'Als wij in de zomer de nesten van lepelaars en zilverreigers gaan tellen op de Sassenplaat, sta je met één voet in het riet en de andere in het plastic.' Eén van de meest bijzondere natuurgebieden van ons land is ernstig vervuild met zwerfafval: de Biesbosch, het enige zoetwatergetijdengebied van Europa.

Harm Blom is er boswachter. Hij maakt zich grote zorgen over het afval dat hij tegenkomt. Het recreatieafval is de laatste jaren enorm toegenomen, vooral door de nieuwe groepen bezoekers die de Biesbosch hebben ontdekt tijdens corona en de warme zomers. ‘Die houden er echt een andere norm op na. En wat dacht je van de toiletgang van al die tienduizenden bezoekers per week. De Biesbosch is een groot openbaar toilet.’

Luister naar de uitzending van Mijke van Wijk:

Het plasticprobleem van de Biesbosch

Plastic vergaat niet

Rijkswaterstaat heeft in 2020 onderzoek gedaan naar het type afval dat in de Biesbosch terecht komt. Eerst zijn er opruimacties gedaan, vervolgens is het afval gesorteerd. En wat blijkt: meer dan 94 procent van het afval is plastic, waarvan het merendeel niet herleidbaar. Een groot probleem, want zoals we inmiddels weten: plastic vergaat niet.

Staatsbosbeheer staat er vrijwel alleen voor, als het gaat om het schoonmaken van het gebied. De Biesbosch ligt in twee provincies en drie gemeenten. Al deze partijen hebben geen wettelijke verantwoordelijkheid om het gebied schoon te houden, wel zegt een aantal van hen tegen ons zich verantwoordelijk te voelen. De rivieren zijn de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. Ook zij hebben in het gebied geen wettelijke taak het oppervlaktewater of de oevers schoon te houden, blijkt bij navraag.

Handen in één geslagen

Staatsbosbeheer heeft niet de financiële middelen om dit gebied schoon te houden, vertelt boswachter Blom. ‘In de Biesbosch werken 18 mensen van Staatsbosbeheer en we krijgen geen euro voor afvalverwerking. Dat doen we er in feite gratis bij. En die tijd en kosten gaan weer af van het natuurbeheer.’

Staatsbosbeheer heeft aan de bel getrokken bij de gemeentes en provincies. De gemeentes Dordrecht, Drimmelen en Altena en de provincie Brabant – provincie Zuid-Holland doet niet mee - hebben de handen ineengeslagen en een campagne opgezet om de 1 á 2 miljoen unieke bezoekers die het gebied bezoeken bewust te maken hun afval mee te nemen. Ook Rijkswaterstaat en waterschap Rivierenland doen mee. Onderdeel is een opruimactie, twee keer per jaar maken vrijwilligers de oevers schoon. 'Maar die komen alleen op de stukken van de Biesbosch die toegankelijk zijn. Wat er allemaal ligt in de enorme ruigte waar geen mens komt, dat weten we niet.' Doordat de Biesbosch een paar keer per jaar overstroomt, kunnen ze er zeker van zijn dat in die ruigte een enorme hoeveelheid afval ligt.

'Vroeger dachten we dat dat afval allemaal naar zee stroomde en dat daar plastic soup ontstond, maar wat blijkt: heel veel blijft achter in de oevers’, zegt rivieronderzoeker Barendrecht. ‘Daar zal schade ontstaan, maar daar is nog niet zo veel onderzoek naar gedaan. Plastic valt uiteen in kleinere stukjes. En dat heeft ook weer specifiekere problemen.’

Microplastics in drinkwater

Eén van die specifiekere problemen is dat kleine stukjes plastic, microplastics genoemd als ze kleiner zijn dan vijf millimeter, in het oppervlaktewater zitten waar drinkwater van wordt gemaakt. In de Biesbosch liggen drie spaarbekkens van drinkwaterbedrijf Evides. Daarin zit water uit de Maas, dat landinwaarts al wordt opgevangen.

Er bestaat geen regelgeving over hoeveel plastic in oppervlaktewater mag voorkomen. Plastics zijn niet opgenomen in de Kaderrichtlijn Water (KRW), de Europese richtlijn die zegt dat het oppervlaktewater in alle lidstaten in 2027 zo schoon mogelijk moet zijn. ‘We hebben daar een lobby voor gevoerd, maar het is tot nog toe niet gelukt,’ zegt Barendrecht. Omdat er geen norm bestaat, kan er niet worden gehandhaafd. Maar het plastic moet wel uit het water worden gehaald door de drinkwaterbedrijven.

Het water van de Maas dat in de spaarbekkens van Evides terecht komt, bevat bij inname meer dan 81.000 stuks microplastics per kubieke meter. Dit blijkt uit wetenschappelijk onderzoek van onder andere KWR Water Research, dat juni dit jaar is gepubliceerd. Op vijf drinkwaterinname locaties in Nederland, waaronder de Biesbosch, is onderzocht hoeveel microplastics in ons drinkwater zitten. In de spaarbekkens van Evides bezinkt het merendeel van de microplastics in de bodem, vertelt Rona Vink, teammanager Techniek en Bronnen bij Evides. Of ze daar blijven liggen en wat dat betekent voor die bodem weet ze niet. 'Dat moeten we onderzoeken.'

‘Hoe schadelijk de microplastics zijn, wordt steeds beter uitgezocht’

Als het water is gezuiverd op de productlocatie, blijft er tussen de 0,2 en 1,5 microplastic deeltjes over in een liter drinkwater, hebben de wetenschappers gemeten. Wat die kleine stukjes die we dagelijks drinken met ons doen, weten we nog niet. Stefan Kools is onderzoeker waterkwaliteit bij onderzoeksinstituut KWR. Hij werkte met zijn collega Patrick Bäuerlein aan dit onderzoek. ‘Hoe schadelijk de microplastics zijn, wordt steeds beter uitgezocht. We weten dat de deeltjes zich kunnen verspreiden door het lichaam. Ontstekingen die op bepaalde plekken in ons lichaam worden gevonden, zouden misschien door die deeltjes kunnen komen. Maar je hoort mijn terughoudendheid. In onderzoek zien we dat als je maar voldoende plastics geeft aan proefdieren of testmodellen, je effecten ziet. Dan kan je zeggen: kijk deeltjes hebben effect op de gezondheid, de vraag is bij hoeveel deeltjes dat een probleem is.’ Hij voegt toe dat we ook deeltjes inademen via de lucht en deze via ons eten binnenkrijgen.

Microplastics meten in drinkwater is moeilijk. ‘Om meerdere redenen. Er bestaat niet zoiets als één soort microplastic. Een microplastic is per definitie kleiner dan vijf millimeter, en dat kan je nog zien met het blote oog. Maar er zijn nog veel kleinere plastics, die je níet kan zien. En er zijn een heleboel verschillende soorten plastic. Dus welke soort meet je en welke grootte? Daar is nog geen standaardmethode voor.’

‘Als we meetmethoden ontwikkelen om naar kleinere stuks plastics te kijken, zullen we het ook meer vinden, is mijn hypothese. En helaas bij plastics blijkt het ook zo te zijn,’ zegt Kools. ‘Dan wordt de grote vraag: wat betekent dat voor onze gezondheid? Op dat antwoord moeten we niet wachten, we moeten ervoor zorgen dat die deeltjes niet in het milieu komen.’

Plastics zijn een veelkoppig monster

Rona Vink van Evides denkt er net zo over: 'Eigenlijk moet er geen plastic in het Maaswater zitten, maar we zien dat de berg aan plastic alleen maar toeneemt. Voorkómen dat het in het oppervlaktewater komt, is de beste aanpak. Want dan hoeven wij het er ook niet uit te halen.' Vink wil ook dat er een plasticnorm in de KRW komt. 'Je wil natuurlijk dat de producenten verantwoordelijkheid nemen om te voorkomen dat plastic in het milieu eindigt. Want we weten nog niet goed genoeg wat de toxicologische effecten zijn van plastics, dat moet nog beter onderzocht worden de aankomende jaren.'

‘Er is veel wat we niet weten, maar we weten wel dat plastics vrijwel onverwoestbaar zijn,’ zegt Gerard Stroomberg, directeur van RIWA Rijn, de vereniging van rivierwaterbedrijven. Hij ergert zich eraan dat er weinig actie wordt ondernomen om plastic uit rivierwater te houden.'

‘Iedereen blijft hangen in: wat is de beste meetmethode voor microplastics? In de KRW staat dat de waterkwaliteit verbeterd moet worden, dus elke maatregel die je neemt is goed. Ga plannen maken. Bijvoorbeeld industrieën langs de Rijn aanspreken die pellets maken. Plastics zijn een veelkoppig monster, je moet ergens beginnen. PFAS net zo, maar daarvan weten we nu dat het gevaarlijk voor ons is en er wordt er actie ondernomen. We moeten het omdraaien: je mag een stof pas toepassen als je weet dat het absoluut veilig is.’

Makers