Al voor WOII werden Joodse orkestleden ontslagen door KRO
Jaren voordat de Duitsers Nederland binnenvielen zijn er al Joodse medewerkers ontslagen bij de KRO, mogelijk vanwege hun afkomst. Zeker vijf KRO-musici werden uiteindelijk vermoord in concentratiekampen. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog waren meerdere collaborateurs, pro-Duitse dirigenten en nazi-sympathisanten actief op hoge functies binnen de KRO.
Dat blijkt uit onderzoek van Pointer, het onderzoeksprogramma van KRO-NCRV, op basis van honderden niet eerder openbaar gemaakte archiefstukken, de strafdossiers van de KRO-leiding en gesprekken met nabestaanden van Joodse KRO-musici uit die tijd.
Aanleiding voor dit onderzoek was de documentaire Het verraad van Hilversum (van de Joodse redactie van de EO), waarin vorig jaar harde beschuldigingen werden geuit over de omroepen in oorlogstijd. Zo zouden er bij de KRO Joodse musici verdwenen zijn, al een jaar voor de Tweede Wereldoorlog. De KRO had “de nazi’s niet nodig om onderscheid te maken tussen Joodse en niet-Joodse medewerkers”, concludeerde de documentaire.
KRO-NCRV directeur Peter Kuipers: “Het is goed dat we zelf ook in de spiegel kijken. Als er wordt gezegd dat er mensen zijn ontslagen, dan moet je gaan graven: wat is hier precies gebeurd?”
Ontslagen Joodse musici jaren voor de oorlog
De zwarte bladzijden van de KRO begonnen met het aantreden van programmaleider Hendrikus Schaffers in 1933, blijkt uit het Pointer onderzoek. Onder zijn bewind verdwenen er vanaf 1934 Joodse KRO-musici uit de personeelslijsten, tot er van de tien nog maar drie over waren aan het begin van de oorlog.
Waarom ontsloeg de KRO al zo lang voor de oorlog Joodse medewerkers, terwijl andere omroepen dit pas vlak voor of tijdens de oorlog deden?
Pointer vond aanwijzingen voor een antisemitische grondslag voor de ontslagen. Zo wordt een zanger in vergadernotulen uit 1937 “zeer zeker te jiddisch voor ons” genoemd en wordt er gesproken over “de Joodse kwestie”.
Mediahistoricus Huub Wijfjes: “Het is een maatregel geweest om het katholieke gehalte van de KRO en de KRO-muziek te versterken. Daardoor werden mensen met een andere religie verwijderd of terzijde geschoven.” Dit had een discriminerend resultaat, aldus Wijfjes. “De antisemitische uitwerking van dit ontslag is alarmerend.”
Cellist Bram Oberstein moest in 1937 weg bij de KRO, en is in 1943 vermoord in Sobibor. Nabestaande René van Wijngaarden wist niet dat Oberstein al jaren voor de oorlog was ontslagen: “Ik ging er altijd vanuit dat het tijdens de oorlog gebeurd was.” Ook al is Obersteins ontslag bijna negentig jaar geleden, toch vindt René het belangrijk dat de waarheid aan het licht komt: “We kunnen daar met z'n allen van leren. Zeker als je kijkt naar de gevaren van nu, naar antisemitisme, racisme en discriminatie.”
KRO-prominenten na oorlog veroordeeld
Tijdens de oorlog ontpopten meerdere KRO-prominenten zich tot collaborateur, nazi-sympathisant of zelfs SS’er. Zo werd voormalig dirigent van het KRO-orkest, Pierre Reinards, na de oorlog veroordeeld tot een tweejarige celstraf vanwege nazi-sympathieën en feestjes met Duitse officieren en mocht hoofd muziek Willy d’Ablaing na de oorlog nooit meer een officiële functie in de muziekwereld bekleden. George Bosman, die propagandistische radioprogramma’s schreef, kreeg 3 jaar gevangenisstraf en bestuurslid Kampschöer, ook burgemeester, werd uit het ambt gezet.
Een solo-klarinettist van de KRO, Pieter Rosman, ging bij de SS en verklikte collega’s die niet voor de verjaardag van Hitler wilden optreden in het Gooiland-theater in 1943. Op de dag van de bevrijding is Rosman vermoord door het verzet. Programmachef Hendrikus Schaffers werkt zichzelf tijdens de oorlog op tot de programmaleider van de genazificeerde Nederlandsche Omroep. Nog voordat het moet van de Duitsers, ontslaat hij alle resterende Joodse medewerkers, waaronder de drie overgebleven voormalige KRO’ers. Na de oorlog is hij hiervoor veroordeeld.
Kijk op 9 maart om 22:10 uur naar de uitzending van Pointer over de oorlogsgeschiedenis van de KRO op NPO 2.