‘Appels, peren en aardbeien worden duurder,’ schetst hoogleraar Koos Biesmeijer het gevaar van een verslechtering van de biodiversiteit. ‘Wij worden ook minder gezond, want het blijkt dat onze mentale en fysieke gesteldheid afhangt van hoe groen en mooi het buiten is.’
In het onderzoek Boer en Beleid kijken we naar de gevolgen die het mestoverschot heeft op onze natuur. De uitwerpselen van het vee in Nederland zorgen voor de uitstoot van stikstof in de vorm van ammoniak. Teveel ammoniak in de natuur leidt ertoe dat de biodiversiteit terugloopt. Hoe erg is het als er soorten verdwijnen? Koos Biesmeijer neemt ons mee naar de Hortus Botanicus in Leiden. ‘Dit is de meest diverse plek in Leiden. Dat durf ik wel te beweren.’
Biesmeijer is niet alleen hoogleraar Natuurlijk Kapitaal, maar ook directeur van hét diversiteitsmuseum van Nederland: Naturalis. Als iemand weet hoe belangrijk diversiteit is, is hij het wel. ‘Biodiversiteit is al het groen wat je om je heen ziet,’ zegt hij terwijl hij om zich heen wijst. ‘Alles wat er in het water zit. Alle planten, dieren, schimmels die er zijn. Ook de verbanden waarin ze leven. De ecosystemen.’
Uitsterven
‘Het is niet zo dat als er één soort verdwijnt, dat de wereld dan gelijk verandert. Behalve als de mens zou verdwijnen, dan zou de wereld er heel positief van veranderen voor de rest van de biodiversiteit,’ lacht Biesmeijer. ‘De meeste soorten spelen wel een rol, maar niet een ontzettend belangrijke rol. Dat is maar goed ook, want dagelijks sterven er soorten uit. Het probleem dat we nu hebben, is dat er heel veel gebieden hetzelfde worden. Door onze activiteiten ziet alles er hetzelfde uit. Al die speciale soorten hebben geen plek meer op de wereld. Ook niet in Nederland.’
Het uitsterven van sommige planten, dieren en insecten gaat geruisloos aan ons voorbij. Toch zorgt het voor problemen. ‘Hoe meer soorten in een systeem, hoe weerbaarder het eigenlijk is. Dan zit daar meer veerkracht in. Als er dan stoffen zoals stikstof in de natuur komen, kan het zich makkelijk herstellen. Nu duwen we op zoveel manieren tegen die systemen aan, dat de natuur zich niet meer kan herstellen.’
Biesmeijer is gespecialiseerd in de bestuiving door bijen. Ook de bij staat onder druk door de afnemende biodiversiteit. ‘Hoe meer bijen je hebt, hoe beter de bestuiving. Eén soort kan wel goed bestuiven, maar als het bij die soort even tegenzit, door slecht weer of een ziekte, dan heb je een probleem.’
Gratis service
De gevolgen zijn groot. Voedsel wordt duurder en schaarser. Fruittelers moeten veel harder werken om voedsel te produceren, omdat er veel minder wilde bijen zijn. ‘Vroeger had je op allerlei plekken nog wel biodiversiteit. Dus als je ergens een boomgaard neerzette, dan kreeg je die service, die diensten van de wilde bijen allemaal gratis. Maar nu is ons landschap zo monotoon en zo vol met stikstof, dat het moeilijk is voor soorten om te leven. Dat geldt ook voor de bij. Dus daar moet je echt aan werken om die te krijgen.’
Het is niet zo dat als er één soort verdwijnt, dat de wereld dan gelijk verandert. Behalve als de mens zou verdwijnen.
Volgens Biesmeijer is het erg belangrijk dat er snel actie ondernomen wordt om de diversiteit te verbeteren. Als we dat niet doen, zien we diversiteit vooral nog terug in zijn museum. ‘Dat zou ik persoonlijk vreselijk vinden, maar zou ook heel erg zijn voor alle mensen. Daarom moeten we ervoor zorgen dat mensen snappen wat biodiversiteit is, hoe mooi het is, hoe belangrijk het is en hoe we het kunnen herstellen.’
Biesmeijer ziet dat er een ommekeer gaande is. Er is steeds meer bewustzijn over onze rol als mens. ‘Door ons leven hier brengen we ook ons leven in gevaar, dat doen we eigenlijk continu. En dat realiseren we ons langzamerhand en dat is mooi. We weten nu: die biodiversiteit is belangrijk voor bestuiving. Als we geen bijen hebben, hebben we geen bestuiving en wordt ons voedsel duurder. Daar moeten we dus iets aan doen!