJmuiden streeft naar een reductie van de CO2-uitstoot van 80 procent ten opzichte van 1990. Het bedrijf is er al in geslaagd om de hoeveelheid energie die nodig is voor het maken van een ton staal met meer dan 30 procent te verminderen sinds 1990. Ook is Tata bezig met doorbraaktechnologie genaamd HIsarna, waarmee wel 80 procent minder broeikasgassen worden uitgestoten en een einde zou betekenen aan alle schoorstenen op het terrein.
Concurrentienadeel
Zowel de industrie als de energiesector is niet overtuigd dat het emissiehandelssysteem ETS doet wat het zou moeten doen. Om compleet verschillende redenen. Volgens de energiesector moet de prijs van een ton CO2 fors omhoog, dan pas is het een prikkel om over te schakelen naar minder vervuilende vormen van elektriciteitsproductie.
Maar de industrie heeft last van het feit dat het ETS Europees is. Het is een concurrentienadeel dat bijvoorbeeld Chinese bedrijven niet hebben, omdat CO2 uitstoten daar niks kost. "Dus dat zorgt eigenlijk voor een ongelijk speelveld. Je zou een aantal weeffouten uit dat ETS moeten halen. Wij zijn voor dat ETS, maar dan moet je wel zorgen dat de best performers beloond worden en niet gestraft." aldus Theo Henrar, directievoorzitter van Tata Steel Nederland.
De prijs van het klimaat