Duizenden documenten en foto’s, uit Syrië gesmokkeld na de val van het Assad-regime, onthullen hoe veiligheidsdiensten en medische instanties samenwerkten in een geoliede moordmachine. De meer dan tienduizend gefotografeerde slachtoffers getuigen van systematische marteling en massamoord. Onder hen de prominente activist Mazen al-Hamada, die in 2020 onder raadselachtige omstandigheden Nederland verliet en omkwam in de beruchte Sednaya-gevangenis, bijgenaamd de ‘mensenslachterij’.
Let op: In dit artikel wordt gesproken over marteling en moord, en worden ook foto’s van dode lichamen uit het dossier getoond. Deze foto’s zijn gecensureerd, zodat de personen niet herkenbaar zijn.
Een man ligt op een metalen vloer. Naakt, uitgemergeld, dood. Hij is drie keer gefotografeerd vanuit verschillende hoeken. Zijn glazige witte ogen staren in het niets. Zijn ribben steken uit, zijn tanden geel en vlekkerig en op zijn huid zijn kleine wondjes te zien. Op zijn borst een wit label: nummer 3659.
Een andere man, nummer 4038, is achterin een busje gelegd. Zijn naakte lichaam lijkt niet meer dan wat botten, huid en bloedspetters. Op zijn voorhoofd een grote ronde wond.
Activist Mazen al-Hamada is nummer 1174. Hij ligt in zijn gevangeniskleding op een natuurstenen vloer. De afdrukken van boeien staan in zijn polsen gedrukt, en op zijn kin is een wond zichtbaar.
Andere foto’s laten meerdere gemartelde lichamen zien, opgestapeld achterin een busje. Dunne armen, uitstekende ribben, bloedsporen langs mond en neus. Klaar om te worden gedumpt.
Damascus Dossier
De uitgemergelde lichamen zijn het resultaat van de Syrische moordmachine, opgezet door oud-president Bashar al-Assad om de oppositie in zijn land het zwijgen op te leggen. Meer dan 33.000 foto’s en 134.000 bestanden - verkregen door de Duitse omroep NDR en aan onder meer Pointer beschikbaar gesteld door het internationaal consortium voor onderzoeksjournalisten ICIJ - laten zien dat mannen, vrouwen en kinderen door het regime werden gearresteerd, gemarteld en gedood tussen 2015 en 2024.
De foto’s zijn gemaakt door militaire fotografen; nauwkeurig gedocumenteerd en bewaard om aan leidinggevenden te bewijzen dat hun orders zijn opgevolgd. In samenwerking met internationale media als de NDR, Süddeutsche Zeitung en de Washington Post onderzocht Pointer 8 maanden lang de bestanden, sprak met deskundigen en interviewde Syrische families die nog steeds geliefden zoeken die verdwenen onder het Assad-regime.
‘Mensen moeten dit weten’
Een voormalige Syrische kolonel die tot de val van Assad diende als het hoofd van de Afdeling Bewijsbewaring van de militaire politie in Damascus bewaarde de foto’s op een harde schijf, die hij na de val van het regime veiligstelde.
De foto's werden door het regime gemaakt met als doel ze naar militaire rechtbanken te sturen, waar een rechter de doodsoorzaken zou goedkeuren, vertelt hij. Zo zorgden leden van het regime van Assad ervoor dat ze in feite gerechtelijke immuniteit kregen voor hun misdaden, zegt hij. “De zaak krijgt legitimiteit wanneer deze gerechtelijk wordt ingeschreven en gedocumenteerd; dat is het doel."
Via tussenpersonen kwamen de bestanden die de voormalige kolonel had bewaard uiteindelijk bij de NDR terecht. De man hoopt zo de misdaden van het Assad-regime aan het licht te brengen. “Mensen moeten dit weten”, zegt hij in een interview met de NDR. Hij wil niet met zijn naam genoemd worden omdat hij vreest voor zijn veiligheid. “Dit zijn slachtoffers waarvan de familieleden willen weten waar ze zijn en wat er met ze is gebeurd. Ik was al eerder hiervan overtuigd, maar nu is de kans gekomen om de foto’s naar buiten te brengen.”
Verdwenen activist Mazen Al-Hamada
Activist Mazen al-Hamada is een van die verdwenen Syriërs. Hij was in 2011 op 34-jarige leeftijd een van de organisatoren van de protesten tegen Assad. Een jaar later arresteerde de luchtmacht-inlichtingendienst hem. “Ze vroegen me welk wapen ik had gebruikt. Ik zei: ‘Een camera’”, vertelde de activist in 2017 in een interview aan de Canadese CBC. Hij wilde de waarheid vastleggen, zegt Mazen. Maar zijn ondervragers namen daar geen genoegen mee.
“Vier bewakers gooiden me op de grond en braken mijn ribben met metalen staven. Ze hingen me met handboeien aan mijn polsen aan een balk, mijn voeten 40 centimeter boven de grond. Ik voelde de boeien in mijn polsen snijden. En toen begonnen ze te slaan en te slaan. Toen ik nog steeds niet wilde bekennen legden ze me op de grond, deden m’n kleding uit en zetten een klem op m’n geslachtsorgaan. Die draaiden ze steeds verder aan. Terwijl een andere bewaker een stok in mij stak van achteren.”
Hij belandde vervolgens in militair ziekenhuis 601. Dat bleek een heel andere taak te hebben gekregen dan het verzorgen van de zieken. “Ik liep naar het toilet en opende de deur en zag er twee lijken liggen. Ik schrok, sloot de deur en was in shock. Toen wist ik: dit is écht. Ik werd gek.”
Hij overleefde zijn tijd in het ziekenhuis en werd onverwacht vrijgelaten door de rechtbank. De activist vluchtte getraumatiseerd naar Nederland. Hier sprak hij openlijk over de gruweldaden van het regime en werkte mee aan onderzoeken naar Syrische oorlogsmisdaden. “Ik zal niet rusten tot de schuldigen voor de rechter staan,” zei hij in de documentaire Syria’s Disappeared.
Door zijn traumatische ervaringen kon hij moeilijk aarden in Nederland. Hij worstelde met de Nederlandse bureaucratie, verloor zijn woning en keerde in 2020 plotseling terug naar Syrië. Waarom hij dat deed is nooit helemaal duidelijk geworden. Zijn broer Fawzi al-Hamada vermoedt dat hij een deal wilde sluiten met de overheid. “Een van zijn zussen was gearresteerd, hij was bang dat haar iets aangedaan zou worden. Ze zeiden waarschijnlijk: kom terug, en we laten je zus vrij. Dus hij ging.”
Bij aankomst werd Mazen direct aangehouden en opgesloten. Zijn familie raakte het contact kwijt en ontdekte pas 4 jaar later wat er was gebeurd. Hij is gemarteld en gedood in de Sednaya-gevangenis, zegt Fawzi. Een man die in de cel naast Mazen zat vertelde het aan hem. “De bewakers gingen naar Mazens cel en sloegen hem met knuppels. Ze bleven hem slaan, en hij schreeuwde, tot uiteindelijk zijn adem stopte.” Mazen overleed op 47-jarige leeftijd.
Al maanden eerder vermoord
Zijn lichaam werd vervolgens naar het Harasta militair ziekenhuis gebracht, volgens Fawzi. Maar omdat de koelruimte daar niet werkte, werd zijn lichaam naar het Al Mujtahid-ziekenhuis vervoerd. Daar werd hij uiteindelijk na de val van het regime door zijn familie in het mortuarium gevonden.
De foto’s van Mazen in de dataset bevestigen dat zijn lichaam in het Harasta-ziekenhuis is geweest. Ze zijn genomen op de natuurstenen vloer in de hal van het mortuarium. En het bestand laat nog iets zien. In tegenstelling tot wat de familie eerder dacht, werd Mazen niet in december vermoord, vlak voor de val van het regime, maar enkele maanden eerder. In de metadata is namelijk te zien dat de foto op 28 september 2024 is genomen.
Mazens familie schrikt er niet meer van. “Als familie voelen we pijn door zijn verlies. Maar ook trots. Trots op Mazen en de offers die hij heeft gebracht voor het vaderland.” De familie wil dat de foto’s van zijn dood worden gezien. “Kijk maar hoe het einde van Mazens leven was. Het is noodzakelijk dat mensen de waarheid kennen.”
Ziekenhuis des doods
Dat Mazen op de vloer van het Harasta militair ziekenhuis werd gefotografeerd is geen uitzondering, blijkt uit ons internationale onderzoek. De militaire ziekenhuizen waren het kloppende hart van Assads moordmachine. Patiënten werden er gemarteld, gedood en vervolgens systematisch gefotografeerd voordat ze werden afgevoerd naar massagraven.
“Elk ziekenhuis in Syrië dat onder controle stond van Bashar al-Assad was doordrenkt van terrorisme”, vertelt imam Abdul Nabi Hamed Roumieh, zelf slachtoffer, in een interview met de NDR. “Op de afdeling waar ik lag werden mensen gefolterd. Natuurlijk waren sommige artsen bang, terwijl anderen volledig medeplichtig waren.”
De bovenste verdiepingen van het Harasta-ziekenhuis waren alleen voor gevangenen, zegt schrijver en acteur Firas Al-Shater tegen de Duitse omroep. “Je hoorde constant geschreeuw. Ik zag dat er in elke kamer twee soldaten waren. En het enige wat ze deden was mensen martelen. Ik werd naar zo’n kamer gebracht. Ze schreven mijn gegevens op, en toen zeiden ze tegen me: ‘Vergeet je naam, vergeet waar je vandaan komt, vergeet hoe oud je bent. Vanaf nu ben je een nummer’.”
Al-Shater werd met zijn handen en voeten vastgeketend. “Het 'ziekenhuis des doods', zo noemde ik het, omdat het een plek was om te sterven, niet om behandeld te worden. Ik werd constant geslagen, zelfs door artsen en verplegers.”
Ook arts Faten Ramadan, die in het Harasta-ziekenhuis werd vastgebonden en gemarteld, bevestigt dat medisch personeel de misstanden kende en eraan meewerkte. “Ze zijn absoluut medeplichtig, 100 procent. Ze ontnamen het ziekenhuis zijn status als burger- of humanitair ziekenhuis en maakten er een onderdeel van binnen het martelsysteem.”
Hartstilstand
In de dataset van 134.000 bestanden vinden we tientallen overlijdensverklaringen die zijn afgegeven in de ziekenhuizen. Op de foto’s bij de documenten is duidelijk te zien dat de gevangenen zijn gemarteld. Maar op vrijwel ieder certificaat wordt door de arts een hartstilstand als oorzaak opgeschreven. Soms bij acht gevangenen tegelijkertijd in één document. En wat ook opvalt: het is vaak dezelfde Syrische arts in het Harasta-ziekenhuis die de documenten tekent.
“Je kunt je misschien voorstellen dat ik moeilijk kon opschrijven: hij was gevangen genomen door de geheime dienst, werd gemarteld en is overleden”, zegt deze arts tegen de NDR. De Duitse journalisten weten hem op te sporen, hij blijkt nu werkzaam in een Duitse kliniek. Hij ontkent te hebben meegewerkt aan folteringen. “Wat er is gebeurd, had eerlijk gezegd niets te maken met het medische team. Wat er op die bovenste verdieping gebeurde, dat is de schuld — de verantwoordelijkheid — van degenen die daar aanwezig waren.” De arts schuift de verantwoordelijkheid richting de militairen en bewakers. Dat zijn naam onder veel documenten staat wil ook niet zeggen dat hij medeplichtig was aan de martelpraktijken, benadrukt hij. “We moesten overlijdensverklaringen opstellen. Het werd van ons geëist”, vertelt de arts, die anoniem wil blijven.
Volgens hem besloten de artsen in het ziekenhuis de certificaten maar te tekenen, zodat er in elk geval bewijs was voor familieleden dat hun geliefden in het ziekenhuis waren gestorven. “We schreven: hartstilstand. Het maakt niet uit of je sterft aan een hartinfarct, longontsteking of door een schot door het hoofd. Uiteindelijk is het asystolie (afwezig zijn van het hartritme, red.) dat leidt tot de dood. Maar het is niet de doodsoorzaak. Voor de militairen was dat echter genoeg. Dat werkte, en dan werden wij niet verder onder druk gezet.”
Sporen van de dood
Dat de ziekenhuizen onderdeel waren van het martelsysteem wordt bevestigd door meerdere bronnen.
Verschillende artsen en ex-gedetineerden uit het Harasta-ziekenhuis vertellen ons dat de martelingen plaatsvonden op de bovenste verdieping van het ziekenhuiscomplex, terwijl het mortuarium zich op de begane grond bevond. Daar werden lijkzakken naar buiten gedragen en in de hal of op een parkeerplaats tegenover de wooncomplexen van medisch personeel gefotografeerd, voordat ze in koelwagens werden gedragen.
“Er waren drie of vier grote koelwagens vol met lijken die op de landingsplaats naast het ziekenhuis waren neergezet”, bevestigt de arts die ook de overlijdensverklaringen tekende. “Je kon ze vanuit onze wooncomplexen zien. De lijken werden daar gefotografeerd. Ik weet niet of ze alleen het gezicht fotografeerden of een label. Ik heb niet heel precies gekeken. Als je erlangs loopt merk je gewoon dat je zoiets liever niet ziet. En dan, als ze klaar waren met één lichaam, kwam de volgende. Het was een enorme hoeveelheid. Ik weet niet hoeveel.”
Satellietbeelden van 2012 tot en met 2023 bevestigen die logistiek. Op de beelden zien we hetzelfde witte busje waarin de lijken werden vervoerd, evenals de koelwagens waarin ze werden opgeslagen. Soms waren er drie tegelijk. Volgens het medisch personeel stonden de wagens eerst dicht bij hun wooncomplexen geparkeerd, maar werden ze later verplaatst vanwege klachten over de stank. Ook dat is terug te zien op de beelden.
Volgen we de snelweg naast het Harasta-ziekenhuis, dan duiken dezelfde koelwagens op bij het beruchte massagraf bij Al Qutayfah. En ook dicht bij het massagraf van Najha zijn ze te zien. Het medisch personeel dat we spreken bevestigt dat de koelwagens werden gebruikt om de lichamen naar de massagraven te transporteren.
Hetzelfde patroon herhaalt zich bij andere militaire ziekenhuizen, zoals ziekenhuis 601 en het Tishreen militaire ziekenhuis.
De foto’s in de dataset sluiten naadloos aan op deze sporen. De metalen vloeren, laadplatforms en achterruimtes die op de foto’s te zien zijn, komen overeen met wat getuigen en satellietbeelden laten zien: een strak georganiseerde, industriële route van marteling tot massagraf.
Nummers
De witte labels met nummers op de lichamen laten zien hoe systematisch Assads moordmachine werkte. De foto’s zijn geordend per jaar, maand en incident en verraden hoe de militaire teams te werk gingen. Van ieder lijk werden drie foto’s gemaakt – een van het volledige lichaam, een van de voorkant en een van de zijkant.
De labels leggen een strak systeem bloot: het eerste getal geeft het volgnummer van de dode aan, oplopend van 1 tot 5000. Daarna begint een nieuwe cyclus, gemarkeerd met een letter uit het alfabet.
Mazen al-Hamada kreeg nummer 1174K, de 1174e dode van cyclus K. Daarnaast bevatte zijn label een M, verwijzend naar Mabahith, de onderzoeksafdeling van de militaire politie in Qaboun.
Het nummeringssysteem toont hoe gedetailleerd en gedepersonaliseerd de moordoperatie was: een bureaucratisch proces waarin iedere dode werd verwerkt als een administratieve handeling.
Medische Genocide
“Ziekenhuizen werden in Syrië gebruikt als gevangenissen, en het werd echt systematisch gedaan”, bevestigt Annsar Shahhoud, die aan de UvA onderzoek deed naar medische genocide. Ze interviewde zowel slachtoffers als daders en zag hoe artsen deel uitmaakten van het systeem. “Syrische artsen namen deel aan het systematisch doden en martelen van gedetineerden. Het aantal moorden in ziekenhuizen was zelfs hoger dan in gevangenissen.”
‘God heeft de waarheid onthuld’
In 2013 smokkelde een militaire deserteur met de schuilnaam Caesar meer dan 53.000 foto’s van gemartelde en gedode gevangenen het land uit. Het schokkende materiaal uit de periode tussen 2011 en 2013 ging de wereld over. Tijdens een interview met het Canadese CBC in 2017 bekeek Mazen al-Hamada de beelden. Tussen de foto’s herkende hij vermiste familieleden, onder wie een nicht.
“Ze hielp mensen door melk rond te brengen en deed humanitair werk. Ze studeerde aan de universiteit van Damascus”, vertelt hij. Op de foto ligt de jonge vrouw op een betonnen vloer. Een gescheurd zwart shirt en een zwarte sjaal om haar heen. Haar ogen gesloten. “Ze hebben haar vermoord. Haar naam is Rihab. En dit is een van de Caesar-foto’s.”
De foto’s in het Damascus Dossier vormen het huiveringwekkende vervolg op dat eerdere bewijsmateriaal. Ze laten zien hoe de Syrische autoriteiten nog 11 jaar zijn doorgegaan met moorden — en met het macabere proces van het fotograferen en nauwgezet categoriseren van de lichamen. Ook Mazen al-Hamada behoort nu zelf tot die gefotografeerde slachtoffers.
“Nadat ik de Caesar-foto’s zag dacht ik: phew!”, zei Mazen eerder in het interview. “Ik zei: ‘Godzijdank. God heeft de waarheid onthuld, voor iedereen te zien.’"
De tv-uitzending van Pointer is zondag 7 december om 22:10 uur te zien bij KRO NCRV op NPO 2.