Het zal lang duren voordat omwonenden van staalfabriek Tata Steel de overheid weer vertrouwen, zegt politicoloog Wytske Versteeg. Hoewel de provincie Noord-Holland inmiddels volop bezig is om de problemen met het staalbedrijf op te lossen, is er een vertrouwensbreuk ontstaan tussen burger en overheid. ‘Dat vertrouwen is niet morgen weer terug. ‘Ze zeggen niet voor niets: ‘Het komt te voet en gaat te paard’,’ aldus Versteeg.
Als onderzoeker is Versteeg verbonden aan Urban Futures Studio, een onderdeel van de Universiteit Utrecht dat zich bezighoudt met leefbaarheid en duurzame oplossingen van de toekomstige stad. Ze kijkt voor het onderzoek Lokaal Bestuur naar de situatie in de IJmond. Omwonenden van de staalfabriek Tata Steel ervaren overlast én maken zich zorgen over de uitstoot van het bedrijf. Een burger moest de provincie Noord-Holland er bovendien in 2016 op wijzen dat de fabriek zich niet aan de vergunning hield.
Serieus signaal
‘De overheid – in dit geval de provincie – is heel erg laks geweest in het handhaven. Als bewoners zelf foto’s moeten gaan maken en moeten zeggen: ‘Kijk eens wat er hier aan de hand is.’ Dat is niet hoe je denkt dat in Nederland het systeem doorgaans werkt’, stelt Versteeg vast. ‘Dat is niet goed voor het vertrouwen.’
Wanneer die klachten uit een gebied komen waar veel economische afhankelijkheid is van die overlastveroorzaker, dan moet de overheid opletten. Versteeg: ‘Als een gebied ook een band heeft met zo’n fabriek dan accepteren omwonenden juist een heleboel en zeggen: ‘Het hoort er nou eenmaal bij.’ Maar als er van oudsher zo’n loyaliteit is én er komen dan toch allerlei klachten, dan zou ik dat wel als serieus signaal beschouwen.’
Niet alle dorpelingen zijn blij met de publiciteit en ‘de klagers’ merken we tijdens het onderzoek voor onze uitzending. Toch benadrukt Versteeg dat die oplettende en mondige burgers wel een belangrijke democratische taak hebben. ‘Er wordt vaak negatief naar ze gekeken: ze zijn lastig en klagen veel sneller. Maar als er geen burgers opstaan, dan kan alles wel heel makkelijk zijn gangetje gaan.’
Bestolen door een politieagent
Vooral het optreden van de overheid stoort omwonenden van Tata Steel, terwijl voor de rol van de staalfabriek nog wel enig begrip is. Versteeg vindt dat een logische reactie van burgers. Ze maakt een vergelijking met bestolen worden door een dief of door een politieagent. ‘Niet om het bedrijf gelijk te stellen met een dief, maar een bedrijf heeft nu eenmaal als doel om winst te maken. Een dief is erop uit om te stelen. Maar als je wordt bestolen door een politieagent, wiens taak het is om burgers te beschermen, dan doet dat toch iets heel anders met je vertrouwen in de wereld. Van de overheid verwachten we dat ze zorg draagt voor haar burgers. Daar vertrouwen we in principe op in Nederland. Als dat dan niet gebeurt, dan voelen mensen zich terecht verraden.’
Het helpt bovendien niet dat mensen vaak een dubbele boodschap krijgen van de overheid, zo legt Versteeg uit. ‘Aan de ene kant heb je een overheid die zegt dat ze probeert de burgers te beschermen. Aan de andere kant krijgt het bedrijf keer op keer een dwangsom zonder grote consequenties of een vergunning waar normen overschreden mogen worden.’ Ze doelt daarmee op een vergunning die de provincie Noord-Holland heeft afgegeven voor het zogenoemde ‘windverhitten’ (proces waarbij staal wordt verbrand) , zonder aanvullende maatregelen te eisen om de uitstoot van stikstofdioxide terug te dringen naar Europese normen. Een vergunning waar de Inspectie Leefomgeving en Transport tegen in beroep is gegaan.
Eerlijk gesprek met burger
Volgens de politicoloog moet de overheid het eerlijke gesprek aangaan met de burgers om het vertrouwen weer te herstellen. En juist dat blijft regelmatig onderbelicht, stelt ze vast. ‘Vaak worden achterliggende vragen uit de weg gegaan en wordt er te veel ingegaan op incidenten. Dan komen er weer nieuwe meldingen en nieuw onderzoek naar hoe schadelijk het is. Maar ik kan je nu al voorspellen dat als de uitspraak van zo’n rapport is dat het niet schadelijk is, de mensen het hoogstwaarschijnlijk niet zullen geloven.’
En de vragen die niet of te weinig gesteld worden zijn volgens haar: Willen we een staalfabriek op deze plek? En onder welke voorwaarden? Versteeg: ‘Ook al is Tata Steel één van de schoonste staalfabrieken van de wereld, het is nou eenmaal geen schoon proces. Als dat meer op tafel komt te liggen, inclusief het feit dat het een politieke vraag is die niet makkelijk te beantwoorden is, dan heb je een eerlijk gesprek. Dat is een heel ander uitgangspunt dan dat je zegt: ‘Het is een incident, het is per ongeluk gegaan, het zal niet meer gebeuren.’’