Corry Theunisse werkt met hart en ziel in de dementiezorg, maar ze maakt zich zorgen over de toekomst van haar vak. Steeds meer bewoners met een complexe zorgvraag en minder vast personeel maken het werk steeds zwaarder. En Corry ziet daardoor ervaren collega’s vertrekken. “Wie zorgt er straks voor mij of mijn naasten?”
Veertig jaar geleden begon Corry met werken in de zorg. “Ik vind het het mooiste wat er is: zorgen voor mensen met dementie. Het is zinvol werk en de relatie die je krijgt met deze kwetsbare mensen geeft mij ook veel voldoening. Door de dementie vallen sommige (gedrags)filters weg die in het gewone leven juist ook hinder of status geven. Dat maakt het werk wat rauwer, maar ik vind al die persoonlijkheden die je ziet fantastisch.”
Dementiezorg onder druk
Nadat we een dag met Corry hebben meegelopen voor ons onderzoek Dementiezorg onder druk zijn we het erover eens: iedereen verdient ‘een Corry’ in die laatste fase van zijn of haar leven. Terwijl bewoner Cees uit bed getild wordt vraagt Corry of hij goed geslapen heeft en schudt zijn kussen op als hij eenmaal in de rolstoel zit. “Even recht leggen hoor, anders gaan je krullen ontzettend door de war”, zegt ze met een lach tegen de behoorlijk kalende Cees. Hij lacht terug en begint een verhaal over zijn mooie kast.
Het probleem is dat er nu en zeker in de toekomst te weinig Corry’s zijn. Het aantal mensen met dementie verdubbelt in de komende 20 jaar en het aantal mensen die voor hen kan zorgen neemt demografisch alleen maar af, becijferde het Centraal Planbureau.
Corry ziet bovendien regelmatig dat ervaren en oudere collega’s uitstromen uit de dementiezorg omdat het werk hen fysiek of mentaal te zwaar is geworden. Mensen komen de laatste jaren volgens haar steeds later in het verpleeghuis en hebben dan een zwaardere zorgvraag. Soms gaat dat ook nog eens gepaard met ‘onbegrepen’ gedrag zoals agressie, roepen of dwalen. En dat legt een wissel op het zorgpersoneel.
Continue alert
Volgens de verzorgende kan het betekenen dat bewoners tijdens je werkdag de hele dag aan je willen zitten, andere bewoners lastigvallen of bijvoorbeeld seksueel ontremd gedrag laten zien. “Daardoor moet je als zorgpersoneel continue alert zijn om situaties niet te laten escaleren. Met veertien bewoners met allemaal een eigen zorgbehoefte en alle andere zorgtaken die er ook nog bij komen kijken is dat echt wel zwaar”, aldus de verzorgende.
En dat werkt ook privé door. “Als iemand de hele dag aan mijn borsten en billen heeft willen zitten en mijn man wil mij ’s avonds een knuffel geven dan ben ik op zo’n moment echt een soort ijskonijn. En denk ik: 'Don’t touch this.'”
Vanwege de uitstroom en personeelstekorten worden er regelmatig invalkrachten ingezet in de dementiezorg. En dat zal in de toekomst alleen nog maar erger worden, zo voorspelt ze. Een ontwikkeling die Corry met lede ogen aanziet. “Iemand die net binnenkomt en een bewoner niet kent daar kan ik niet tegen zeggen: 'Hier heb je een papiertje, doe dit en doe dat.' Dat werkt niet, je kan de benadering van iemand met dementie niet aflezen in 5 minuten. Dat is finetunen en op het juiste moment stoppen of doorpakken.”
De wisselende gezichten zorgen er bij Corry voor dat de invalkrachten de eenvoudige bewoners verzorgen en dat zij en haar andere vaste collega’s de zwaardere bewoners onder hun hoede nemen. “En dan wordt dat vaste gezicht eigenlijk heel veel belast doordat de complexe zorgvragers dat steeds verlangen van die vaste kracht, van dat bekende gezicht, van degene die sturing en houvast biedt. Dat bekende gezicht is van onschatbaar belang.”
Helft van salaris
Corry prijst zichzelf gelukkig dat ze nog een aantal fijne collega’s om zich heen heeft staan bij wie ze na een zware dag haar verhaal kwijt kan of even kan uithuilen. Maar ze vraagt zich wel af voor hoe lang nog. “Ik zie heerlijke collega’s vertrekken omdat het voor hen leuker is om voor een ander vak te kiezen. Of leerlingen die ik echt zielsgraag hier had willen houden en die de helft van mijn salaris hadden mogen hebben, die dan toch kiezen om in de supermarkt te gaan werken. Daar kan ik wel van wakker liggen, want we kunnen allemaal dementie krijgen. En wie gaat er dan voor ons zorgen?”