Een speciaal getrainde communicatieve rechter die meer tijd dan gemiddeld voor je zaak heeft. En bovendien in begrijpelijke taal spreekt en met meer oog voor de niet-juridische kanten van het geschil. Voor mensen met een langlopend juridisch conflict over hun bijstandsuitkering behoort dat nu tot de mogelijkheden. “Er speelt vaak meer dan alleen het juridische verhaal. Op deze manier hopen we ook het conflict achter het geschil op tafel te krijgen en tot een gezamenlijke oplossing te komen.”
Aan het woord is Marion Maes, perswoordvoerder en betrokken bij het nieuwe project van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) – de hoogste bestuursrechter voor geschillen over sociaal zekerheidsrecht. Ze legt uit dat het in het zogenoemde GOO-project (Gericht Op Oplossing) specifiek gaat om zaken die onder de Participatiewet vallen, dus zaken over bijstandsuitkeringen en het begeleiden naar werk. Maes: “Vaak voelen mensen zich onheus bejegend door een overheidsinstelling. Ze worden bijvoorbeeld beschuldigd van fraude en hebben het idee dat ze niet serieus genomen zijn en niet gehoord worden. De rechters die betrokken zijn bij dit project proberen de verschillende, maar ook de gezamenlijke belangen van partijen en het conflict in kaart te brengen in een twee uur durend gesprek.”
Tip voor Robin
Een sociaal advocaat tipt De Monitor deze alternatieve mogelijkheid en oppert dat dit Robin Prijs wellicht zou kunnen helpen. Prijs voert al een aantal jaar een strijd met de Sociale Dienst over zijn bijstandsuitkering en het als gevolg daarvan stopzetten van een bijna afgeronde schuldregeling. Hij heeft inmiddels geen vaste woon-of verblijfplaats meer en een schuld van ruim een ton. Na een voor hem teleurstellende uitkomst bij de rechter is hij in hoger beroep gegaan bij de CRvB.
Helft van burgers wil oplossingsgerichte aanpak
Op dit moment zijn er nog geen zaken binnen het speciale project behandeld, vertelt Maes. “We zijn natuurlijk pas in de zomer gestart en in die periode hebben we de betrokkenen van dertig recent door de rechtbanken behandelde zaken aangeschreven om hen te wijzen op GOO. Daarbij is niet gekeken naar inhoud of slagingskans, dat is aselect gebeurd.”
Betrokkenen werden gevraagd om binnen vier weken te reageren of ze in aanmerking wilden komen. Iets minder dan de helft van de aangeschreven burgers heeft inmiddels aangegeven graag aan de oplossingsgerichte aanpak te willen meewerken. Maar slechts één gemeente reageerde. Toch is het te vroeg volgens Maes om daar nu al de conclusie aan te verbinden dat overheidsinstellingen niet willen meewerken. “We zijn nog aan het uitzoeken waarom zij minder reageren. Dat kan namelijk ook te maken hebben met bijvoorbeeld veranderde werkomstandigheden door corona.”
Open houding noodzakelijk
Dat beide partijen een verzoek indienen voor GOO is namelijk wel een belangrijke voorwaarde om deel te kunnen nemen aan het project. Maes: “We verwachten van zowel de burger als van de overheidsinstelling een houding waarbij men bereid is naar een compromis te zoeken. Er moet ruimte zijn om het conflict in de breedste zin van het woord aan de orde te stellen en om naar de gezamenlijke belangen te kijken. Daarom moeten partijen ook een gezamenlijk verzoek indienen, dan ga je al op een hele andere manier het gesprek in.”
Maes heeft goede hoop dat het project haar vruchten af gaat werpen. “We zijn geïnspireerd door soortgelijke trajecten binnen andere rechtsterreinen, zoals het civiele recht. Dat laat goede resultaten zien.” Mochten partijen ondanks alles toch tegenover elkaar blijven staan na het twee uur durende gesprek met de rechter, dan doet hij alsnog uitspraak.