Sinds begin dit jaar is het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) online toegankelijk voor het publiek. Het fysieke archief staat vol met kilometers dossiers van mensen die na de Tweede Wereldoorlog onderzocht werden vanwege vermeende collaboratie. Zoals een aantal KRO-prominenten uit ons onderzoek naar verdwenen Joodse orkestleden. Hoe moet je deze dossiers beoordelen? En waar moet je op letten als je je eigen familie tegenkomt in dit archief? Rivka Baum, onderzoeker van het Nationaal Archief, geeft vier tips.
In ons onderzoek naar het lot van Joodse KRO-musici stuiten we in de archieven op een aantal KRO’ers, die al vóór de Tweede wereldoorlog een sleutelrol hadden binnen de katholieke omroep. Zo zijn er dossiers van programmaleider Schaffers en dirigent van het KRO-orkest Reinards te vinden. In die dossiers valt te lezen dat zij tijdens de oorlog hebben samengewerkt met de Duitse bezetter. Schaffers krijgt een geldboete van 500 gulden voor het vroegtijdig ontslaan van Joodse medewerkers bij de Nederlandse Omroep. Pierre Reinards werd veroordeeld tot een tweejarige celstraf vanwege nazi-sympathieën en feestjes met Duitse officieren. Maar hoe moeten we die straffen nu wegen?
Een ogenschijnlijk lichte straf zoals een geldboete moet je niet direct als ‘het valt wel mee’ kwalificeren, stelt onderzoeker bij het Nationaal Archief Rivka Baum. “Antisemitisme begint vaak klein, bijvoorbeeld met bepaalde wetgeving en bureaucratische handelingen. Als we het hebben over de Tweede Wereldoorlog en dan specifiek over de Holocaust, denken we vaak aan jodenjagers of concentratiekampen, maar zo begon het natuurlijk niet.”
In ons onderzoek zien we in de dossiers van Reinards en Schaffers dat zij met name op dat bureaucratische vlak opereren. “Op het moment dat je je actief inzet voor het buitensluiten van de Joodse medewerkers, dan ben jij misschien niet een grote radar in het systeem, maar je maakt wel degelijk deel uit van het eindproduct, namelijk een nationaalsocialistisch bezet land. En dat is waarvoor ze uiteindelijk ook veroordeeld zijn”, aldus Baum.
In het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging zijn zo’n 425.000 personen terug te vinden die zijn beschuldigd van collaboratie. Sinds begin 2025 is er een namenregister online gekomen dat hoort bij dit archief, daarin kun je zoeken naar mensen die zijn onderzocht binnen de bijzondere rechtspleging. Waar moet je op letten als je de naam van jouw (verre) familielid tegenkomt?
1. Dit krijg je te zien in het CABR
Baum: “We merken dat mensen - bij het aantreffen van een familielid in de registers - vaak denken dat er meteen een heel dik dossier ligt van een jodenjager. Maar dat is lang niet altijd het geval. In het namenregister op de website krijg je maar beperkte informatie te zien, waaronder naam, geboortedatum en of diegene is onderzocht en welke instanties daarbij betrokken zijn geweest. Of jouw familielid uiteindelijk schuldig is bevonden, staat dus niet in ons online register, daarvoor moet je echt het fysieke dossier inzien. Ik raad daarom iedereen aan om het dossier ook daadwerkelijk te komen inzien in het archief.”
“Daarnaast verschilt de dikte van de dossiers erg per persoon, van een paar velletjes tot een dik pakket. Dat is natuurlijk ook afhankelijk van de beschuldiging en/of veroordeling. De vormen van collaboratie in de dossiers zijn ook heel uiteenlopend: van economische samenwerkingen met de Duitsers, het lidmaatschap van een nationaalsocialistische organisatie tot zware levensdelicten.”
2. Je vindt er geen motivatie voor daden
“Mensen denken in deze archieven vaak een motivatie aan te treffen voor de handelingen van hun familielid. Waarom hebben ze bepaalde keuzes gemaakt? Waarom zijn ze gaan vechten aan het Oostfront of lid geworden van een nationaalsocialistische organisatie? Die informatie ga je in de meeste gevallen niet vinden in het CABR-dossier, het zijn namelijk geen dagboeken. Het is een verslaglegging van een juridische procedure. Dus je vindt in deze dossiers de beschuldigingen, eventuele verklaringen, bewijsstukken en veroordelingen. En vooral veel juridisch taalgebruik.”
3. Verdiep je in het rechtssysteem net na de oorlog
“Het is handig als je kennis hebt over het rechtssysteem net na de oorlog. Mensen denken vaak dat een vergrijp wel meevalt als iemand niet voor de rechtbank is verschenen of er met een geldboete vanaf is gekomen. Dat is aan ieder voor zich, ik ga daar ook geen oordeel over vellen, maar je moet die straffen wel in het licht van die naoorlogse tijd zien.”
De opsporing was destijds opgedeeld in drie stappen. Na een beschuldiging van collaboratie, startte een politie- en/of rechercheonderzoek. Vervolgens werd dit onderzoek bij voldoende aanleiding doorgestuurd naar de procureur-fiscaal, een instantie die je kan vergelijken met het huidige openbaar ministerie. Tot slot kwam het bij een rechtsprekende instantie, zoals het Tribunaal, terecht.”
“Maar omdat er zoveel mensen tegelijk onderzocht werden en vastzaten – in voorarrest - stokte dat systeem al snel bij die tweede stap. Je moet je voorstellen dat op een veel kleinere bevolking dan nu, ruim negen miljoen mensen, bijna een half miljoen mensen beschuldigd waren. Dat is een aanzienlijk deel van de volwassen bevolking.”
“Door die verstopping in het systeem ontstond er een soort pragmatisme in de rechtsgang. Alleen de hele zware zaken, denk aan levensdelicten, werden nog doorgestuurd naar de rechtsprekende organen. De andere zaken werden afgehandeld door de procureur-fiscaal, die beperkter was in de straffen die hij kon opleggen. Bij hem liep een zaak vaak uit op korte gevangenisstraffen, ontzetting uit het ambt of geldboetes. Je ziet dat ook bij één van de hoofdpersonen uit jullie onderzoek, Schaffers. Die kwam nooit voor de rechter, maar werd veroordeeld tot een geldboete door de procureur-generaal.”
Meer weten over Hendrikus Schaffers en zijn rol bij het ontslaan van Joodse musici, kijk dan hier de uitzending terug. De tekst gaat verder onder de video.
“Niet alleen door het verstopte systeem werden de straffen steeds milder, maar ook door de opvattingen van de samenleving. Aan de ene kant wilde mensen recht doen, aan de andere kant wilde men het land ook weer zo snel mogelijk opbouwen. Dus gevangenisstraffen kwamen door de jaren heen steeds minder voor, omdat mensen ook als werkende kracht in de samenleving nodig waren. Daar kwam bij dat er met Juliana, die in 1948 op de troon kwam, een veel mildere wind ging waaien, vanwege haar persoonlijke gevoelens over strafmaten. Er volgden meerdere gratiegolven, waaronder één bij haar troonbestijging.”
4. Zoek naar context in andere bronnen
“Veel mensen zoeken een pasklaar antwoord en willen graag weten of het erg is wat hun familielid heeft gedaan. En dat is niet iets waar je in het CABR-dossier een pasklaar antwoord op gaat vinden. In wezen hoef jij natuurlijk ook niets af te wegen, dat is een beetje van onze tijd om zelf te willen oordelen. Maar in feite is het oordeel al geveld, namelijk door het rechtssysteem.”
“Het kan wel een startpunt zijn om je verder te gaan verdiepen in die tijd. Stel dat je familielid zich had aangesloten bij het Arbeidsfront, dan kan je ook in andere archieven en bibliotheken daar genoeg over vinden. Ik zou aanraden om dat ook te proberen. Verder zitten er in de studiezaal van het CABR-archief altijd medewerkers die je verder kunnen helpen en er is een uitgebreide online wegwijzer die je verder helpt om in andere oorlogsarchieven te zoeken.”