Een kerncentrale heeft één levensgroot voordeel ten opzichte van een windmolen: hij doet het ook als het niet waait. Toch gaan we onze elektriciteitsvoorziening juist grotendeels afhankelijk maken van windenergie. Die ambitie doet kernenergie de das om, aldus Martien Visser, lector Energietransitie aan de Hanzehogeschool Groningen en verbonden aan de Gasunie. Hoe zit dat?
Hoe groter het aantal windmolens dat we plaatsen, hoe groter het tekort bij windstil weer. Ideaal om dan een CO2-arme kerncentrale achter de hand te hebben, zou je zeggen. Maar dat blijkt lastig. Vriend en vijand zijn het erover eens dat kernenergie commercieel juist ónaantrekkelijker wordt bij meer windturbines. Want als het waait – en dat doet het vaak in Nederland – staat de kerncentrale stil. Voor ons onderzoek Klimaatconflict in de polder kijken we naar welke rol kernenergie kan spelen bij het terugdringen van de CO2-uitstoot.
Volgens Visser is er weinig twijfel over een toename van het aantal kerncentrales wereldwijd. ‘Ook de IPCC (het klimaatpanel van de VN, red.) zegt het: 'Er is een groei nodig van kernenergie om de CO2-doelen te halen. Een andere vraag is of we het in Nederland ook nodig hebben.’
Volgens het Klimaatakkoord moet de elektriciteitsvoorziening in 2030 voor 75 procent uit hernieuwbare bronnen komen, zoals zon en wind. En deze bronnen zullen volgens Visser het grootste gedeelte van de tijd in de totale elektriciteitsvraag kunnen voorzien van Nederland. Visser rekende uit dat we straks gemiddeld slechts 1500 uur (of 2 maanden) per jaar te weinig zon en wind hebben.
Hoe gaan we die periodes opvangen dan?
‘We gaan er nu stilzwijgend vanuit dat we die periodes met aardgas gaan opvangen. Dat zag je ook in een rapport van de Europese organisatie van stroomproducenten Eurelectric, over de CO2-arme elektriciteitsvoorziening. Men veronderstelt, naast flink wat kernenergie, heel veel aardgascentrales om wind- en zonarme perioden op te vangen. Maar aardgascentrales veroorzaken CO2 en dus gaat Eurelectric ervan uit dat die gascentrales worden voorzien van CO2-opslag (waarbij CO2 wordt afgevangen en bijvoorbeeld wordt opgeslagen onder de grond, red.) erbij. Maar dan zou je voor die 1500 uur per jaar een hele dure CO2-opslag gaan bouwen. Dat gaat niemand doen, denk ik.’
Bij een kerncentrale komt überhaupt geen CO2 vrij. Waarom kiezen we daar dan niet voor?
‘Omdat de bouw van een gascentrale in verhouding erg goedkoop is. Kerncentrales zijn veel duurder. Deels komt dat doordat elke kerncentrale opnieuw wordt ontwikkeld, en dat kost geld. Windmolens zijn bijvoorbeeld een stuk goedkoper geworden omdat er sprake is van serieproductie. Als je dat ook doet bij kerncentrales, als je wereldwijd dezelfde kerncentrales gaat bouwen, in serie, dan gaan de kosten natuurlijk ook omlaag.’
Zou het dan ook hier in Nederland interessant kunnen worden?
‘Ik denk alleen als een overheidsbedrijf dat doet. Want het grootste risico achter de bouw van een kerncentrale is dat de overheid onder bepaalde omstandigheden de regels bijstelt. Stel dat een kabinet over 5 à 10 jaar ineens zegt: ‘We doen het toch niet.’ Wat dan? De Nederlandse kolencentrales kunnen ervan meespreken. (Die moeten voor 2030 gesloten zijn, zo is afgesproken in het Regeerakkoord, red.) Het kan alleen als de overheid het zelf doet, óf als er een echt heel stevige garantie wordt gegeven door de overheid.’
U spreekt over gascentrales als beste optie om energietekorten op te vangen, maar we kunnen een overschot aan wind- en zonne-energie toch ook opslaan in bijvoorbeeld batterijen of omzetten in waterstof voor gebruik op een later moment?
‘Wat betreft batterijen moeten we denk ik niet teveel hoop hebben. Een paar uurtjes kunnen ze in de toekomst misschien wel overbruggen. Maar een periode van een paar weken zonder wind en zon kan ook voorkomen. Dan is elektriciteitsproductie met waterstof volgens mij de beste optie. Uiteraard moet die waterstof er wel zijn. We zouden erop kunnen wachten en voorlopig aardgas blijven gebruiken. Maar waarom zouden we daar als Nederland niet versneld op inzetten. Daar heeft niet alleen Nederland, maar de hele wereld plezier van. Kijk naar Denemarken bijvoorbeeld. In 1991 plaatsten ze daar de eerste windturbine in zee. Volkomen onnodig, want er was nog volop ruimte voor windmolens op land. Bijna iedereen verklaarde de Denen voor gek. Nederland stopte in die tijd zelfs met windenergie. Maar de Denen zijn gewoon doorgegaan en nu heeft de hele wereld er plezier van, terwijl de Denen er een goede boterham aan verdienen. Bedrijven als Ørsted en Vestas bouwen die windparken over de hele wereld.’
Als zon en wind andere energievormen de markt uitprijzen, is het dan wel verstandig om op zoveel zon en wind in te zetten?
‘Wind is heel verstandig want we hebben hier een Noordzee waar het veel waait. Zon is ook prima, maar voor het grote plaatje eigenlijk veel minder interessant. De zon schijnt eigenlijk alleen maar in de zomer in Nederland. Die kleine kerncentrale in Borssele produceert dit jaar net zoveel stroom als alle zonnepanelen in Nederland samen.’