Overal in Nederland zijn groepen burgers bezig om zelf duurzame energie op te wekken. Niet voor niets horen wij in ons onderzoek Klimaatconflict in de polder steeds terug hoe belangrijk betrokkenheid van de buurt is. Wat is hier dan het belang van?
In Nederland is veel verzet tegen duurzame energie, met name dan tegen windturbines. Maar is windenergie echt onpopulair? Er zijn wat ambivalente feiten over te vinden. Drie jaar geleden deden we al onderzoek naar windturbines en telden we tientallen protestgroepen. Ga je nu googelen, dan vind je zeker nieuwe tegenstanders. Maar een recent opinie-onderzoek van Motivaction stelt dat circa tachtig procent van de Nederlanders wel degelijk positief is over het verduurzamen van de energievoorziening. 63% is bovendien voor windturbines op land, 75% zelfs voor wind op zee.
Windmolens onacceptabel
Dit soort opvattingen kan veranderen als de energietransitie in de eigen achtertuin plaatsvindt. Uit datzelfde onderzoek blijkt namelijk dat een kwart ‘het (zeer) onacceptabel vindt als hun directe omgeving verandert door de komst van windmolen- en zonneparken en hoogspanningsleidingen.’ In het wereldje van de windenergie is dit een open deur. Nimby-gedrag, oftewel not in my back yard, is bijna een gegeven.
Nou zijn er natuurlijk windturbines waar omwonenden redelijke bezwaren tegen hebben geformuleerd. Wij hebben zelf laten zien dat de beslissing om in de Drentse Veenkoloniën windturbines te bouwen zo snel verliep, dat de bewoners zich met recht overvallen voelden. Zelfs de Natuur en Milieufederatie in die provincie had begrip voor het verzet, en bepleitte al om bewoners van meet af aan te betrekken.
Maak burgers medeplichtig
Ook in ons huidige onderzoek horen we het continu: betrek de bewoners, anders is het kansloos. Neem Sybrand Frietema de Vries van de Energiewerkplaats Fryslân, een organisatie die vrijwilligers helpt bij de energietransitie. Frietema is een groot voorstander van de beweging van onderop. Hij gelooft dat je de burger ‘medeplichtig’ moet maken aan de oplossing. Maar dat ziet hij bij veel gemeenten niet gebeuren. ‘Je moet burgers niet als sukkels zien die iets moeten.’ Nee laat ze meedenken, meetekenen en geef ze daarmee een aandeel in het plan.
We spraken ook met Gerlach Velthoven van Betuwewind, een lokale coöperatie die wind en zonne-energie ontwikkelt. Hij is enthousiast over voorbeelden waarin de omgeving echt participeert, zoals in Culemborg waar een lokale windproject 50% eigendom van de burgers wordt en 20% van de grondopbrengsten gedeeld wordt met de omgeving. Ik vroeg hem of hij gelooft dat de enorme opgave die Nederland wacht wel geregeld kan worden vanuit coöperaties als de zijne. Hij is optimistisch: ‘Wij hebben even de tijd nodig om te laten zien dat het werkt. We gaan als coöperatie nu 1 miljoen winst per jaar maken. En dat maken we lokaal zichtbaar, door het weer te investeren. Daar heb ik mijn hoop op gevestigd. Dan zien ze wat een enorm verschil het voor de gemeenschap maakt. Dan worden de windturbines van ons.’
Draagvlak
Toch betekent dit niet dat iedereen enthousiast wordt als de gemeente eist dat er ‘draagvlak’ is. Een paar bronnen zeggen dat het dan meteen over de definitie van draagvlak gaat en kan eindigen met een referendum. Politici die een referendum willen over windenergie gaan de boel politiseren, en zo vrezen sommigen, dat zet het niet altijd aan tot echte betrokkenheid. Als ik Frietema vraag hoe je dat dan moet aanpakken zegt hij: ‘Essentieel is dat de energieopgave, dus het grote doel, meteen duidelijk moet zijn. Daarna moeten mensen dat zelf kunnen gaan invullen. Dan wordt voor hen ook duidelijk dat als je minder windturbines wilt, je meer moet besparen.’
Aardbeving
De duidelijkste vorm van de betrokkenheid van onderop is de lokale energiecoöperatie. Veel daarvan zitten in Groningen. Daar zijn een paar redenen voor: de aardbevingen maken dat men zelf wat wil veranderen. Bovendien, zo vertelt Joris de Winter van de Groninger Energie Koepel, realiseert men zich dat elk jaar een bedrag van 400 miljoen euro de provincie verlaat. Waarom zou je dat niet proberen zelf te houden. ‘Het gaat vooral over de regie. We zijn de regie over de energie compleet kwijt geraakt. Maar het gaat ook om de sociale component, het verstreken sociale cohesie.’
Een andere reden voor de groei van de coöperaties is dat de Groninger Energie Koepel heel actief is. ’De transitie is een kans. Wij gaan dorpen en groepen af om mensen aan te sporen actief te worden. We zoeken aansluiting bij sociale clubs, dan stellen we een infoavond voor.’ Volgens De Winter is het onontkoomaar dat er meer windturbines komen. ‘De impact daarvan is groot. Dat kan niet zonder draagvlak. Dan krijg je steeds fellere weerstand. Transitie kan niet lukken zonder dat de directe omgeving meeprofiteert.’
De successen van lokale initiatieven zijn onbetwist. De grote vraag is of het realistisch is om alles wat de overheid aan wind- en zonne-energie wil, van onderop te organiseren valt. Ook andere belangrijke ontwikkelingen, zoals wijken die van het gas af moeten of geothermie, kunnen tot allerlei problemen leiden. Weet jij meer over hoe je de energietransitie het beste organiseert, of ken je alternatieven die je hier niet terugziet, meld je aan via het tipformulier.