“Ik schaam me bijna voor hoe rustig ik het heb”, vertelt ambulanceverpleegkundige Max aan de telefoon. Vannacht heeft hij zelfs drie uur liggen slapen tijdens zijn dienst. Hij ervaart een soort sluimerfase. ”Tenten worden afgebroken bij de eerste hulp. Het voelt alsof de druk ervan af gaat.”
“Het is uitgestorven”, meldt verpleegkundige Max met wie we wekelijks mogen bellen om te horen hoe het ervoor staat op de ambulance. “Ik heb weinig ritten, noodtenten bij ziekenhuizen worden afgebroken en van de week kwamen er maar liefst acht verpleegkundigen op één patiënt af. Het lijkt of we in een sluimerfase zijn beland.”
Klagen over sushi
Een fase van relatieve rust dus, die overigens niks zegt over wat er nog komen gaat, volgens Max. “Bij de gewone griep zie ik ook altijd twee vlagen. Daar gaan ook veel mensen aan dood. Dan zijn er ook speciale influenza-afdelingen in de ziekenhuizen.”
De relatieve rust geeft mensen de ruimte om te klagen, merkt Max. “Ik ben een beetje klaar met dat gezeur van mensen. Dan begint er weer een over dat hij nu geen sushi kan eten. Dan denk ik: de halve wereld ligt op zijn gat en dan heb jij het over sushi?”
“Je hebt geen corona, je bent gewoon onder invloed”
Ook klaagpatiënten hebben het nu niet makkelijk met Max. “Laatst had ik een melding van een dertiger die dacht dat hij corona had. Dan kom ik daar en dan blijkt die persoon drugs en lachgas gebruikt te hebben. Het was nota bene iemand die kanker had gehad. Je verwacht toch dat die rekening houdt met zijn gezondheid.” Tel je zegeningen en zeur niet over onbenullige dingen, vindt Max. “Tegen zo’n patiënt ben ik echt streng. Dan zeg ik: je hebt geen corona, je bent gewoon onder de invloed van die troep en ik neem je niet mee. Uiteraard wel gebaseerd op een medische methodiek.”
Van dit soort aandachtbehoeftigen heeft Max er normaal overigens veel meer. “Deze mensen hebben misschien een psychische hulpvraag, maar als je weet dat door hun melding een echt reanimatiegeval een kilometer verderop te laat hulp krijgt, dan word je daar wel scherp op.”
Ambulance naar een ontmaagding
Maar waarom worden er dan ambulances naar dit soort gevallen gestuurd? Een ambulance is daar toch niet voor bedoeld? “Dat komt door het triagesysteem. Zo’n meldkamer vraagt aan de telefoon: ‘Ademt de patiënt snel?’ Zegt de beller ja, dan heb je al met spoed een ambulance. ‘Heeft de patiënt pijn op de borst?’ Zelfde verhaal. ‘Is hij minder aanspreekbaar?’ Ook, hup, een ambulance eropaf.”
Max heeft weleens acht ritten in één dienst gehad, die hij allemaal niet meenam omdat het geen serieuze meldingen waren. “Ik heb zelfs gereden voor een ontmaagding. Dan is er ‘ja’ geantwoord op de vraag: ‘Is er hevig bloedverlies?” Met collega's heeft hij het erover dat er nu ineens een stuk minder van die onzinnige ritten zijn: waar blijven die mensen? ”Ik kan het niet verklaren. Misschien krijgen ze nu meer aandacht van de buurvrouw. We snappen het geen van allen.”