Veel wisselen is niet alleen “vervelend”, het vormt soms “een risico” voor de patiënt, zegt huisarts Jako Burgers, medisch adviseur bij het Nederlands Huisartsen Genootschap over het wisselen van medicijnen. “Wat ik zie, is dat sommige middelen worden gewisseld waarvan ik denk dat het niet verstandig is.”
Jaarlijks zijn er zo’n 9,6 miljoen wisselingen van medicijnen in Nederland. Het wisselen komt bijvoorbeeld omdat een geneesmiddel niet leverbaar is. En vaker nog omdat een ander, meestal merkloos, medicijn met dezelfde werkbare stoffen goedkoper is. Het inkoopbeleid van apothekers en zorgverzekeraars ligt daar aan ten grondslag, evenals het preferentiebeleid, waarbij zorgverzekeraars in opdracht van de overheid alleen voorkeursmiddelen vergoeden.
Miljoenen bespaard
Dankzij de invoering van het preferentiebeleid in 2005 zijn er miljoenen bespaard op de zorguitgaven, wat weer ten gunste zou komen aan betaalbare zorgpremies. Maar vijftien jaar na dato lijkt er soms nog maar een klein financieel voordeel te behalen, aldus Burgers die we spreken voor ons lopend onderzoek naar het wisselen van medicijnen. “Als het om een paar centen gaat per geneesmiddel kun je je afvragen: moeten we op alle slakken zout leggen? Het moet wel substantieel zijn. De afweging is dan: als die pillen door veel mensen worden geslikt, zal het landelijk toch een behoorlijke besparing hebben.”
Een risico
Hoewel Burgers van mening is dat af en toe wisselen best acceptabel is, kan regelmatig switchen naar een ander medicijn volgens hem hinderlijk zijn. “Als je patiënt bent en je slikt bijvoorbeeld vijf, zes, zeven of soms wel tien middelen”, legt hij ter illustratie uit, “en je krijgt elke drie maanden bij een herhaalrecept weer een andere pil, dan is dat is heel vervelend.”
Het wisselen van medicijnen met een vergelijkbare werking verloopt bij de meeste mensen zonder slag of stoot. Maar in sommige gevallen kan het leiden tot problemen, zoals foute inname of het niet innemen van de middelen. Ook kunnen er soms bijwerkingen optreden, of een minder goede uitwerking van het medicijn plaatsvinden.
Wat ik zie, is dat sommige middelen worden gewisseld waarvan ik denk dat het niet verstandig is
Niet altijd is het wisselen van medicijnen dan ook onverantwoord, vindt Burgers: “Wat ik zie, is dat sommige middelen worden gewisseld waarvan ik denk dat het niet verstandig is. Als je bijvoorbeeld astma hebt of COPD (longziekte, red) gebruik je bepaalde inhalatoren die je gewend bent. En dan krijg je (door het wisselen, red) een ander middel wat je anders moet gebruiken.”
Hij vervolgt: “Het risico is dat de middelen uiteindelijk minder goed gebruikt worden. Bij astmamedicatie kan het zijn dat het geneesmiddel minder goed in de longen komt, omdat het gebruik suboptimaal is”, verklaart de huisarts. “Dat wordt wel gecontroleerd in de huisartspraktijk. Maar elke keer wisselen is bij dit soort middelen niet echt verstandig. En ja, daar zouden we het liefst wel wat tegen willen doen.”
Tot slot, zijn de miljoenen wisselingen voor alle patiënten jaarlijks gewoon niet te veel? Burgers: “Ik vind dat er soms wordt gewisseld, terwijl ik niet goed snap waarom. Als het om weinig winst gaat, letterlijk soms, dan denk ik: ja, waar doen we dat dan allemaal voor?”