Na een heftig race-ongeval en een lange revalidatieperiode, wil Joris (41) weer aan het werk. Met een hbo-opleiding bouwkunde op zak, begint hij supergemotiveerd aan het re-integratietraject. Maar werkgevers zitten niet op hem te wachten. De ene smoes na de andere zorgt er uiteindelijk voor dat hij de touwtjes zelf in handen neemt, omdat een vaste baan vinden niet lukt.
Pointer doet momenteel onderzoek naar problemen bij het UWV. Loop jij tegen problemen op in je re-integratietraject? Deel dan je ervaring via het formulier hieronder!
Zondagochtend, vlak voor zijn twintigste verjaardag, crasht Joris (echte naam bekend bij de redactie) met een kart. Door veel operaties behoudt hij zijn verbrijzelde benen, maar hij moet 1,5 jaar revalideren om opnieuw te leren lopen en heeft vervolgens nog drie jaar een rolstoel nodig. Aan het ongeluk houdt Joris blijvende schade aan zijn benen over.
In het ziekenhuis maakt hij met hulp van zijn docenten en medestudenten zijn opleiding Bouwkunde af. Toen het ongeluk gebeurde was hij al in loondienst bij een bouwbedrijf, maar hij kan daar vanwege zijn beperking niet meer terugkeren.
Volledig afgekeurd, maar wel werken
Hoewel Joris volledig wordt afgekeurd, wil hij graag zoveel mogelijk aan het werk. Via het re-integratietraject kan hij stage lopen bij een specialist in rolstoeltechniek. Maar na drie maanden vertelt zijn baas dat er geen werk meer voor hem is. Terwijl anderen wel in dienst worden genomen.
Deel jouw ervaring
Als Joris solliciteert op een baan als chef op een werkplaats, krijgt hij het salaris van een monteur aangeboden. Meer geld is er niet volgens de werkgever en hij wil toch werken? En als beveiliger op Schiphol, om te werken bij de paspoortencheck, zeiden ze: ‘Je moet wel een sprintje kunnen trekken en multi-inzetbaar zijn’. Hij krijg de baan niet.
Beren op de weg
Joris merkt dat werkgevers alleen maar beren op de weg zien. Ze vragen zich af wat ze in huis halen. Ze willen wel een ‘goedkopere' medewerker voor wie ze subsidie krijgen, maar niet de administratieve rompslomp die daarbij komt kijken. Bij een grote busmaatschappij vragen ze hem voor de functie van buschauffeur het hemd van het lijf. Hoe zit het met zijn inzetbaarheid? Waar komt de subsidie voor hem vandaan? Bij wie moeten ze ondersteuning regelen voor hem? Werkgevers zijn nog heel onwetend over dit onderwerp. Met als toppunt de vraag: “Wat als er iets met jou gebeurt? Dan hebben wij een personeelsgat."
Joris blijft nuchter onder al die bevragingen. “Niemand”, zegt hij, “kan mij inferieur laten voelen zonder mijn toestemming.”
Weinig ruimte voor risico
Ruim zes jaar was Joris op zoek naar een vaste baan. Het was een frustrerende tijd, maar door vrijwilligerswerk te doen en een eigen timmerbedrijf te starten, komt hij net rond. Al had hij zich zijn leven wel anders voorgesteld.
Joris heeft nu een inkomen dat van verschillende kanten komt. Dat bestaat uit zijn uitkering, inkomsten als zzp’er, toeslagen en het vrijwilligerswerk. Hij mag met zijn uitkering maximaal 15 procent bij verdienen. Als alleenstaande vader met drie kinderen ligt inkomensonzekerheid daarom altijd op de loer. En dus leeft hij met de hand op de knip: “In mijn leven is er weinig ruimte voor risico’s, zo lukt het allemaal net.”