Nederland heeft leegstand van winkels en tegelijk een nijpend woningtekort. Dus bouwen eigenaren graag winkels om tot huizen. Maar hoe staan gemeenten hierin?
“Je herkent ze zo”, zegt Gertjan Slob, hoofd onderzoek bij marktonderzoeker Locatus. “Dan zie bijvoorbeeld ineens een woning met ongewoon grote ramen in een gewone woonwijk. Dan weet je: dat was een winkel die is omgebouwd. En dat gebeurt wel vaak in Nederland, alleen hoor je het nooit.”
Toch is het één van de manieren waarop we nu woningnood aanpakken. Er zijn redelijk wat winkels verbouwd, zo bleek uit vastgoedcijfers vorige week. Een jaar geleden waren er 14.882 lege winkels in het land. Nu zitten we op nog “maar” 12.722, toch een ruime tweeduizend minder.
Die daling komt niet doordat de winkels weer worden verhuurd, maar vooral doordat winkels verdwijnen. “Soms worden ze gesloopt om plek te maken voor woningen”, zegt Slob. “Of ze worden meteen omgebouwd tot een woning. Vooral bij losse buurtsupers zie je dat gebeuren. Zet er een keuken in, een badkamer. Je moet wel wat verbouwen maar daarna verkoop je het als huis.” De lege winkel verdwijnt uit de statistiek van winkelleegstand, en een woningzoeker is geholpen.
Huurprijs
Dát eigenaren winkels willen laten ombouwen is vooral een kwestie van geld. De huurprijs voor een winkel daalt al jaren achter elkaar, volgens Locatus is er in 10 jaar tijd zo’n 40 procent vanaf gegaan. Huizenprijzen zijn in dezelfde tijd ongeveer verdubbeld en dan kom je op een gegeven moment op het punt dat een winkel verhuren minder oplevert dan een woning. En dus ga je ombouwen. “In de drukke winkelstraten loont dat nog niet. Maar aan de randen van winkelcentra wel”, zegt Slob. “En die daling van huurprijzen zie je in heel Nederland, in grote en kleine steden.”
Gemeente
Maar gaan we hier ook serieus het probleem mee aanpakken? Dat is moeilijk te zeggen, want het is niet precies bekend hoeveel winkels er tot woning zijn omgebouwd en hoeveel er nog kunnen bijkomen.
Op papier lijkt het dat er nog meer mogelijk is. Volgens het centraal bureau voor de statistiek (CBS) staat er in sommige gemeenten meer dan 10 procent van hun gebouwen leeg. Kantoren, oude bedrijfsgebouwen, speelgoedzaken, schoenenwinkels, toen warenhuis V&D omviel kwam er al leegstand bij. Locatus schat in dat eigenaren meer willen ombouwen zolang huizenprijzen hoog zijn en winkelhuren laag.
Alleen mág ombouw soms niet. Aan een winkelpand hangt een bestemmingsplan en pas als de gemeente dat wijzigt, kan een winkel een huis worden. Dat was zeker de afgelopen jaren wel eens een belemmering. Pas de laatste tijd worden gemeenten soepeler. Volgens de branchevereniging voor Nederlandse gemeenten (VNG) zien dorpen en steden ook de winkelleegstand oplopen, zeker sinds corona. En dus is de houding binnen gemeenten aan het veranderen. Van een belemmering, is het nu eerder beleid geworden om meer woningen in de winkelstraten te krijgen. Want dan houd je na sluitingstijd leven in de brouwerij.
‘‘Dat is niet altijd zo eenvoudig, want de panden zijn meestal in particuliere handen of van beleggers”, zegt een VNG-woordvoerder over de ombouw. “Die moet je achterhalen en er samen uitkomen, dus daar gaat vaak een lange adem overheen.” Maar gemeenten willen wel. “We hebben een woningcrisis.”
Winkels
En zo kan de ombouw nog even doorgaan, want zeker sinds mensen vaker boodschappen laten bezorgen en online shoppen, zal de vraag naar winkeltjes laag blijven.
Betekent dit dan ook dat die leuke buurtwinkels verdwijnen? De groenteboer, een bakker, een hobbyzaak? Ja, zegt Slob. Al kan hij het ook wat nuanceren. “In de jaren negentig was het precies andersom, toen bouwden we allerlei woningen om tot winkels. Het gaat heen en weer.”