‘Het wilde zwijn is een aanwinst voor de natuur,’ luidt de simpele conclusie van Natuurmonumenten. De natuurclub roert zich nadrukkelijk in de discussie over de groeiende populatie in - voornamelijk - het zuiden van Nederland. ‘De opmars van wilde zwijnen is niet te stuiten en als inheemse soort horen ze thuis in ons land.’

Bij tijd en wijle is het wilde zwijn het gesprek van de dag in Zuidoost-Brabant. Nadat het wilde zwijn eeuwenlang ontbrak in het Brabantse landschap, is het everzwijn de afgelopen tien jaar aan een opmars bezig. Althans, officieus. Want ondanks de groeiende populatie zijn er officieel maar twee plekken waar ze naar hartelust mogen wroeten; de Veluwe en Nationaal Park De Meinweg in Limburg. Twee omheinde stukken natuur die aangewezen zijn als leefgebied van het wilde zwijn.

Parachute-zwijntjes

Het wilde zwijn is op verschillende plekken in Brabant niet via de natuurlijke weg teruggekomen. De zogenaamde ‘parachute-zwijntjes’ zijn door mensen illegaal losgelaten in de bossen. Hoewel de lokale geruchtenmachine volop draait over wie er schuldig is, vindt Natuurmonumenten dat niet zo relevant. ‘Wij kennen die berichten ook en het is natuurlijk zeer onwenselijk. Maar die incidenten staan niet in verhouding tot het aantal dieren dat via Duitsland op de natuurlijke weg ons land bereikt.’

De provincie Brabant houdt vooralsnog vast aan het nulstandbeleid. Dat houdt in dat er nergens wilde zwijnen zouden mogen zijn. ‘Dat is een papieren werkelijkheid,’ stelt Natuurmonumenten. ‘Het huidige nulstandbeleid is niet realistisch en er zal samen met alle betrokkenen gezocht moeten worden naar mogelijkheden om meer ruimte te creëren voor het wild zwijn.’

Volgens Natuurmonumenten is het weren van het wilde zwijn al een gepasseerd station. Ze willen dat het wilde zwijn legaal rond kan lopen in Brabant en andere delen van Limburg. Daarvoor moet het beleid op de schop. ‘Het huidige nulstandbeleid is niet realistisch, door het beleid aan te passen kan beter worden ingezet op schadepreventie.’

Dilemma’s

Want schade is er. Jaarlijks wordt er voor ongeveer 120.000 euro aan boeren uitgekeerd ter compensatie van vernielde gewassen of grasland. Bovendien worden kleine schades vanwege een eigen risico niet gemeld. Ook het aantal verkeersongelukken met wilde zwijnen neemt toe. ‘Natuurlijk kleven er dilemma’s aan de aanwezigheid van het wild zwijn in ons drukbevolkte land. Zijn aanwezigheid leidt onvermijdelijk ook tot landbouwschade en aanrijdingen in het verkeer,’ erkent Rob van Schijndel. Hij is gebiedsmanager in De Kempen en Midden-Limburg voor Natuurmonumenten.

Een heksenjacht op het wild zwijn leidt alleen maar af van de werkelijke oorzaken

Rob van Schijndel, Natuurmonumenten

‘Daarom is het belangrijk dat overheden, natuurbeheerders, boeren en jagers geregeld met elkaar om tafel zitten om tot lokale oplossingen te komen om schade en overlast te voorkomen. Het afschieten van wilde zwijnen - om het aantal dieren te beperken - hoort daar ook bij, maar moet altijd gepaard gaan met niet-dodelijke maatregelen,’ aldus Van Schijndel. ‘Met het plaatsen van zwijnenrasters, de aanleg van natuurbruggen en het verlagen van de maximale snelheid op wegen, blijkt het samenleven van mens en wild zwijn in veel gevallen prima haalbaar.’

Van Schijndel ziet ook dat de oprukkende Afrikaanse varkenspest in Oost-Europa een rol speelt in de discussie over de zwijnenpopulatie. Zeker in Brabant, waar de meeste varkens gehouden worden. ‘De intensieve varkenshouderij vreest een nieuw drama en het wild zwijn dreigt de zondebok te worden,’ concludeert hij in een opinie op de site van Natuurmonumenten. ‘Uitbraken van de Afrikaanse varkenspest in Polen en Tsjechië zorgen voor ongerustheid onder varkenshouders in Duitsland. Ook in Nederland worden boeren nerveus. Begrijpelijk, want een uitbraak heeft desastreuze gevolgen voor zowel dieren als ondernemers.’

Uitgelicht

Na het laden en lossen van varkens wordt de vrachtwagen ontsmet. Een van de lessen die zijn getrokken uit de vorige varkenspest epidemie is het reinigen van de voertuigen waarmee de varkens worden vervoerd om besmetting tegen te gaan. / Archief ANP

‘Wilde zwijnen zijn tikkende tijdbom in de buurt van mijn bedrijf’

Brabantse boeren pleiten voor het uitroeien van de wilde zwijnen. ‘Officieel horen ze er niet te zijn en het vormt een risico, dus weg ermee,’ is de gedachte. Natuurmonumenten vindt het onterecht dat het wilde zwijn hier nu op aangekeken wordt. ‘De kans dat het virus in ons land opduikt is ‘gelukkig’ heel klein, liet het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit weten. Zonder menselijk handelen komt het virus hier niet,’ schetst Van Schijndel. ‘Maar de kans is niet nul en als het opduikt is de impact groot. Daarom is het van groot belang dat Nederland zich voorbereidt op een zorgvuldige aanpak, gericht op de oorzaak van verspreiding: de mens. Een heksenjacht op het wild zwijn leidt alleen maar af van de werkelijke oorzaken.’

Afschot

Verschillende partijen willen dat jagers extra mogelijkheden krijgen om het aantal wilde zwijnen terug te dringen. ‘Preventief afschot creëert slechts een gevoel van controle en schijnzekerheid. Zoals minister Schouten aangeeft ligt de kern daarvan in ons eigen handelen: hygiënemaatregelen, toezicht op transport en voorlichting. De potentieel desastreuze aard van deze ziekte vereist dat alle betrokken partijen kiezen voor de meest effectieve aanpak.’

We moeten volgens Natuurmonumenten het wilde zwijn dus omarmen. ‘Ze hebben een meerwaarde voor de biodiversiteit. Door te wroeten in de grond zorgen wilde zwijnen namelijk voor ruimte voor nieuwe begroeiing en meer variatie in de natuur. Bovendien dragen ze bij aan de natuurbeleving van veel mensen.’