Nadat in de VS standbeelden van koloniale beroemdheden naar beneden zijn gehaald, laait in Nederland de discussie op over de straatnamen van onze gevallen helden. Volgens ons onderzoek hebben in ieder geval 149 van de 355 Nederlandse gemeenten straten die zijn vernoemd naar nationale helden die vanwege hun verleden inmiddels van hun sokkel zijn gevallen. Het is bij elkaar goed voor zo’n 163 kilometer. En de namen wijzigen, is niet zo eenvoudig als het verwijderen van een omstreden standbeeld.
“Besmet verleden onder de straatnaambordjes????? Zullen wij eens even in jouw beerput gaan spitten? Wie ben jij dan wel bijdehandje met je 2 LINKSE grijpstuivers. Laat die bordjes maar lekker hangen.” Het is een van de vele heftige berichten die John Oomkes, Haarlems PvdA-raadslid, ontvangt nadat hij in het Haarlems Dagblad vertelt over de schriftelijke vragen die hij 14 juni indient bij het Haarlems college van B & W. Hij vraagt onder meer hoe wenselijk het is om ‘straatnamen te handhaven die de verheerlijking van het Nederlandse kolonialisme in stand houden’. Zoals de Paul Krugerstraat, maar ook andere straten in de Transvaalwijk die ‘wegbereiders van de Apartheid eren’, zoals Oomkes stelt in zijn brief.
Ook onze oproep op social media, waarin we meningen vragen van mensen met verschillende culturele achtergronden die dagelijks in zo’n straat komen, wordt direct bedolven onder een lawine van negatief commentaar. Via privéberichten ontvangen we haatdragende berichten vol vervelende verwensingen. We moeten dit onderwerp laten rusten, vinden de afzenders. Degenen die wél hun mening willen geven, bedenken zich later of willen alleen anoniem met ons praten. “Het is toch te gek voor woorden dat als je alleen al een discussie hierover aanzwengelt, je dit soort bedreigende reacties krijgt”, zei Oomkes hier al eerder over tegen het Haarlems Dagblad. En tegen ons: “Ik ben twee dagen beveiligd, de politie vertrouwde het niet."
Kolonialisme in het straatbeeld
Actiegroepen die juist meer aandacht voor dit onderwerp willen, gaan er ook met gestrekt been in. De Grauwe Eeuw schuwt geen dreigementen in ‘de strijd tegen alle tekenen van racisme en kolonialisme’. Daarin is veel geoorloofd, vinden zij. Je kent ze misschien van hun oproep om Sinterklaas te doden, op Facebook in 2017. De actiegroep Helden van Nooit gaat iets minder ver. Zij halen deze zomer het nieuws na het bekladden van een aantal standbeelden en straatnamen van historische figuren die een link hebben met de slavernij. Ze hebben hetzelfde doel: de verheerlijking van het kolonialisme uit het Nederlandse straatbeeld krijgen.
Ondanks alle commotie is nog geen straatnaambordje van de muur geschroefd. Oomkes moet vanwege het zomerreces nog iets langer wachten op een reactie van het college. De fracties van DENK in Rotterdam en Utrecht dienden moties in voor verandering, beide werden verworpen. En de motie van de PVV-fractie in Rotterdam om de Atatürkstraat om te dopen tot de Pim Fortynstraat kreeg alleen steun van de Twitter-volgers van fractievoorzitter Maurice Meeuwissen.
Nationaal Wegen Bestand
Moties om bij de naamgeving van nieuwe straten rekening te houden met de diversiteit van de stad zijn onlangs wel aangenomen door Rotterdam (december 2018), Amsterdam (februari 2019) en Utrecht (juli 2019). De gemeente Utrecht laat daarbij weten dit najaar in gesprek te gaan met het Centraal Museum en Het Utrechts Archief voor een tentoonstelling waarin kopieën van de dubieuze straatnamen een plek krijgen om meer aandacht te genereren voor de historische context, het koloniale verleden, dat daarbij hoort. Dit past in het gemeentelijke beleid van de afgelopen jaren dat neer komt op het behouden van de straatnamen en het opzetten van educatieve aanpassingen, zoals een aanvullende beschrijving onder de straatnaam, en dito wandelroutes die historische context bieden rondom de straatnamen.
Maar om hoeveel straatnamen gaat het eigenlijk in Nederland? En afgezien van de morele discussie, hoe moeilijk is het praktisch gezien om deze aan te passen? Om hier een indruk van te krijgen, zochten we in het Nationaal Wegen Bestand hoe vaak de namen van acht gevallen helden worden gebruikt als straatnamen.
We kiezen deze historische figuren omdat er bij deze acht geen twijfel over mogelijk is dat ze veel hebben betekend voor de welvaart van ons land en tevens daden hebben gepleegd die anno 2020 niet meer door de beugel kunnen. Dat is het schenden van mensenrechten, plegen van oorlogsmisdaden of betrokkenheid bij slavenhandel.
Ook in jouw provincie
Uit ons onderzoek blijkt dat in totaal 162.808 meter straat is vernoemd naar deze acht gevallen helden, dus bijna 163 km. De gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Haarlem hebben in dit kader de meeste ‘beladen straten’. In Amsterdam zijn het er elf, in Rotterdam en Haarlem zijn het er acht. Zodra we ook kijken naar de namen van andere gevallen helden, kan dit beeld natuurlijk verschuiven.
Volgens het stratenplan van 2019 zijn in ieder geval 307 straten in Nederland naar de acht gevallen helden vernoemd. De spreiding van deze straten is behoorlijk gelijk verdeeld door het hele land. In 149 van de 355 gemeenten ligt een straat die is vernoemd naar een gevallen held. Het is dus een landelijk vraagstuk, maar het moet op gemeentelijk niveau worden opgelost. Het zijn namelijk de gemeenten die, vaak met de hulp van een straatnamencommissie, beslissen welke naam een straat krijgt.
Gemeenten beslissen zelf
“Straatnaambesluiten zijn de verantwoordelijkheid van het college van B&W óf van de gemeenteraad. Het verschilt per gemeente aan wie van die twee men die verantwoordelijkheid heeft toegekend”, zegt René Dings, straatnaamdeskundige en auteur van Over straatnamen met name. “Straatnaamcommissies zijn adviescommissies. Zij geven advies aan het college óf aan de raad, zodat die hun besluit kunnen nemen. Er zijn ook gemeentes zonder straatnaamcommissie. Daar wordt bijvoorbeeld de historische vereniging of een ambtenaar gevraagd om advies te geven.”
Op landelijk niveau geeft de Adviescommissie Aardrijkskundige Namen in Nederland (AaniN) met negen criteria advies. De meeste richtlijnen zijn praktisch van aard. Zo adviseren ze dat de naam ‘niet te veel lijkt op andere aardrijkskundige namen in de omgeving’ en dat deze ‘bij voorkeur is vastgesteld in de huidige spelling’. Over het morele aspect wordt geadviseerd om ‘gevoeligheden te vermijden’ en dat de nieuwe naam geen ‘negatieve of negatief aan te voelen connotaties’ heeft.
Dat deze adviezen niet altijd worden gevolgd, is te zien in Urk. Daar besloot de gemeenteraad dit jaar om een nieuwbouwwijk, die 66 straten en 1.600 huizen krijgt, te benoemen tot Zeeheldenbuurt. Michiel de Ruyter heeft al een eigen straat.
Liever niet hernoemen
“Ondanks dat je tegenwoordig mensen kan horen roepen 'dat ze onze straatnamen afnemen’ worden er in de praktijk helemaal niet vaak straten hernoemd”, zegt Dings. Er zijn een aantal redenen waarom gemeenten liever geen straatnamen veranderen. Kort gezegd: het kost geld en levert veel gedoe op. “Als een gemeente een straatnaam verandert, moeten alle bewoners hun adres overal laten wijzigen. Voor bedrijven geldt dat ze ook zaken zoals visitekaartjes en zo moeten laten aanpassen. Daar moet de gemeente een vergoeding voor betalen. Daarnaast moet de nieuwe straatnaam ook in tientallen, tegenwoordig misschien wel honderden, databases worden opgenomen.”
Dings noemt de adressenbestanden van de gemeente, maar ook van andere overheidsinstellingen, zoals de Belastingdienst. Ook nutsbedrijven, verzekeraars en routeplanners moeten wijzigingen doorvoeren. “Heel vroeger was het wijzigen van een straatnaam een simpele administratieve handeling, maar tegenwoordig komt daar veel meer bij kijken.”
De wil van de bewoners
“Daar komt dan ook nog bij dat veel bewoners uit de gemeente, of van de betreffende straat, er vaak helemaal niet op zitten te wachten. Bijvoorbeeld vanwege een emotionele band met de straat. Het verzoek om een straatnaam te wijzigen komt dan ook zelden van de bewoners zelf, maar bijna altijd van elders.” Van alle gewijzigde straatnamen hebben de meesten dan ook een praktisch aanleiding, zoals een stedenbouwkundige wijziging, laat Dings weten. Maar het komt zeker ook voor dat een naam wordt gewijzigd omdat de persoon waar die naar is vernoemd van zijn of haar voetstuk is gevallen.
De hernoeming van de ‘Pastoor Visserstraat’ in het Twentse dorp Vasse in 2010 is daar een voorbeeld van. De pastoor vervulde in de jaren zeventig een belangrijke rol in het katholieke dorp, maar met de onthullingen over het misbruik in de kerk kwam naar buiten dat ook deze pastoor mogelijk niet zuiver op de graat was. Leo Bode woonde op dat moment in die straat: “Een van mijn buren was familielid van een van de slachtoffers. Hij voelde zich er totaal niet lekker bij en zette een bewonersactie op om ervoor te zorgen dat de naam van de pastoor eraf werd gehaald.”
Het zorgde voor veel opschudding in het dorp en er gingen maanden overheen voordat de wijziging erdoor was. De nieuwe naam werd uiteindelijk ‘De Schoolkolk’, vernoemd naar een bedrijf dat vroeger in de straat gevestigd zat. “Veel mensen vonden ook dat je het verleden moest laten rusten, maar ik kon me er wel iets bij voorstellen. Je kunt moeilijk een bordje [met uitleg] onder de straatnaam hangen, zoals bij de zeehelden gebeurt. Dat is veel te gevoelig.”