Door te veel schermtijd raken steeds meer kinderen bijziend en hebben ze een bril nodig om veraf goed te kunnen zien. Maar brillenglazen - vooral de speciale glazen die bijziendheid afremmen - zijn prijzig en worden op dit moment niet vergoed vanuit het basispakket. Hans Spekman van het Jeugdeducatiefonds maakt zich zorgen over de tweedeling die daardoor ontstaat: “Niet iedere ouder kan zich een dure bril veroorloven. En geen bril betekent: minder goed kunnen meedoen in de klas.”
In het radioprogramma Spraakmakers (KRO-NCRV) vertelde Hans Spekman over de pilot van het Jeugdeducatiefonds die vandaag van start gaat. Het Jeugdeducatiefonds helpt via de basisschool kinderen die in armoede opgroeien. Bij het fonds krijgen ze de laatste jaren steeds meer aanvragen van ouders die de bril voor hun kind niet kunnen betalen. Met de pilot die vandaag van start gaat, wordt op vijf scholen onderzocht hoe groot dit probleem precies is.
Herken jij dit probleem als ouder of leraar?
Steeds meer kinderen bijziend
Waarom neemt het aantal aanvragen bij het Jeugdeducatiefonds zo toe? Bijziendheid (een bril nodig hebben voor veraf) bij kinderen komt steeds vaker voor. Oogartsen maken zich al langer zorgen en spraken onlangs in de Volkskrant zelfs over een epidemie. Volgens oogarts Caroline Klaver heeft inmiddels de helft van alle jongeren van 20 jaar een bril nodig voor veraf. Tachtig jaar geleden was dat nog maar één op de vijf. Oorzaak van die epidemie? Een overdaad aan schermtijd.
Natuurlijk kan bijziendheid ook een genetische oorzaak hebben. Maar dat zóveel meer kinderen een bril nodig hebben dan vroeger, wordt veroorzaakt door de vele uren die kinderen achter een tablet, televisie of smartphone doorbrengen, legt oogarts Klaver in de Volkskrant uit. Vooral als zo’n scherm dicht bij het gezicht wordt gehouden. Want als het oog langdurig moet scherpstellen op een punt dicht bij het gezicht, wordt de lens bol. En als dát heel vaak gebeurt, kan de lens langer worden. En dan is een bril voor veraf nodig om nog goed te kunnen zien.
Dure brillenglazen
Maar volgens Hans Spekman is er ook een andere reden waarom steeds meer ouders zich melden. “Brillenglazen zitten op dit moment niet in het basispakket. Dus je moet als ouder al aanvullend verzekerd zijn om überhaupt een vergoeding te krijgen. De vergoedingen vanuit de aanvullende verzekering zijn vaak ook heel beperkt.” En dus komt het neer op de eigen portemonnee. Maar veel ouders kunnen zich geen dure bril veroorloven. Vooral de speciale brillenglazen die bijziendheid afremmen, zijn prijzig. Prijzen van achthonderd euro voor een bril zijn niet uitzonderlijk. En omdat kinderen groeien, moet zo’n bril jaarlijks opnieuw worden aangeschaft.
Niet alleen de allerarmste gezinnen worstelen met de aanschaf van dure brillen, aldus Spekman: “Wij zien dat ouders tot aan een modaal inkomen het zwaar hebben met hun financiën. Alle focus gaat dan naar het betalen van de huur en de duurder geworden boodschappen. Dan is een bril van honderden euro’s gewoon heel veel geld.” Op de scholen waar Spekman komt, ziet hij hoe kostbaar een bril voor sommige kinderen is. “Je ziet dat kinderen bang zijn om thuis te vertellen dat de bril kapot is gegaan op het schoolplein, omdat mama geen nieuwe kan betalen. Dat is toch hartverscheurend?”
Tweedeling
Volgens Spekman is het hoog tijd dat er wordt nagedacht over een oplossing voor dit probleem, omdat de consequenties mogelijk verder reiken dan je in eerste instantie zou denken. “Als je als kind een bril nodig hebt maar die niet draagt, hoe kun je dan leren in de klas? En wat betekent dat dan bijvoorbeeld weer voor je kansen op de arbeidsmarkt later?”