Uit een enquête onder ouders, docenten en leerlingen blijkt dat ruim 50 procent van de kinderen op de basisschool en in het voortgezet onderwijs liever niet naar de wc gaat op school. Belangrijkste reden: het stinkt en het is vies. Maar hoe erg is het werkelijk gesteld met de schoonmaak en het onderhoud van scholen? 

Vieze scholen

Een vieze lucht en vieze toiletbrillen zijn de belangrijkste reden voor kinderen om hun behoefte op te houden tot ze weer thuis zijn. Dat bleek vorig jaar uit een onderzoek van onderzoeksbureau Kantor Public (voorheen TNS Nipo). Het is niet de eerste keer dat dit probleem wordt gemeld. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau uit 2012 bleek ook al dat er veel is aan te merken op de hygiëne in scholen.

En niet alleen mensen van buiten zien een probleem. De scholen gaven zelf, in een recent onderzoek uit 2017 van het Ministerie Van Onderwijs, ook aan ontevreden te zijn over het zogenaamde ‘binnenmilieu’ van schoolgebouwen. Dat is kortgezegd de toestand van de school binnen de muren van het gebouw. Uit een inspectie van de scholen blijkt bijvoorbeeld dat er nog maar weinig gebruikt wordt gemaakt van speciale tegels die de hygiëne op het toilet aanzienlijk kunnen verbeteren.

Om die verbeteringen door te voeren moet er vaak ingrijpend verbouwd worden. En de renovatie van schoolgebouwen is een kostbare zaak. Zo stelt een schoolmedewerker in het onderzoek: ‘Ik weet dat er plannen zijn voor renovatie van het gebouw. Ik hoop dat daar voldoende budget voor vrijkomt, gezien het feit dat het gebouw gedateerd is, sanitair en wc’s onhygiënisch zijn en er regelmatig reparaties moeten plaatsvinden.’

Vette spaarpot scholen

Jaarlijks krijgen scholen geld van de overheid voor de schoonmaak en het onderhoud van hun gebouwen. De afgelopen jaren is het bedrag dat scholen hiervoor krijgen ongeveer gelijk gebleven. Je zou denken: als het zo slecht is gesteld met de hygiëne en het onderhoud, dan kan de overheid toch meer geld overmaken naar de scholen?

Maar zo simpel is het niet. Uit de ‘Financiële staat van het Onderwijs’ van de Inspectie voor het Onderwijs (een overzicht van hoe de scholen er financieel voorstaan) blijkt dat scholen ieder jaar minder geld uitgeven en meer geld krijgen dan ze zelf hebben begroot. Hierdoor blijft er aan het eind van het jaar geld over. Desondanks stellen onderwijsinstellingen toch dat er een tekort is. De vraag is of dat komt omdat ze teveel geld op de bank zetten, of omdat ze echt structureel te weinig krijgen.

Voor de kinderen en ouders die meededen aan de enquête maakt dat niet zoveel uit. Bijna de helft van de ouders ziet kinderen thuiskomen zonder dat die naar het toilet zijn geweest op school. En een deel van de ouders denkt zelfs dat de ziekmeldingen onder kinderen zal afnemen, als het toilet schoner wordt.

Makers