Er was een tijd dat Carla haar hulpbehoevende moeder regelmatig meenam uit eten of winkelen. ‘We genoten enorm’. Totdat een mentor-bewindvoerder de regie over haar moeder krijgt. Een warme moeder-dochter-relatie eindigt met waarschuwingen, verboden en een bezoekersregeling. Wat als je als kind lijnrecht tegenover de bewindvoerder komt te staan?

Onderzoeksplatform Investico, De Monitor en Dagblad Trouw duiken samen in de rol van bewindvoerders en curatoren voor mensen in zorginstellingen. Hoe hebben we het in Nederland geregeld? Worden kwetsbare ouderen en mensen met een verstandelijke beperking voldoende beschermd? Handelen mentoren en curatoren wel in het belang van ouderen en mensen met een verstandelijke beperking? En wat betekent het als je familielid onder mentorschap of bewind staat?

Carla: ‘Mijn moeder en ik zijn uit elkaar gedreven. In de laatste periode van haar leven kreeg ze een mentor die voor haar zou moeten zorgen. Het tegenovergestelde gebeurde; haar mentor en bewindvoerder handelden tegengesteld aan haar belangen, zorgde ervoor dat mijn moeder een slechte laatste tijd van haar leven kreeg. En ik mocht haar de laatste weken van haar leven niet meer zien.’

Carla is de jongste dochter van de inmiddels overleden mevrouw Rindertsen. Eind 2010 komt haar geliefde moeder na twee openhartoperaties terecht op de revalidatie-afdeling van een verpleeghuis, ergens in het midden van het land. Later wordt geconstateerd dat moeder licht depressief is en problemen ondervindt in haar cognitief functioneren. Mogelijk is sprake van een beginnende dementie.

Een radicaal besluit

Een half jaar later verhuist de zorginstelling mevrouw Rindertsen wegens gebrek aan vooruitgang naar de longstay-afdeling. Haar oudste dochter gaat akkoord, maar jongste dochter Carla ziet haar snel achteruit gaan. Zij wijt dat aan het verblijf op een afdeling waar haar moeder nog 'te goed' voor is. Ze treft haar moeder soms vol blauwe plekken, vereenzaamd en onder de medicatie, vertelt ze. Ze besluit haar moeder vaker op uitstapjes mee te nemen. Dat doet haar zienderogen goed.

Dan neemt Carla een radicaal besluit. In plaats van een dagje naar zee, neemt ze haar moeder mee naar haar eigen woning in Amsterdam. Ze brengt de medicatie van 16 pillen terug naar 2, volgens haar in samenspraak met de huisarts. 'Hierdoor knapte mijn moeder enorm op. Er volgde een prachtige tijd van 3 maanden bij mij thuis waardoor mijn moeder met sprongen vooruit ging. Ze kon weer lopen en denken.'

'Dit is pas leven!'

Maar aan deze bijzondere tijd komt al gauw een eind. Carla en haar zus verschillen sterk van mening over de juiste zorg voor moeder. Carla wantrouwt bepaalde zorgmedewerkers en zit er graag dicht bovenop, terwijl haar zus de zorg liever aan de instelling over zou laten. Hun twee broers nemen een middenpositie in. De zorginstelling, gesteund door Carla's zus, stelt eind 2011 bij de rechtbank een verzoek tot mentorschap en bewindvoering in. Doordat de aanvraag van bewind en mentorschap niet hun gezamenlijke beslissing is, ervaart Carla dit als een directe aanval op haar opvattingen. Zij zal de mentor-bewindvoerder voor altijd blijven zien als een verlengstuk van haar zus en haar aanpak.

Nog even behoudt Carla de regie over haar moeders leven. Ze vindt een plek voor haar in een fijne zorginstelling dichter in de buurt van Amsterdam. 'Ik heb toen met mijn moeder vaak mooie wandelingen gemaakt. Als ik dan met haar door dat prachtige park liep en bij La Place naar binnen liep voor een kop koffie, zei mijn moeder met luide stem: ‘Dit is pas leven!’ We genoten enorm.'

Onder bewind

Begin januari 2012 stelt de rechtbank bewind en mentorschap in. De zeggenschap over moeders geld (bewindvoering) en gezondheid (mentorschap) komen terecht bij een en dezelfde persoon. Een volslagen vreemde. Carla begrijpt tot op de dag van vandaag niet waarom juist hij in deze positie is benoemd. Waarom is zij als dochter in het geheel niet in de keuze geraadpleegd? 'In de uitspraak van de rechter stond dat gezien de complexe familieverhoudingen mijn moeder gebaat zou zijn bij benoeming van een mentor. Dus als je te maken krijgt met ruziemakende kinderen, word je opgescheept met een totaal vreemde die alle regie over zorg en financiën overneemt.'

Uitgelicht

Vliegtuig over huis Aalsmeer / De Monitor

Zes vragen over de nadelige effecten van vliegtuiggeluid

Al snel botsen de mentor-bewindvoerder en Carla. Carla vindt dat zij de sterkste band heeft met haar moeder, haar wensen het beste begrijpt en haar zorgsituatie het best kent. 'Ik als dochter neem mijn moeder mee uiteten, winkelen, wandelen, de natuur in, allemaal om haar welbevinden en dus haar gezondheid te bevorderen. Hij is mentor en bewindvoerder om geld te verdienen en zorginstellingen te dienen.' Het is overduidelijk dat ze dol is op haar moeder. Maar ook dat ze eigenwijs en koppig is, en kritisch op zorgmedewerkers die het in haar ogen niet goed doen. De bewindvoerder weet daar niet goed raad mee.

Verslechtering

In overleg met de zorginstelling zou hij Carla steeds meer op afstand van haar moeder zetten. Eerst mogen ze niet meer samen naar buiten en belt het management de politie als dit toch gebeurt, aldus Carla, met verwijzing naar de eerdere verplaatsing van mevrouw Rindertsen naar Carla's woning. Carla vertelt dat hij vervolgens het slot van de deur verandert, zodat Carla niet meer zonder medeweten van de zorginstelling (en de mentor) op bezoek kan komen. Zelfs de stekker van de telefoon zou 's avonds uit het stopcontact gaan.

Carla: 'Er is jacht op ons gemaakt alsof we criminelen waren. De bewindvoerder heeft de politie ingeschakeld onder het mom dat ik verward zou zijn en in de stad rond zou lopen met een bejaarde vrouw. De werkelijkheid was dat mijn moeder en ik gewoon een ijsje aan het eten waren.'

Voor Carla is de mentor een wig geweest die haar steeds verder van haar eigen familie vervreemdde en die het conflict steeds verder op de spits dreef. ‘Ik kreeg de schuld van alles. Ik kreeg waarschuwingen, verboden en uiteindelijk zelfs een gebiedsverbod. Ik mocht mijn moeder nog maar eens per twee weken twee uurtjes zien, in een ongezellig kamertje in het verzorgingshuis.' Tijdens de laatste 2 maanden van mevrouw Rindertsen's leven hebben moeder en dochter elkaar niet meer gezien.

Machteloos

De mentor-bewindvoerder lijkt er niet in geslaagd te zijn om het conflict in de familie te neutraliseren en Carla's inzet ten positieve te gebruiken voor het welzijn van mevrouw Rindertsen. Bij een verschil van mening in de familie, kiest de bewindvoerder en mentor onvermijdelijk voor een aanpak die het ene kind beter bevalt dan het andere. Het gevolg is dat familieleden zich alleen maar dieper ingraven, en dat wie aan het kortste eind trekt, zich machteloos voelt.

Maar wat is het alternatief? Is er een manier om alle betrokkenen tevreden te houden als ruziënde kinderen het fundamenteel met elkaar oneens zijn? En hoe ver mag een mentor of bewindvoerder gaan om een familielid op afstand te houden? En bovenal: waarbij is de moeder (of vader) het meest gebaat?

Uit privacyoverwegingen zijn de namen van Carla en haar moeder gefingeerd.

Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. (www.fondsbjp.nl)