Hoe degelijk zijn de controles eigenlijk geregeld in hospices waar verpleegkundigen en vrijwilligers zorg bieden aan mensen in de laatste levensfase?  

‘Er is hier nooit iemand op bezoek geweest om te controleren, vertelt coördinator Brigitte de Jong van hospice Lansingerland. De Monitor liep afgelopen maandag een ochtend mee in het bijna-thuis-huis in het Zuid-Hollandse Bergschenhoek waar het opnames maakten voor de uitzending op 3 november.

Vrijwilligers

De zorgtaken van verpleegkundigen en vrijwilligers zijn in dit hospice duidelijk gescheiden, verklaart De Jong – iets wat nog wel eens een grijs gebied is, zo blijkt uit onderzoek van De Monitor. Vrijwilligers zijn er voor het luisterend oor, de koffie en het ondersteunen van de verpleegkundige daar waar nodig. Maar wanneer er bijvoorbeeld medicatie toegediend moet worden, doet een verpleegkundige of huisarts dit. Deze zorgtaak hoort niet tot het takenpakket van de vrijwilliger in dit hospice.

‘Wij bewaken de grenzen van vrijwilligers,’ vertelt hospice-coördinator De Jong. ‘Ik heb regelmatig evaluatiegesprekken met de vrijwilligers. En ze krijgen cursussen aangeboden.’

Voor een hospice is het belangrijk om lid te zijn van de landelijke koepelorganisatie Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ), bijvoorbeeld vanwege de opleiding die ze aan vrijwilligers bieden en de kennisbank waarin kennis gedeeld kan worden. De zorgverzekeraar vraagt soms ook naar het lidmaatschap, vertelt De Jong.

Vrijblijvend

Maar naast allerlei kwaliteitskaders en cursussen, vinden er geen specifieke controles plaats vanuit de VPTZ. Controles gaan niet verder dan een vrijwillige jaarlijkse zelfrapportage. De Jong: ‘We vullen jaarlijks een registratie in, opgemaakt door de VPTZ. Dat is een registratierapportage. Daar staan vragen in zoals: hoeveel cliënten zijn er per jaar? Komen ze uit het ziekenhuis of vanuit huis? Hoeveel vrijwilligers werken er? Hoeveel bestuursleden telt de organisatie? Is er een klachtenregeling en een privacyregeling? Als hospice kies je er zelf voor om deze registratierapportage in te vullen of niet.’

Ze vervolgt: ‘Maar zo’n registratie is vrijblijvend. Het ministerie heeft ons er nooit naar gevraagd. De zorgverzekeraar ook niet. Behalve de officiële papieren, verpleegkundige zorgprotocollen en werkwijzen is er in feite niemand die dit controleert.’

De Jong vindt het overigens niet zo problematisch dat er nog nooit iemand is langs geweest. ‘Wij controleren onszelf. En we zitten niet te wachten op meer regels.’ Toch vindt ze dat er wel iets moet veranderen. ‘Ik vind wel dat je je als hospice moet kunnen verantwoorden.’ Alleen vindt ze het lastig om te beschrijven hoe die verandering er concreet uit moet zien.

Geen zorginstelling

Ook de overheidssubsidie die hospices kunnen ontvangen, stelt een aantal eisen aan het hospice. De overheid stelt bepaalde kwaliteitseisen als voorwaarde voor het krijgen van subsidie. Dit geld kan een hospice gebruiken voor bijvoorbeeld de inzet, coördinatie en opleiding van vrijwilligers.

Ook de zorgverzekeraar stelt voorwaarden aan de zorg van de wijkverpleging of eerstelijnsverpleging, die gedeclareerd kan worden.

De Jong benadrukt dat haar hospice géén zorginstelling is. ‘We hebben zeven kamers en mensen verblijven hier zoals ze thuis verblijven. We zijn een particuliere stichting, dus vallen we niet onder speciaal toezicht.’

Anders is dat voor de zorg, die via wijkverpleging geleverd wordt via een thuiszorginstelling. Die zorg valt onder het toezicht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).

Inspectiedienst

De Monitor vroeg aan de IGJ hoe zij de thuiszorg controleert. Die laat in een schriftelijke reactie weten: ‘Er zijn honderden (thuis)zorgaanbieders. De inspectie werkt risicogestuurd, dat betekent dat we daar langs gaan waar wij de grootste risico’s zien. Deze risico’s bepalen we aan de hand van signalen en meldingen.’

De IGJ heeft in de afgelopen 2 jaar 24 klachten en meldingen binnengekregen over hospices. En het toezicht op de thuiszorgsector is geïntensiveerd. ‘Dat betekent dat wij ook bij hospices langsgaan. Daarnaast reageren wij op meldingen als er iets is misgegaan.’

Over hospices

Er zijn high care en low care-hospices. In de high care is 24 uur per dag een verpleegkundige en/of huisarts aanwezig. Er leven patiënten die bijvoorbeeld constant aan een infuus moeten liggen.
Bij een low care hospice, ook wel een bijna-thuis-huis genoemd, een soort logeerhuizen waar de sfeer zo dicht mogelijk bij de thuissituatie ligt. Soms is er 24-uursverpleging aanwezig, maar niet altijd.
Daarnaast wordt er ook palliatieve zorg aangeboden door woon- en thuiszorginstellingen.

Makers

Verslaggever / Redacteur