In ons onderzoek 'Bouwen in beschermde natuur' krijgen we meerdere tips van bouwprojecten op de Veluwe. Daar ligt veel beschermd Natura 2000-gebied, dus het verbaast ons dat daar gebouwd wordt. Hoe kan dat?
Voorbeelden te over van bouwprojecten op de Veluwe: een bungalowpark in Hoenderloo dat uitbreidt, nieuwbouw van villa’s op landgoed Deelerwoud, 12 kavels en een luxe appartementencomplex op landgoed Engelanderholt, het monumentale gebouw Radio Kootwijk dat op de schop gaat en de 15 villa’s op landgoed Prinsenbosch waar we eerder over schreven.
Hoe kan dat?
Als we onderzoeken hoe dat kan (veel van deze bouwprojecten vinden plaats in Natura 2000-gebied of op bijvoorbeeld GNN-terrein), blijkt dat veel projecten al jaren geleden zijn vergund, toen er nog andere wet- en regelgeving was.
Maar ook nu zijn er nog mogelijkheden om te bouwen. Volgens Martin van der Jagt van Stichting Werkgroep Milieuzorg Apeldoorn (SWMA) is dat in Natura 2000-gebied het lastigst. Van der Jagt: “In Natura 2000 is het toch moeilijker om iets gedaan te krijgen. Ze zijn voorzichtiger met Natura 2000.” Maar dat ligt anders in het Gelders Natuurnetwerk, zeker nu vorig jaar de bescherming in de provinciale omgevingsverordening veranderd is. Eerst mocht je niet bouwen in GNN, tenzij er “sprake is van een groot openbaar belang” en je met allerlei regels rekening hield; zoals bijvoorbeeld natuurcompensatie. Nu mag er in het GNN gebouwd worden als “...die geen nadelige gevolgen kan hebben voor de kernkwaliteiten, oppervlakte of samenhang…”. Maar volgens universitair hoofddocent omgevingsbeleid Raoul Beunen zijn die kernkwaliteiten ruim en vrij algemeen geformuleerd. Beunen: “Zo zet je de deur open voor bouwen in de natuur.”
Volgens universitair hoofddocent Beunen is dus juist die beoordeling van de gevolgen voor de kernkwaliteiten lastig, omdat ze zo ruim geformuleerd zijn, maar ook omdat er zelden rekening gehouden wordt met de samenhang met andere activiteiten. “Voor een nieuw bouwproject wordt dan beargumenteerd dat het geen negatieve gevolgen heeft, maar als er meer van dat soort projecten zijn, heeft dat uiteindelijk wel effect op de natuur. Uiteindelijk gaat het om de optelsom van al die verschillende bestaande en nieuwe activiteiten.”
Daarnaast ziet Martin van der Jagt van SWMA dat de krachten in de samenleving - woningbouw, recreatie, landbouw – sterk zijn en dat de overheid zich vaak niet aan de eigen regels houdt. Dus begint de SWMA vaak een juridische procedure, tot de Raad van State aan toe. “De overheid heeft vaak zwakke knieën. Als ambtenaren - van provincie of gemeente - zich netjes aan de wet houden, dan winnen we nooit wat voor de Raad van State.” Volgens Beunen is het een kwestie van prioriteiten. “Hoe gaan we met natuur om? Zit het je maar in de weg en verplaats je het net zo makkelijk van a naar b? Of vinden we het echt belangrijk?”