Hoe gaan onze huisartsen om met de coronacrisis? De afgelopen jaren hebben we voor onze onderzoeken gesproken met verschillende huisartsen. Een van hen is Ton Dapper uit Tienhoven, een klein dorpje in de gemeente Stichtse Vecht, onder de rook van Utrecht. We waren drie jaar geleden bij hem op bezoek voor onze uitzending over obesitas. Hoe gaat het nu met hem, zijn team en zijn patiënten?
We vragen hem om een dagboek bij te houden. Ervaringen en bespiegelingen van een huisarts tijdens de coronacrisis.
Maandag 18 mei
Niet Madonna, Coldplay, Gregory Porter of Nick & Simon maar Covid-19 is op wereldtournee. Als je het zo opschrijft, is het net een heavy metal band die flink aan de weg timmert. Van Rio de Janeiro, New York, Johannesburg naar Jakarta. Volle stadions? Nee, overvolle kerkhoven.
Dinsdag 19 mei
Experts zijn het er ondertussen over eens dat vooral het schrappen van massale bijeenkomsten, waarop grote aantallen mensen tegelijk besmet kunnen worden, een groot verschil heeft gemaakt. Verder blijkt steeds meer dat, in het algemeen de kans op besmetting het grootst is bij langdurig contact, met name in gesloten ruimtes, omdat daar de druppeltjes met virus langer blijven rondzweven. Dat betekent niet dat het risico buiten verwaarloosbaar is: staan rond de barbecue en daarbij lang en dicht op elkaar staan praten maakt het risico ook behoorlijk hoog. De nabijheid, de tijd die je samen doorbrengt en de omgeving waarin je dat doet, spelen dus een doorslaggevende rol.
Bij het Covid-19-virusonderzoek in het Noord-Italiaanse dorpje Vo kwam een bijzondere bevinding naar voren. Alle bewoners, zonder uitzondering, werden getest op Covid-19. Wat bleek: ruim veertig procent van de positief geteste mensen had geen enkele klacht of symptoom! "Waar heeft u het over?" zeiden deze mensen. Verschrikt vraag ik mij af of ik ondertussen zelf als huisarts (zonder klachten) geen verspreider van het virus ben geworden?
Gelukkig voor mij blijkt uit ander contactonderzoek dat slechts negen procent van de dragers voor tachtig procent van de besmettingen verantwoordelijk is. Er zijn dus 'superverspreiders' onder ons. En gelukkig blijkt voor mij ook dat het aantal coronazieken in de praktijk zeer laag is.
Vanavond weer een persconferentie van het kabinet. De smalle-schouder-mannetjes, zoals ik ze ondertussen noem, gaan belangrijke versoepelingen aankondigen, is de verwachting.
Woensdag 20 mei
Nederland zet definitief niet meer in op het indammen van het virus.
Velen zeggen dat Plato de filosofie heeft uitgevonden, Aristoteles de economie en Hippocrates de geneeskunde. Het wordt tijd dat Plato komt bemiddelen.
Donderdag 21 mei
Hemelvaart.
Het coronaregime, het 'lockdown-credo' wordt steeds minder knellend gemaakt. Er komen steeds meer complexere adviezen daarvoor in de plaats. Het is een lappendeken aan vuistregels aan het worden. Een heldere gezagsstructuur met een eenvoudige boodschap en korte lijnen is langzaam maar zeker aan het verdampen. Het Covid-19-crisismanagement met de 'Van Dissel-proof'-beleidsregels wordt langzaam maar zeker losgelaten.
Politiek en economie zijn aan zet. De dodenaantallen maken plaats voor de werklozenaantallen en de aantallen ic-patiënten voor de aantallen bedrijven die bij de overheid aan de beademing liggen. Voor mij wordt duidelijk dat onze werkelijke angst niet de pandemie is, maar een nieuwe economische werkelijkheid. Nou ben ik zelf niet zo bedroefd dat de KLM minder gaat vliegen.
Een beetje meer zelf boer worden, een minder dominant autobeeld buiten, en meer aandacht voor ademen, eten, slapen en bewegen lijkt me een zegen. Mijn mening: we moeten naar een betekenisvolle economie toe. Een economie die mij in staat stelt als mens te groeien. En helpt betekenis te geven aan mijn gezondheid en sociale en fysieke omgeving. Geld is daarbij niet direct het doel, maar het middel. Ondernemen hoort hierbij. Het gaat over het vinden van 'de menselijke maat' en niet over 'groeimodellen' en 'meer is beter'. Of zoals Aristoteles zei: “Goed is goed genoeg”.
Wat bepaalt nu de smaak van een mooi stukje vlees. Elke cuisinier onder ons weet het antwoord: het randje vet. Het juiste randje vet is allesbepalend, daar zit het geheim van smaak. Dus denken we binnen de huidige economische werkelijkheid: meer vet is beter, dat is meer smaak… En doe je zelf daarbij niets te kort: neem een groter stuk vlees met meer vet of iedere dag driemaal. Want wie wil er nu niet genieten van het goede leven? Obese adviezen zijn het steeds. 'Supersize me'. Uiteindelijk smaakt het nergens meer naar. Het is gaan draaien om kwantiteit en niet meer om kwaliteit. De menselijke maat is eruit geramd. In de huidige economische werkelijkheid, de neoliberale samenleving, glipt dit ons steeds door de vingers. Als huisarts heb ik nog nooit zoveel mensen (vaak gemaskeerd) depressief of burn-out gezien, er zijn nog nooit zoveel pillen voorgeschreven. Depressie is geen ontstemmingsprobleem of hersenziekte maar een existentieel afstemmingsprobleem op onze context: de menselijke maat zijn we kwijtgeraakt. Het is voor mij een symptoom van deze tijd.
Een betekenisvolle economie gaat voor mij over het randje vet. Niet teveel, niet te weinig: “Goed is goed genoeg”. In een nieuwe economie moet het draaien om maatwerk en vakmanschap. Dat vraagt dus naar luisteren wat mensen werkelijk willen. Niet naar wat CEO’s willen.
Er is geen toekomst? Nee, de plannen zijn veranderd.
Vrijdag 22 mei
Vandaag is het een gekkenhuis in de praktijk. Vele telefoontjes en visites naast toenemende consulten. We zitten op het oude niveau, maar met een andere manier van werken.
Ik kan deze week niet anders dan afsluiten met een gedichtje (met mondkapje voor) van Willem Wilmink:
BUITEN
Buiten gaat van alles voorbij,
Daar is de straat, die ik soms wel mis
Binnen blijft alles zoals het is
En buiten gaat alles voorbij.