‘In de zomer zijn er dagen dat je niet buiten kunt zitten,’ vertelt Mariska Hulsewé. ‘En met die hitte slapen wij hier met de ramen dicht vanwege de stank.’ Ze mailt ons in het onderzoek Lokaal Bestuur. Boosdoener van de huidige overlast is volgens Hulsewé de papierfabriek op een steenworp afstand van haar huis.
Ze is niet de enige inwoner van het dorp die last heeft van de fabriek, vertelt ze. Hulsewé is woordvoerder van de bewonersvereniging die zich hard maakt om de overlast (geluid, trillingen en stank) terug te dringen. ‘Ik ben geen eenling, ruim 130 huishoudens hebben zich verenigd om de overlast van de papierfabriek aan te pakken.’
‘Wij hebben hier de grootste open haard van Nederland op 300 meter van de bebouwde kom’
Chloor en rotte eieren
Zelf heeft ze vooral last van de geur die uit de fabriek komt. Ze nodigt ons uit: ‘Kom hier kijken, ruiken en verbazen.’ Maar we hebben ‘pech’. Want aangekomen in het dorp ruiken we heel af en toe een apart luchtje, maar het stinkt niet heel erg. We leggen dat meteen maar even voor aan Hulsewé en twee andere leden van de bewonersvereniging, Bea van Dijken en Hermine van den Berg. Zij leggen uit dat de overlast heel afhankelijk is van de windrichting. ‘Het is nu noordenwind en dan ruik je inderdaad niet zo veel,’ leggen ze uit. ‘Maar als de wind uit het zuiden komt, dan ruikt het hier naar chloor, nat karton en soms naar rotte eieren.’
Ook al ruiken wij de geur tijdens ons bezoek niet, de bewoners hebben er wel degelijk last van. Zo blijkt ook uit de zogenoemde ‘snuffelapp’ waar burgers kunnen melden als ze weer iets ruiken. Daarin schrijft iemand bijvoorbeeld: ‘Het stinkt tegenwoordig bijna elke dag’ en ‘Nu een nare papierpulp/biergistachtige geur van de fabriek tot aan de ijsbaan.’
De fabriek zelf lijkt de geuroverlast ook te aan te willen pakken. Deze maand zijn ze gestart met een proef om de geurhinder tegen te gaan. Door het toevoegen van geurolie moet de stank in het dorp verdwijnen. Hulsewé vraagt zich echter af of dit het gewenste resultaat op gaat leveren. ‘De zere ogen, zere keel, het hoesten, dat blijft en dan ruikt het hele dorp straks in het ergste geval ook nog naar wasverzachter.’
Fabriek weer op volle toeren
De overlast van de papierfabriek ontstond zo’n twee jaar geleden. Tot die tijd had het dorp weinig last van de papierfabriek. ‘Ik woon hier twintig jaar en natuurlijk rook je af en toe wel wat, maar niet zo extreem als nu,’ zo stelt Hulsewé. De fabriek staat er al ruim honderd jaar en maakte tot voor kort wit krantenpapier, zo legt ze uit. Maar omdat daar steeds minder vraag naar was stond de fabriek tussen 2009 en 2015 grotendeels stil.
Hulsewé: ‘In 2016 veranderde dat, ze stapten toen over op het produceren van bruin papier, onder andere voor de kartonindustrie. Vanaf dat moment ging de fabriek weer op volle toeren draaien. Bovendien werd ook de verbrandingsoven volledig ingezet om houtafval en restafval, ook plastic en inktresten, van de fabriek te verbranden. Sindsdien zitten we als bewoners als het koud is onder de enorme stoomwolken van de papiermachine, onder de rookwolken van de verbrander en hebben we last van geluid, trillingen, stof en stank.’
‘We zijn er ingeluisd’
‘Het zure is,’ zo vervolgt ze haar verhaal, ‘dat het volgens de - door de provincie afgegeven - vergunningen gewoon allemaal lijkt te mogen.’ De bewoners voelen zich erin geluisd door de provincie, zegt Hulsewé. ‘Hoe moeten we als niet-ingelezen burgers nu uit vergunningsaanvragen voor pakpapier opmaken dat het gaat stinken en hoeveel? De vergunning is zo ruim dat vragen om handhaving geen zin heeft, want ze mogen gewoon nog veertig procent meer stinken. En wij maar denken dat de overheid betrouwbaar is en opkomt voor zijn burgers. ’
We duiken verder in dit verhaal en zijn benieuwd naar hoe het allemaal precies geregeld is met de vergunningen. En natuurlijk hoe de fabriek staat tegenover de klachten van de bewoners. Daarover later meer.