‘Er wordt veel negatiefs over e-sigaretten geroepen. En ook in de media wordt aan ‘bangmakerij’ gedaan,’ vindt Joey Baart (24). Hij werkt bij UEG, fabrikant en groothandel van e-sigaretten en e-liquids en is de zoon van de oprichter van het bedrijf. ‘Wij zien de e-sigaret als een goed alternatief voor verstokte rokers om te stoppen met roken en moedigen jongeren en niet-rokers dan ook aan om dit niet te gebruiken. En wij pleiten voor juiste voorlichting en communicatie over de e-sigaret.’

De e-sigaret wordt onterecht in een slecht daglicht geplaatst, vindt Joey. ‘Wij willen graag met iedereen die vraagtekens heeft bij de e-sigaret praten en willen daarom ook graag samenwerken met artsen. Maar zij willen tot nu toe niet met ons in gesprek gaan.’ Het zit Joey hoog dat artsen tot nog toe niet op zijn uitnodigingen in zijn gegaan.

‘Tijdens een internationale conventie van verenigingen voor longartsen (ERS) in Madrid is zelfs nadrukkelijk gezegd dat geen enkele longarts mag spreken met e-liquid fabrikanten.’ Gevolg als ze dit wel doen? ‘Dan worden ze geweerd van het congres. Dit staat zwart-op-wit en vinden wij erg schadelijk. Wij willen juist de dialoog aangaan, maar de artsen gooien de deur dicht.’

Wij ontmoeten Joey op de Dampfermesse Steamers Paradise in Düsseldorf, tijdens de opnames voor een uitzending over e-sigaretten. Joey is één van de twee Nederlandse standhouders op de beurs voor dampers of vapers, zoals gebruikers van de e-sigaret zichzelf vaak noemen.

Tientalen sterfgevallen in de familie

UEG, inmiddels uitgegroeid tot Nederlands grootste leverancier van elektronische sigaretten in de Benelux, zegt ooit vanuit ideële motieven te zijn begonnen. ‘Wij hebben in de familie tientallen sterfgevallen gehad, voornamelijk aan longkanker. Allemaal zware rokers. Dus wij wilden een echt een goed alternatief ontwikkelen voor sigaretten.’

Toen hij zeventien was probeerde Joey, toen net als zijn vader een zware roker, zijn eerste e-sigaret uit. Die had hij besteld via een Chinese website. Zijn vader, ook nieuwsgierig geworden naar de e-sigaret, was vooral geïnteresseerd in de samenstelling van de Chinese e-liquids. ‘Hij zocht helemaal uit welke stoffen erin zaten en wat erin zou mogen zitten. Hij vond allerlei overbodige kleurstoffen en diacetyl (een ingrediënt dat een soort boterachtige smaak geeft aan de vloeistof, red.), wat inmiddels in Nederland verboden is.’

Schonere vloeistof

Geleidelijk aan ontstond het idee om zelf e-sigaretten te gaan produceren en begon Joey’s vader samen met een compagnon een webshop voor e-sigaretten. ‘Wij wilden echt een minder schadelijk alternatief ontwikkelen voor de sigaret. Zodat anderen dat drama dat wij in de familie hebben meegemaakt niet ook mee hoefden te maken.’

UEG is naast groothandel tegenwoordig ook fabrikant van e-liquids, met de naam Millers Juice. ‘Een e-liquid dat ontwikkeld is met de gedachte om een schonere vloeistof te produceren.’ Zij leveren inmiddels aan 80 à 90 procent van alle Nederlandse vape-stores. ‘Voor zover bekend zijn wij de enige fabrikant van e-liquids die alles volledig vanuit de eigen firma doen: het ontwikkelen, produceren en testen van de producten in eigen laboratorium en de distributie. De andere groothandels produceren zelf geen e-liquids.’

Sturender overheid

In het lab worden alle producten onderzocht die verkocht worden. Zo wordt er getest of er geen stoffen in zitten die verboden zijn. En of de in Nederland maximaal toegestane hoeveelheid nicotine van 20mg per milliliter, niet wordt overschreden. ‘Wij testen in ons lab de producten met puffing machines (rookmachines, red.). Daarmee wordt de uitstoot gemeten die de e-roker binnenkrijgt.’ Ieder product moet volgens Joey aangemeld worden bij de EU Common Entry Gate, kortweg EU-CEG, een orgaan dat valt onder de Europese Commissie. En van alle producten moet bekend zijn wat de uitstoot is. ‘Als je je producten niet getest hebt, mag het niet verkocht worden.’

Wat Joey mist, is een actieve rol van de overheid. Die zou moeten aangeven welke producten geschikt zijn voor gebruik in e-sigaretten. ‘Er is nu een lijst met verboden stoffen voor e-sigaretten, maar niemand stuurt erop en geeft aan welke stoffen wél veilig zijn. Het is aan de overheid om te zeggen wat veilig is, maar niemand wil zijn handen daaraan branden.’

Makers