Terwijl er grote woningnood is, wonen veel oudere koophuisbezitters nog in grote huizen. Wie 70 jaar is of ouder heeft gemiddeld twee keer zoveel woonruimte als een dertiger. Soms wonen ouderen er zelfs tegen hun zin. Maar waar kunnen zij heen?
“Ik krijg hier woonschaamte”, zegt Yvette (57). Ze staat in de ruime keuken van haar huis, aan de rand van Arnhem. Er staat een grote eettafel midden in die keuken, achter haar valt de zon de woonkamer binnen. Er zijn twee badkamers. En boven haar zijn nog twee verdiepingen met drie slaapkamers en een grote open ruimte.
Veel plek dus. En als haar dochter over enkele jaren het huis uit gaat, dan heeft ze dit helemaal voor haar alleen. Maar: dat hoeft ze niet. Ze kijkt al wat bezorgd naar de trap in het huis, hoe gaat dat als je ouder wordt? En is het wel verantwoord om zo groot te wonen, als je weet dat veel mensen juist staan te springen om woonruimte? “Hier kan een heel gezin wonen.”
Dus ging Yvette op zoek naar een kleinere, meer toekomstbestendige woning. Maar dat valt niet mee. “Er zijn honderd meter verderop nieuwe huizen gebouwd,” vertelt ze ons en wijst op een nieuwbouwproject in dezelfde wijk. Die huizen zijn zo’n 110 vierkante meter, ongeveer een derde kleiner dan wat ze nu heeft. Maar ze kosten ruim 6 ton. “Ik heb een makelaar naar mijn huis laten kijken. Mijn huis is label A en heeft dezelfde locatie. Maar zoveel geld krijg ik toch niet voor mijn huis. Dus ik kan niet doorverhuizen.”
En zo schuift er bijna niemand door in haar wijk, vertelt ze. Mensen willen wel, maar het loont niet. “Er wonen hier zelfs mensen van 80 of 90 jaar oud. Maar bijna niemand kan weg.”
Waar blijven de huizen voor senioren?
Wat Yvette merkt, merken veel meer senioren. Het aanbod seniorenwoningen, zoals huizen met brede deuren en zonder trappen, is er simpelweg nauwelijks.
Het kabinet erkent het probleem en belooft zo'n 290.000 nieuwe woningen voor ouderen in 2030. Alleen komt daar in de praktijk weinig van terecht. Dit jaar komen er maar 2800 huizen bij, stelde ABN Amro eerder dit jaar. De doelstelling is ver uit zicht.
Hoe ouder, hoe groter
Die gebrekkige bouw is een probleem voor iedereen. Want wie 70 jaar is of ouder, heeft gemiddeld zeker 80 vierkante meter per persoon, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat is twee keer zoveel woonruimte als dertigers hebben.
Juist als senioren doorstromen, komt er dus veel plek vrij. Meer seniorenwoningen is zo goed voor de hele sector, schrijft ABN Amro.
Sommige koophuiseigenaren trekken zich dit ook aan. “Ik durf bijna niet te zeggen dat ik in m’n eentje woon", zegt een tipgever tegen Pointer. “Hier zou een gezin met twee of drie kinderen kunnen wonen", stuurt een andere tipgever. “Ik woon te groot.”
En ook het kabinet ziet potentie. Recent beloofde woonminister Mona Keijzer vurig meer passende huizen te bouwen. Tegelijk wil het het kabinet bestaande voorraad beter benutten. Wie lege kamers heeft, zou die bijvoorbeeld mogen verhuren.
Op zoek naar je volgende huis
Maar ondanks alle plannen, blijft het aanbod laag. Zolang de problemen aanhouden, doen senioren er dus zelf ook goed aan om na te denken over hun huidige of volgende woning, schrijft ouderenbond ANBO-PCOB. Kijk of je huis is aan te passen, of waar je anders heen zou kunnen. Want nu gaat het misschien nog allemaal prima. Maar wat als je slechter ter been wordt?
Of zoals de bond op hun website schrijft: “Denkt u er wel eens over na waar u over vijf of tien jaar woont?”
De naam van Yvette is gefingeerd, de echte naam is bekend bij de redactie.