Vanuit het hele land krijgen we tips van bezorgde natuurliefhebbers over het kappen van bos in hun buurt. Soms is dat goed te verklaren, maar soms ook niet. Met een interactieve kaart brengen we de plekken in beeld waar tipgevers ons op wijzen.
Het verlies van bomen die er soms al een eeuw staan roept emotie op. Veel van de zorgen die ons bereiken voor het onderzoek naar bomenkap lijken vooral te zijn gebaseerd op onderbuikgevoelens. Is die kap wel nodig en komen die bomen wel terug, zoals beloofd door de gemeente of terreinbeheerder? ‘Ik zie dat er al jaren veel gekapt wordt, soms hele vlakken, maar een echt overzicht heb ik niet,’ zegt Angelique Bolk uit de gemeente Nissewaard. ‘Ik hoop eigenlijk dat jullie hier wat beter onderzoek naar kunnen doen.’
Global Forest Watch
Hoe zouden we dat aan moeten pakken? Tijdens het inventariseren van de tips stuiten we op de gereedschapskist van de Global Forest Watch, dat burgers in staat stelt om zelf ontbossing te volgen en te rapporteren over de oorzaken. Als gevolg van oprukkende landbouw en industrie verdwijnen wereldwijd veel bomen. Dat proces heeft weer grote gevolgen voor het klimaat, want bomen zijn meesters in het opslaan van Co2. Ze groeien door koolstofdioxide om te zetten in suikers. Kap je een boom, dan komt een groot deel van die Co2 vrij. Afhankelijk van wat er daarna mee gebeurt - op de bosbodem laten rotten of verbranden - neemt die uitstoot verder toe. Met dus gevolgen voor het klimaat.
Nederland moet sinds het Kyoto-verdrag jaarlijks verslag uitbrengen hoe het gesteld is met onze Co2-uitstoot, maar ook de opslag ervan in de natuur. Hoeveel bomen we eigenlijk hebben is dus vanuit klimaatoogpunt ineens heel belangrijk geworden..
Boombedekking
De Global Forest Watch helpt burgers door aan de hand van een aantal bronnen te controleren hoe de boombedekking - oftewel alle vegetatie hoger dan 5 meter - zich in een bepaald gebied ontwikkelt. Met hulp van lokale bewoners en journalisten proberen ze vervolgens aan te wijzen waar eventueel verlies door komt. Kappen door mensen kan een oorzaak zijn voor het verlies aan bomen, maar ook bosbranden of stormen.
Pakken we de kaart van Nederland erbij, dan kunnen we een aantal plekken goed verklaren, maar we zien ook een aantal mystery-spots.
Neem bijvoorbeeld de grens tussen Drenthe en Friesland, met maar liefst twee nationale parken: De Drents-Friese Wold en het Dwingelderveld. Tussen 2001 en 2017 nam de boombedekking in dit gebied met bijna tien procent af, grofweg 800 hectare. Een groot deel van het oorspronkelijke bos heeft hier plaatsgemaakt voor andere natuur, tot groot verdriet van sommige omwonenden.
‘Ik noem het tuinieren. Vroeger had je hier grote stukken aaneengesloten bos, een beetje zoals in Zweden,’ licht tipgever Mieke Vodegel (Stichting de Woudreus) toe. ‘Die zijn gekapt voor wat ik wensnatuur noem: Heide en zandverstuivingen. Voor enkele zeldzame soorten sprinkhanen en hagedissen zou dat beter zijn, maar of het in zijn geheel een betere biodiversiteit oplevert betwijfel ik. In de bossen leefden ook veel vogels. Dat zijn er nu een stuk minder.’
Onverklaarbaar
Andere plekken kunnen we minder goed verklaren. Zo zien we een opvallende strook oplichten ten westen van Eindhoven, in de buurt bij Heeze Leende. Vooral het gebied rond de Lieropse heide lijkt tussen 2004 en 2010 veel bos te hebben verloren.
Sowieso springt Brabant eruit als we bekijken in welke provincies tussen 2001 en 2017 de meeste boombedekking verloren is gegaan. Nederland heeft volgens Global Forrest Watch tussen 2001 en 2017 gemiddeld 21.000 hectare bosbedekking verloren. Vooral in Gelderland, Brabant, Drenthe, Limburg en - opvallend genoeg - Flevoland.