Dat er wat gaat veranderen in de agrarische sector is onontkoombaar. Boeren zijn vervuilend en stoten veel stikstof uit. Minister Carola Schouten ziet in kringlooplandbouw de oplossing, maar wat zijn de economische gevolgen hiervan? Twee wetenschappers leggen het uit.

Kringlooplandbouw, volgens minister Schouten (LNV) is het dé oplossing om de vervuilende landbouw aan te pakken. We worden minder afhankelijk van kunstmest en import van veevoer uit het buitenland. In plaats daarvan gebruiken we natuurlijke mest, veevoer produceren we zelf. Het klinkt mooi, maar welk effect heeft dit op de tweede landbouwexporteur ter wereld?

Kringlooplandbouw

Vorig najaar maakte minister Schouten (LNV) bekend dat in 2030 de agrarische sector in Nederland moet werken via het concept ‘kringlooplandbouw’. Hierbij komt ‘zo min mogelijk afval vrij, is de uitstoot van schadelijke stoffen zo klein mogelijk en worden grondstoffen en eindproducten met zo min mogelijk verliezen benut,’ zo is op de website van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te lezen. De bedoeling is dat alle restproducten die in de landbouw geproduceerd worden zoveel mogelijk worden ingezet voor veevoer en mest.

Regionaal, landelijk of Europees?

De landbouwsector wordt door de kringlooplandbouw kleiner, denkt Petra Berkhout, landbouweconoom aan de Wageningen Universiteit. Maar in welke mate is volgens haar nog erg onduidelijk. ‘Op welke manier sluiten we de kringloop, die discussie zou gevoerd moeten worden. Het maakt nogal uit of we die op regionaal niveau, op landelijk niveau of Europees niveau gaan sluiten.’

Grootste exporteur ter wereld’

Op dit moment is Nederland een grote speler in de internationale voedselindustrie, vertelt Dirk Strijker, emeritus-hoogleraar plattelandsontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘We hebben in Nederland een landbouwsector die ontzettend efficiënt is. Daarmee bedienen we vooral een gebied dat zo’n 400 kilometer rondom Nederland ligt. We zijn met name exporteur omdat we een klein landje zijn en zo veel buitenland hebben.’

‘Nederland is een van de grootste exporteurs ter wereld, maar er moet wel gezegd worden dat de handelsmarkt heel klein is. Vrijwel alle landen produceren verreweg het meeste voor eigen consumptie. De internationale handel is klein en in dat kleine deel zijn we heel groot.’

Economische gevolgen

Als een van de randvoorwaarden voor de invoering van kringlooplandbouw stelt het ministerie een gezonde economische basis. Maar dat de invoer van de nieuwe landbouwmethode economische effecten zal hebben, is volgens zowel Berkhout als Strijker onontkoombaar. ‘We hebben gewoon een milieuprobleem. Dat los je niet op tenzij je minder dieren hebt. Die kringlooplandbouw draait heel sterk om de hoeveelheid dieren die je in Nederland kan houden. Linksom of rechtsom moet je als sector krimpen,’ stelt Berkhout.

En dat gaat volgens Berkhout tegen de manier in waarop landbouw op dit moment bedreven wordt: ‘Als je als boer een inkomen wilt dat een beetje vergelijkbaar is met de rest van de maatschappij dan moet je zorgen dat er meer inkomsten binnenkomen of dat de kosten lager worden. Meer inkomsten en lagere kosten bereik je vaak door schaalvergroting. Dat is een heel succesvolle strategie gebleken voor boeren. Daar kan je een boel van vinden maar het is gegeven de omstandigheden een logische keuze geweest.’

Niet alleen boeren

Als schaalvergroting er niet meer in zit zal dat effect hebben op de inkomsten van de boeren, maar volgens Dirk Strijker reiken de effecten verder. ‘Landbouw is maar een beperkt deel van de economie zeggen veel mensen. Maar als je alles eromheen erbij telt, zoals de verwerkingsbedrijven en transport, dan heb je het toch over een sector die acht tot tien procent van onze economie inneemt. Dat is wel een serieus stuk van ons nationaal inkomen.’

Hij stelt: ‘Het is wel de olifant in de kamer. Er is discussie over hoe de landbouw zou moeten veranderen, maar er is heel weinig discussie over wat dat betekent voor de hele keten. Wil je op lange termijn dat Unilever en de Wageningen Universiteit in Nederland blijven? Natuurlijk, die vallen niet van de een op de andere dag om, en ook niet in 30 jaar. Maar als we ons terugtrekken in zelfvoorziening en niet meer de toonaangevende innovatieve landbouw- en voedingsindustrie zijn, dan gaan dat soort activiteiten op den duur het land uit, en worden minder groot’.

‘Als de landbouwsector minder groot wordt dan betekent dat een kleiner deel van ons inkomen en kleinere werkgelegenheid. Daar kunnen we voor kiezen, dat is best. Maar het inkrimpen van onze landbouw heeft wel degelijk grote effecten en daar wordt te makkelijk overheen gestapt. Deze discussie zou beter gevoerd moeten worden,’ aldus Strijker.

Krimp?

De discussie over kringlooplandbouw en een krimp van de veestapel gaan hand in hand. Kamerlid Tjeerd de Groot (D66) zei onlangs nog dat de veestapel gehalveerd moet worden om over te stappen naar kringlooplandbouw. Maar niet iedereen is van mening dat dit nodig is. Daarover later meer.

Makers