Autisme is niet te genezen maar er is een reeks behandelingen die op andere manieren kunnen helpen. Bijvoorbeeld om beter om te leren gaan met autisme in het dagelijks leven. Naast goede therapieën is er ook aanbod waar geen of mager bewijs voor is dat het werkt. Misschien ken jij iemand die daar ervaring mee heeft?
De beste resultaten worden behaald met een behandeling die rekening houdt met alle omstandigheden, dus het kind, de stoornis, mogelijke andere aandoeningen, maar ook ouders en gezin, de school en eigenlijk de hele omgeving van het kind. De principes hiervoor zijn ontwikkeld door de Brit Michael Rutter.
Ook stress in het gezin aanpakken
Kort samengevat zijn dit de principes van Rutter: het denken, de taal en de sociale en emotionele oriëntatie van het kind moeten worden gestimuleerd. Onaangepaste gedragingen moeten worden verminderd. Ander onaangepast gedrag dat niet automatisch met autisme is verbonden, maar wel vaak in combinatie optreedt moeten ook aangepakt worden, zoals hyperactiviteit en boosheid. En de stress in het gezin moet worden aangepakt.
Het meest onderzochte is het behandelprogramma TEACCH. De essentie daarvan is dat alles dus wordt gestructureerd: zowel de ruimte, de tijd als de taken worden duidelijk afgebakend en dat gebeurt zo herkenbaar mogelijk. Dit programma heeft bewezen echt te werken.
Gedragstherapie effectief
Er zijn ook interventies die zich puur richten op de aanpassing van gedrag. Bijvoorbeeld een-op-eensessies met ouders of leerkrachten. Men probeert dan gewenst gedrag te versterken en ongewenst gedrag te verminderen. Volgens het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie lijkt gedragstherapie het effectiefst, zoals de Apllied Behavioral Analysis en de Pivotal Response Treatment. Beide zijn vooral bedoeld om taal en sociale vaardigheden te versterken.
Veel interventies nauwelijks onderzocht
Toch is over veel therapieën nog weinig echt zeker, zo lezen we op de site van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI). “Het is lastig om te zeggen wat werkt in de behandeling van ASS (autismespectrumstoornis, red.). Veel interventies zijn nog nauwelijks onderzocht. En de studies die wel zijn verricht, zijn vaak van onvoldoende kwaliteit om definitieve uitspraken te doen”, zo zegt Erik Mulder, kinder- en jeugdpsychiater bij Accare, een jeugdhulporganisatie. “Meer onderzoek is dan ook hard nodig.”
Er bestaan dus een aantal trainingen die bewezen effectief zijn, voor andere is er mager bewijs. Maar er zijn er ook een hoop waar geen énkel bewijs voor is. Op de website van het NJI staan bijvoorbeeld muziektherapie, auditory integration training (kinderen luisteren dan 10 dagen lang, twee keer per dag een half uur naar elektronisch gefilterde muziek door een koptelefoon), sensorische integratie (beïnvloeding van het zenuwstelsel door gedoseerde zintuigelijke prikkeling).
Te veel vitamines zijn voor een kind niet goed
En dan zijn er nog biomedische interventies zoals eliminatiediëten en vitaminetherapie, waar ook onvoldoende bewijs voor is en die zelfs gevaarlijk kunnen zijn omdat je ook te veel vitamines kunt innemen.
Bij een aantal van die therapieën kan het natuurlijk best zo zijn dat ze onvoldoende onderzocht zijn en dat we echt niet weten wat het doet. Anderen zijn wellicht wel onderzocht en bewezen niet-effectief. We willen daar meer over weten en zullen daar verder onderzoek naar doen.
Kijk hier onze uitzending terug over een homeopathisch alternatief voor vaccineren: