Minder vee is geen oplossing voor de milieuproblemen die ontstaan door het mestoverschot. Althans, dat stelt Trienke Elshof namens boerenbelangenorganisatie LTO. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is een kleinere veestapel juist onvermijdelijk als we de natuur- en klimaatdoelen willen halen. LTO wil daar niet aan en waarschuwt: ‘Minder dieren betekent ook dat er niet meer wordt geïnvesteerd in emissiearme maatregelen.
Trienke Elshof is portefeuillehouder ‘Ondernemen in een Gezonde Omgeving’ binnen LTO. Ze is duidelijk over het aandeel van de landbouw in de natuurschade. ‘Wij constateren ook dat het door de uitstoot van ammoniak met sommige habitats niet goed gaat. We zien dat de landbouw daar een bijdrage aan levert,’ aldus Elshof.
Bewijsmateriaal
Toch zet ze vraagtekens bij de metingen die door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) worden gedaan. Volgens Elshof zit er een onverklaarbaar gat in de analyse. De uitstoot van ammoniak daalt, maar de hoeveelheid die in de natuur terechtkomt is niet evenredig verminderd. ‘Er moet meer boven water komen. Meten we wel goed? Straks hebben we nog maar de helft van de dieren, terwijl het gebaseerd is op aannames. Zonder bewijsmateriaal kunnen wij nog niet de goede discussie voeren.’
Het RIVM laat ons weten dat ze achter de berekeningen staat. Ook voor minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is er geen reden om aan de cijfers te twijfelen. Het mestbeleid en de wetenschappelijke onderbouwing daarvan is twee keer door een internationale commissie onder de loep genomen. ‘In beide gevallen was de conclusie dat de wetenschappelijke onderbouwing op orde is,’ aldus het ministerie.
Je moet erop rekenen dat een emissiearme stal toch al gauw 1,5 ton duurder is.
LTO vindt het desondanks nog te vroeg om over minder dieren te praten. ‘Wij denken dat er heel veel andere oplossingen zijn om emissies terug te dringen. Er ligt een opdracht bij onze sector en er wordt ook keihard aan gewerkt door de boeren en boerinnen om die emissies terug te dringen op allerlei manieren. Wij vinden het te eenzijdig om te zeggen: ‘We gaan terug in het aantal dieren’.'
Een kleinere veestapel is volgens het Planbureau onvermijdelijk bij het zoeken naar oplossingen. De maatregelen die LTO voorstelt, zijn niet genoeg. ‘Ik denk dat het betekent dat er minder vee zal zijn. Dat moet niet de inzet van het spel zijn, dat kan de uitkomst van de discussie zijn. Ik vind dat de inzet van de discussie moet zijn dat we landbouw hebben die goed is voor natuur, boeren en hun inkomen,’ aldus PBL-directeur Hans Mommaas.
Averechts effect
LTO waarschuwt dat als de boeren dieren in moeten leveren, het een averechts effect heeft. ‘Als het echt terug moet in aantallen, dan betekent het dat een investering in emissiearme maatregelen niet meer renderend is. Dan gaan ondernemers niet meer dat risico nemen. Je moet erop rekenen dat een emissiearme stal toch al gauw 1,5 ton duurder is.’
Volgens het Planbureau is het belangrijk dat er met alle partijen een gesprek op gang komt. Van boeren tot de overheid en van de verwerkende sector tot de supermarkten. LTO wil die discussie nog even uitstellen. ‘We moeten wel zeker weten dat wij het probleem zijn en daar zijn wij nog niet van overtuigd.’