Een paar weken terug schreven we voor ons dossier Spoedzorg de ervaringen op van Haagse ambulanceverpleegkundigen. Net als in andere regio’s kampen ze met een sterk toegenomen werkdruk. Steeds vaker moeten zij met spoed uitrukken, terwijl de groei aan wagens en personeel achterblijft. Over de oorzaken voor die drukte zijn het bestuur van de ambulancedienst en het personeel het in grote lijnen eens, op één belangrijk punt na. Volgens personeel zijn de zogeheten ‘buitengebieden’ rond Den Haag vaak onbemand, omdat ambulances van die posten in praktijk naar Den Haag moeten uitrukken. Met name in gemeentes als Pijnacker-Nootdorp, Westland en Wassenaar zouden ambulances daarom vaak later arriveren dan eigenlijk de bedoeling is.

Het bestuur van de RAV Haaglanden herkent zich niet in dat beeld, zo lieten ze ons begin augustus weten. Door drukte kan het volgens de RAV inderdaad voorkomen dat er fysiek geen ambulances in gemeentes als Pijnacker en Westland aanwezig is, maar die plaatsen zijn volgens het bestuur dan nog wel te bereiken binnen de wettelijke tijdsnorm. Voor ritten naar bijvoorbeeld reanimaties of andere levensbedreigende klachten is dat 15 minuten.

Prestatieafspraken

Cijfers over de prestaties op gemeenteniveau publiceert de RAV Haaglanden echter niet. In de jaarverslagen staat alleen het totale percentage spoedritten dat ‘op tijd’ arriveerde: 94,5%. De wet schrijft voor dat minstens 95% van de ambulances binnen 15 minuten ter plaatse moet zijn, een half procent verschil dus met de streefnorm. Dat klinkt zo slecht nog niet, maar volgens medewerkers waarmee we spreken zegt dit getal weinig. De meeste ritten worden immers in Den Haag gereden, waar de afstanden tot de ziekenhuizen het kleinst zijn. Ambulances die eigenlijk bedoeld zijn voor de buitengebieden rijden volgens hen meestal in de stad en zijn daardoor langer onderweg in het geval van een 112-telefoontje uit de omliggende gemeentes.

Ongelijk verdeeld

We vragen de RAV Haaglanden daarom hun reactie met cijfers te onderbouwen. We moeten daar verschillende malen op aandringen, maar een maand na ons eerste artikel ontvangen we een overzicht van responstijden in de verschillende gemeentes. Daaruit komt toch een iets ander beeld naar voren dan de ambulancevervoerder ons heeft verteld.

Regio Haaglanden

Op zijn minst zijn de overschrijdingen bij spoed ongelijk verdeeld. Waar in Den Haag en Rijswijk de streefnorm in 2015 ruimschoots werd gehaald, gebeurde dat in de overige zeven gemeentes niet. Vooral Wassenaar, Midden-Delfland en Pijnacker springen eruit. In Wassenaar en Midden-Delfland arriveerde ruim 15% van de zgn. A1-ritten later dan de wettelijke streefnorm, in Pijnacker ruim 11%. In Wassenaar is dat al sinds 2013 zo, de overige twee gemeentes doen het slechter dan in 2013 en 2014.

Wassenaar

We vragen de betreffende gemeentes daarom om een reactie. Vooral Wassenaar reageert fel:

‘De gemeente Wassenaar wil dat haar inwoners de ambulancezorg krijgen, waar ze wettelijk recht op hebben. De cijfers van RAV Haaglanden, de uitvoerder van ambulancezorg in de regio, laten nu zien dat het spoedvervoer voor een aantal kleinere gemeenten in de regio Haaglanden, waaronder Wassenaar, echt beter moet worden geregeld.’

Volgens het gemeentebestuur zijn al eerder zorgen geuit over de inrichting van de spoedzorg. Zelf startte Wassenaar daarom een pilot, waarbij de brandweer direct wordt meegestuurd bij een hartstilstand. Maar dat is volgens het bestuur onvoldoende om goede acute zorg te waarborgen.

‘Nu wij hebben kennisgenomen van de cijfers van RAV Haaglanden, zal het college van burgemeester en wethouders er bij RAV Haaglanden schriftelijk op aandringen dat zij op korte termijn onderzoekt welke maatregelen kunnen worden getroffen om de zogenoemde ‘buitengebieden’ tijdig te bereiken. Het college wil weten welke ontwikkelingen wij in Wassenaar tegemoet kunnen zien, om spoedvervoer binnen de hiervoor gestelde tijdsnorm te kunnen geven aan onze inwoners.’

Geen pressiemiddel

De gemeente Pijnacker-Nootdorp sluit zich daarbij aan. Het bestuur laat weten zich zorgen te maken over de cijfers en wil dat de ambulancedienst oplossingen aandraagt om de prestaties te verbeteren.

‘Als gemeente willen we graag weten wat de achterliggende oorzaken hiervan zijn en hoe de RAV de aanrijtijden zal gaan verbeteren. We hebben van de RAV vernomen dat er in het najaar met gemeenten gesproken wordt over de prestatieafspraken. De nu bij ons bekende resultaten zullen daarbij onderwerp van gesprek zijn.’

Dat gesprek met de gemeente Midden-Delfland is al een aantal jaren aan de gang. Al vanaf 2009 is het percentage overschrijdingen fors: in dat jaar ruim 19%. Burgemeester Arnoud Rodenburg liet de gemeenteraad destijds weten geen pressiemiddel in handen te hebben om verbetering af te dwingen. Ambulancevervoerders als de RAV Haaglanden worden namelijk beoordeeld op hun prestaties op regioniveau en niet op het niveau van de aangesloten gemeentes. Dit jaar nog spoorde de Nederlandse Zorgautoriteit zorgverzekeraars aan strenger te controleren op tijdigheid, maar verzekeraars kijken daarbij alleen naar het totale percentage verlate ambulances binnen een regio. De ambulancevervoerder beslist zelf hoe de capaciteit verdeeld moet worden als de aanrijtijden in een bepaald gebied onder de norm duiken. Als Midden-Delfland daarover hardere afspraken wil maken, dan moet de gemeente de kosten daarvoor zelf opbrengen. Onduidelijk is of de gemeente de afgelopen jaren de portemonnee heeft getrokken. Wel is in 2008 een regionale aanpak ingezet door de RAV Haaglanden, met als resultaat dat in Wassenaar en Midden-Delfland enige verbetering werd geboekt. Sindsdien dalen de prestaties in die gemeentes echter weer.