Het Planbureau voor de Leefomgeving slaat alarm deze week: Drinkwater wordt bedreigd door landbouwgif. Maar wie draait er eigenlijk op voor de schoonmaakkosten? Voor ons onderzoek naar Bestrijdingsmiddelen vroegen wij het vorig jaar aan Vewin, de vereniging van waterbedrijven in Nederland.
Vewin is de overkoepelende vereniging van de tien waterbedrijven in Nederland. De bedrijven zorgen voor schoon drinkwater. We vragen aan senior beleidsmedewerker Mirja Baneke hoe ze omgaan met bestrijdingsmiddelen.
Kijk hier onze uitzending over bestrijdingsmiddelen terug.
Jullie zorgen voor drinkwater. Waar halen jullie dat vandaan?
‘Drinkwater wordt gemaakt van oppervlaktewater en grondwater. Oppervlaktewater is bijvoorbeeld het water in meren, kanalen en rivieren. Grondwater is water dat in de bodem is gezakt, bijvoorbeeld regenwater. Drinkwater willen we natuurlijk maken van een zo schoon mogelijke bron. Simpelweg omdat je dan minder inspanningen moet leveren om het water schoon te maken.’
Is de landbouw een vervuiler van de bronnen?
‘Drinkwaterbronnen staan onder druk door stoffen uit de landbouw. Daarnaast kunnen industriële lozingen, medicijnresten en bijvoorbeeld bodemverontreiniging en mijnbouw een bedreiging vormen voor de bronnen. Het is moeilijk om van iedere stof precies te zeggen wie de vervuiler is. Het hangt namelijk heel erg af van het soort stof. Als je een verontreiniging vindt in het water, is die niet altijd precies te herleiden. Bij sommige stoffen is dat duidelijker, bijvoorbeeld bij nutriënten zoals nitraat. Daarvan weet je vrij zeker dat dit uit de landbouw komt. Maar er zijn ook stoffen die via de industrie in het water komen, of juist uit stedelijk gebied afkomstig zijn. Er zit geen label aan het stofje waarop de herkomst staat.’
De waterbedrijven pleiten al jaren voor vermindering van chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw. Waarom?
‘Het gaat ons niet zozeer om het gebruik van bestrijdingsmiddelen. We willen dat de emissie, met andere woorden de lozing of uitspoeling, van gevaarlijke stoffen in de bodem of naar water zo klein mogelijk is. We werken ook samen met boeren die dichtbij waterbronnen zitten, om ervoor te zorgen dat er minder middelen in de bronnen terechtkomen door op een andere manier te spuiten of minder te gebruiken.’
Zijn deze stoffen een gevaar voor het drinkwater?
‘Drinkwaterbedrijven monitoren heel uitgebreid de kwaliteit van hun drinkwaterbronnen en de omgeving van hun bronnen. Zo zien we bedreigingen snel aankomen en kunnen we tijdig maatregelen nemen. Verontreinigingen moeten uit drinkwaterbronnen gehaald worden. We hebben steeds betere technieken om het water te kunnen zuiveren. Maar wat er niet in de bronnen komt, hoeven we er ook niet uit te halen. Het zuiveringsproces kost geld en die kosten kunnen wij alleen aan de klant doorberekenen. Wij vinden het dus ook een principiële kwestie, want de klant betaalt voor het opruimen van de vervuiling, niet de vervuiler.’
Zien jullie meer vervuiling of juist minder?
‘Dit is heel lastig te zeggen. Allereerst weten we en meten we steeds meer en steeds beter. We krijgen steeds beter zicht op en kennis van de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in drinkwaterbronnen. Dit maakt het moeilijk een vergelijking te maken tussen de situatie vroeger en nu. Daarnaast veranderen de bestrijdingsmiddelen die gebruikt worden in samenstelling en hoeveelheden. Sommige middelen zijn net ontwikkeld, sommige worden al lang gebruikt, andere middelen verdwijnen of worden verboden. Er worden ook laag-risico middelen ontwikkeld die minder milieubelastend zijn, maar daar wordt soms weer meer van gebruikt om de juiste resultaten te bereiken, waardoor er weer grotere hoeveelheden in bodem en water terecht kunnen komen. De vraag is hoe al deze ontwikkelingen uitpakken en hoe je dit moet vergelijken met de situatie van vroeger.’
Kun je getallen aan de huidige vervuiling hangen?
‘Het RIVM en de drinkwaterbedrijven kijken naar de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen bij winningen voor drinkwaterproductie. In 20 procent van alle waterwinningen zijn bestrijdingsmiddelen aangetroffen in hoeveelheden die normoverschrijdend waren. In nog 13 procent zat het heel dichtbij de norm.’ Naast het probleem van de vervuiling in de bronnen voor het drinkwater maken de waterleidingbedrijven zich zorgen om de vervuiling van de natuur. ‘Wij kunnen er wel voor zorgen dat we schoon en veilig drinkwater hebben door goed te zuiveren, maar eigenlijk moeten we voorkomen dat deze stoffen in het milieu terecht komen. Schone bronnen zijn van groot belang voor onze leefomgeving.’
Wil je meer weten over dit onderwerp? Kijk dan hier onze uitzending terug.