Werkgevers zetten zich actiever in voor mensen met een beperking die onder de Banenafspraak vallen. Er worden steeds meer vacatures gecreëerd en er zijn al veel succesverhalen. Toch ziet Sven Romkes, werkzaam bij ABN-AMRO, een tweedeling ontstaan onder gehandicapten. Volgens hem gaat een groep mensen door Banenafspraak buiten de boot vallen. Hij vreest voor de gevolgen mocht de zogenaamde Quotumwet in gaan.

De Banenafspraak is onderdeel van de Participatiewet. Die wet moedigt werkgevers aan meer mensen met een beperking aan te nemen. Het doel van deze wet is dat er eind 2026 minimaal 125.000 banen voor mensen met een beperking zijn gecreëerd. Dit jaar gaat er gekeken worden of het quotum voor 2016 is gehaald. Mocht dit niet zo zijn dan gaat volgend jaar de Quotumwet van start. Bedrijven moeten een bepaald percentage mensen met een handicap in dienst hebben en kunnen anders een boete krijgen.

Romkes werkt op de afdeling Diversity & Inclusion en ziet een tweedeling tussen gehandicapten ontstaan. ‘Werkgevers zoeken heel gericht naar Wajongers waardoor een andere groep buiten de boot valt.’ Zelf heeft hij een niet-aangeboren hersenletsel, een chronische longaandoening en spasmen waardoor hij in een rolstoel zit. Niet niks zou je zeggen. Toch gaat Romkes niet meetellen met het quotum omdat hij niet in het doelgroepregister staat.

Werkgevers moeten dus mensen met een beperking uit het doelgroepregister aannemen. Dit betekent dat alle mensen die wel een handicap hebben, maar niet geregistreerd staan in dit doelgroepregister niet meetellen met de quotumwet. Het gevolg is dat werkgevers vooral op zoek gaan naar de mensen die meetellen met deze regeling. We zien op dit moment meer vacatures voor mensen met een beperking verschijnen, maar dan wel specifiek gericht op wajongers.

De juiste ondersteuning

ABN-AMRO vertelt juist open te staan voor mensen met een beperking, maar zij vinden het lastig om mensen uit het doelgroepregister te plaatsen. Zij zijn op zoek naar mensen met een bepaald opleidingsniveau en/of werkervaring. Op dit moment hebben zij al een aantal mensen in dienst die een beperking hebben, maar niet meetellen volgens de wet. En dat kan voor problemen gaan zorgen, mocht de Quotumwet van start gaan.

Romkes legt uit dat er zeker mogelijkheden zijn voor mensen met een beperking die niet in het doelgroepregister staan. Maar dat ook deze groep een beetje hulp nodig heeft en nu benadeeld wordt. Volgens hem heeft deze groep net zoveel recht om in het doelgroepregister te staan en zou ook mee moeten tellen met de Quotumwet.

‘De mensen die bij ons werken zijn helemaal in hun element, maar wel omdat zij de juiste ondersteuning hebben gehad. Dat vergt nogal wat. Er moet heel wat gebeuren voordat iemand zo’n topprestatie kan leveren. Ik was nooit zo ver gekomen als ik dat niet had gehad. Maar nu ben ik er’, aldus Romkes.

Ingewikkeld

Eerder in ons dossier Werken met een beperking spraken we ook met Albert Heijn die er naar streeft dit jaar 2000 Wajongers in dienst te hebben. De supermarkt is al aardig op weg is. Zij lieten weten dat het nog niet makkelijk is een Wajonger in dienst te krijgen. AH zet een klein elftal in om zoveel mogelijk arbeidsplekken te realiseren en in te vullen.

Iemand aannemen met een beperking die buiten het register valt, is volgens hen extra ingewikkeld. Zij achten het dan ook niet onmogelijk dat bedrijven zich vooral focussen om mensen met een Wajong-uitkering aan te nemen omdat de regels een stuk duidelijker zijn.

Wat de gevolgen hiervan zijn zagen we toen we Esther en Jeroen spraken. Zij zijn beiden niet toegelaten tot het doelgroepregister en moeten dus zelfstandig werk zoeken ondanks hun beperking. Esther vertelt ons dat zij moet concurreren met gezonde mensen en met mensen uit het doelgroepregister die financieel aantrekkelijker zijn voor een werkgever. Een onmogelijke opgave volgens haar.