De vraag naar draagmoederschap in Nederland neemt toe. Maar door de strikte criteria komen gemiddeld slechts zes paar wensouders in Nederland in aanmerking voor IVF-draagmoederschap. Veel stellen, waaronder homoparen, vallen buiten de boot, leren we in ons onderzoek Kinderwens. De beroepsgroep van gynaecologen NVOG adviseert om de teugels te laten vieren, en in ieder geval de behandeling ook voor homostellen mogelijk te maken. En terwijl er binnen de IVF-klinieken een discussie is losgebarsten over wie deze handschoen gaat oppakken, rijst er een nieuwe, niet onbelangrijke vraag: Wie gaat dit betalen?
De kosten voor het medisch technische traject zijn een paar duizend euro. En dat loopt fors op als je de psychische en juridische counseling van wensouders en de draagmoeder en haar partner erbij optelt. En juist die uitgebreide counseling vinden de deskundigen van groot belang om de behandeling zorgvuldig te laten verlopen en de risico’s te beperken. Er is op dit moment namelijk geen wet- of regelgeving die rechtszekerheid biedt voor de betrokken partijen bij draagmoederschap. De totale kosten lopen dus in de duizenden euro’s en dat is nu niet te verhalen op de zorgverzekeraar.
Bruno Bruins wil weten of het vergoed kan worden
Wel heeft Bruno Bruins, de minister voor Medische Zorg en Sport, deze zomer aan Zorginstituut Nederland advies gevraagd over de financiering van zo’n complex IVF-traject. En dan met name in welke gevallen draagmoederschap binnen het basispakket kan worden gefinancierd. De aanleiding voor deze vraag is één van de aanbevelingen van de Staatscommissie Herijking ouderschap, een rapport over onder meer vraagstukken rond afstamming, meerouderschap en draagmoederschap. Ook deze staatscommissie signaleert dat de vraag naar draagmoederschap toeneemt en dat de beperkte mogelijkheden in Nederland aanleiding zouden kunnen zijn voor wensouders om naar het buitenland te gaan voor de behandeling met een draagmoeder. Het is volgens de commissie wenselijk om daar iets aan te doen.
De wensmoeder heeft de medische indicatie, maar die is niet overdraagbaar van de ene naar de andere baarmoeder.
Geen vergoeding vanuit de zorgverzekeringswet
Een woordvoerder van het Zorginstituut laat ons desgevraagd weten dat er op dit moment géén vergoeding mogelijk is vanuit de zorgverzekeringswet. ‘Als algemeen uitgangspunt geldt dat medische interventies die worden verricht bij mensen die daarvoor niet een eigen medische indicatie hebben, geen verzekerde prestatie zijn en dus niet voor vergoeding door de verzekeraar in aanmerking komen.’ Concreet betekent het in dit geval dat de wet uitgaat van een vrouw die zelf geen kind kan krijgen. En dat is bij een draagmoeder juist niet het geval. ‘Zij is degene die de behandeling ondergaat. Maar de wensmoeder heeft de medische indicatie, en die is niet overdraagbaar van de ene naar de andere baarmoeder.’ Het Zorginstituut stelt dat er een aanpassing van de wet nodig is als de minister wil dat de behandeling toch vergoed moet worden. Een andere aanbeveling van de Staatscommissie is nieuwe wetgeving die ervoor zorgt dat de zowel de wensouders, als de draagmoeder en bovenal het kind beter juridisch beschermd zijn. Maar daarover is nog steeds geen politiek besluit genomen.
Eerst politiek besluit nodig
De Zorgverzekeringswet kent op dit moment al een soortgelijke regeling bij orgaantransplantatie. ‘Want iemand die bij leven een orgaan doneert, heeft zelf geen medische indicatie. Hij of zij doet dit om iemand anders, die wél een medische indicatie heeft, te helpen. Maar óók de donor heeft een medische behandeling, zoals een ziekenhuisopname en een operatie nodig. En daarvan heeft de politiek gezegd: “We vinden het belangrijk dat mensen doneren, dus passen we de financiering aan”. Het Zorginstituut stelt verder dat overwogen kan worden om door wijziging van regelgeving ook te voorzien in een vergoeding vanuit de basisverzekering in situaties waar de wensouders zelf geen medisch vruchtbaarheidsprobleem hebben. Zoals in het geval van bijvoorbeeld homoparen. ‘Het is nu de vraag in hoeverre we dit willen regelen in Nederland.’ Het Zorginstituut vindt in ieder geval dat er eerst een politiek besluit genomen moet worden over de aanbevelingen van de Staatscommissie Herijking ouderschap. ‘Als daaruit de politieke wens naar voren komt dat er meer geregeld moet worden op het gebied van draagmoederschap, en dat dit gepaard moet gaan met uitbreiding van het verzekerde pakket, dan geven wij de minister hierover graag advies.'