Verpleeghuismedewerker Gordana Stanojevic ontwaakt in mei 2020 op de intensive care. Ze kan niets meer nadat ze 23 dagen in coma lag na COVID-19 te hebben opgelopen. “Toen ik wakker werd, was ik boos op iedereen,” vertelt Gordana. “Ik kon niet lopen. Ik kon niet zitten. Ik kon niet eten. Ik kon niks. Ik was een plant en ik moest alles opnieuw leren.” We interviewen haar voor ons onderzoek Ziek door je werk.
Gordana vreest dat de besmetting het gevolg is van het gebrek aan beschermingsmiddelen in verpleeghuizen destijds. “Ik was heel erg boos dat dit gebeurd is. Dat ik niet beschermd was. Dat ik verplicht naar mijn werk moest. Maar goed, aan de andere kant denk ik: iemand moest wel voor onze bewoners zorgen.”
Gordana werkt in verpleeghuis Gooizicht in Hilversum. In het begin van de pandemie, in april 2020, raakt ze besmet met COVID-19. Is dat op het werk gebeurd? “Dat kan je nooit weten. Maar als ik kijk naar mijn omgeving: daar was niemand ziek. Op mijn werk, helaas, zijn na mij nog heel veel collega's ziek geworden, zo’n tien van de 23. En van de negentien bewoners zijn er twaalf ziek geweest en vijf zijn zelfs overleden.”
Gordana weet nog goed hoe het begon. “Op 10 april vorig jaar was ik in mijn voortuin en het was prachtig weer. Ik voelde me een beetje anders. Ik kan dat heel moeilijk uitleggen. Nog geen koorts, maar gewoon geen kracht. Ik was heel slap die eerste dag. ‘s Avonds dacht ik: dat gaat gewoon niet goed. Dus ik heb mijn werkgever gebeld en gezegd: ik ben bang dat ik morgen niet kan komen werken. En toen begon het eigenlijk die avond. Toen werd ik echt ziek.”
Gordana wordt zo ziek dat ze met een ambulance naar het ziekenhuis wordt gebracht. Uiteindelijk belandt ze daar op de intensive care en ligt ze 23 dagen in coma. Op een gegeven moment geven de artsen haar nog een kans van 10 procent op overleving. Haar dochters moeten afscheid van haar nemen. Als Gordana -als door een wonder- weer ontwaakt, weet zij niets meer van de weken daarvoor. Het enige dat ze heeft is het dagboek dat een van haar twee dochters heeft bijgehouden:
"‘s Middags ben ik gebeld door een arts. Lieve mammie, je bent echt heel erg ziek. Zo ziek dat ze nog een CT-scan moesten maken en dan nog eens met een camera in je longen moesten filmen. Je longen zijn er slecht aan toe. Je kan zelfs niet meer goed en voldoende ademhalen. Op besluit van de arts ben je ook op je buik gedraaid voor de aankomende 24 uur. Straks in de middag willen ze je proberen te draaien en kijken hoe het gaat. Dan kunnen ze snel zien hoe je daarop reageert. Mocht het weer nodig zijn om je te draaien, dan draaien ze je weer op je buik. Verder wachten wij nog even de uitslag af van de kweken uit het lab. In de avond werden wij weer gebeld via FaceTime, dus ik heb je wel gezien. Je lag weer op je rug. Voor de rest is er weinig verandering.”
“Lieve mama, het telefoontje van deze ochtend was niet goed. De verplegers maken zich ernstig zorgen om je nu. Er zijn uit de kweken geen resultaten gekomen. Je krijgt op dit moment prednison en daarbovenop nog een stootkuur aan prednison en geen antibiotica meer. Het ziet er voor nu niet echt goed uit, mammie. En dan moet er ook nog een godswonder gebeuren, wil je nu de draai nog maken. Maar wij geven zeker niet op. Je bent zo sterk.”
Geen bescherming
Terugkijkend naar het begin van de pandemie, vertelt Gordana dat zij haar werk toen onbeschermd heeft gedaan. “Er waren geen mondkapjes voor ons in het verpleeghuis. We moesten wel afstand houden van anderhalve meter. Met een collega is dat mogelijk, maar met een bewoner niet. Er waren geen verdere beschermingsmiddelen. We hadden niks.” De richtlijnen van het RIVM waren tijdens de eerste coronagolf voor de zorg buiten de ziekenhuizen: houd 1,5 meter afstand, was je handen regelmatig en gebruik een mondkapje als je zeker weet dat een cliënt besmet is met COVID-19.
We vragen Rik van Hardeveld, directeur wonen met zorg en revalidatie bij Amaris Zorggroep (waaronder verpleeghuis Gooizicht valt), of hij wel voldoende gedaan heeft om zijn personeel te beschermen. De werkgever heeft immers een zorgplicht: die moet ervoor zorgen dat zijn personeel veilig kan werken. “Wij hebben gedaan wat we konden doen”, zo vertelt Van Hardeveld. “We hadden twee mensen die zich uit de naad hebben gewerkt om beschermingsmiddelen te regelen. Om overal wat te verzamelen, omdat het niet makkelijk was eraan te komen. Wij zijn gevaren op de richtlijnen van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, red.) en van Actiz (de branchevereniging van zorgorganisaties, red.). Die organisaties hebben we steeds gevolgd. We hadden nadrukkelijk het idee dat de eerste prioriteit naar het ziekenhuis ging. Dat was wel zo.” Waren de richtlijnen van het RIVM dan te soepel? “Ja achteraf wel.”
Financiële gevolgen
Gordana is nog steeds aan het revalideren en is voorzichtig gestart met re-integreren op haar werk. Omdat ze door twee operaties nog gedeeltelijk ziek was voordat ze COVID-19 kreeg, is ze nu al teruggevallen in salaris: na 1 jaar ziekte ga je terug naar 70 procent. Als ze binnenkort 2 jaar ziek is, raakt ze mogelijk haar baan kwijt. “Ik werd ziek door Covid en misschien krijg ik ontslag door die ziekte. Het klopt gewoon niet. Ik vind het oneerlijk.”