‘Homostellen met een kinderwens moeten in Nederland terecht kunnen voor IVF-draagmoederschap.’ Dat zegt gynaecoloog Annemiek Nap van de beroepsvereniging NVOG. Lange tijd was dat niet mogelijk omdat in Nederland geldt dat beide wensouders genetisch verwant moeten zijn met het kind. Die eis wordt nu losgelaten en gewijzigd in genetische verwantschap met tenminste één van de wensouders. Ook IVF-draagmoederschap met een donorgeslachtscel is voortaan mogelijk.
Tot nu toe konden mannenstellen in Nederland alleen een kindje krijgen via laagtechnologisch, ofwel traditioneel draagmoederschap. Dat betekent in de praktijk dat het kindje genetisch verwant is aan één van de mannen én aan de draagmoeder, die dan dus bevalt van een biologisch eigen kind. Dat is niet iets waar homostellen en draagmoeders altijd voor willen kiezen. Het alternatief is een zwangerschap met een eiceldonor. Maar dat is in Nederland nog niet mogelijk.
Mannen voelen zich buitengesloten
Deze zomer werd de laatste hand gelegd aan het nieuwe modelreglement van de Embryowet. Een document dat praktische handvatten biedt voor gynaecologen, IVF-artsen en embryologen hoe ze in de praktijk om moeten gaan met de Embryowet. En daarin is ook een hoofdstuk gewijd aan de ingewikkelde procedure rondom draagmoederschap. De oude richtlijn stamt nog uit de jaren negentig en geeft géén ruimte aan mannen om te kiezen voor IVF-draagmoederschap, waarbij de eicel dus níet van de draagmoeder komt. Dit leidt tot een hoop discussie; mannen voelen zich buitengesloten.
‘Voortplanten is hele basale behoefte’
‘De behoefte om je voort te planten is een hele basale,’ zegt Nap, ‘dat moet je echt heel serieus nemen.’ De afgelopen jaren neemt het aantal mannen dat op deze manier een kind wil krijgen toe. 'Daar moet je als beroepsgroep wat mee. Want anders laat je deze mannen over aan buitenlandse systemen. Met alle problemen van dien. Denk aan uitbuiting, maar ook juridische bescherming van het kind dat later wel in Nederland geboren wordt.’ En dus pleiten de gynaecologen ervoor om het in Nederland goed te regelen. Overigens niet alleen voor homostellen. ‘Nee, ook bepaalde vrouwen vielen buiten de boot,’ zegt Nap.
Lokaal protocol bepaalt de praktijk
Want alhoewel de gynaecologen in hun nieuwe document voorschrijven wat er wel en niet gewenst is op het gebied van bijvoorbeeld draagmoederschap, laten ze de uitvoering over aan de IVF-klinieken. Het lokale protocol van de kliniek bepaalt welke criteria worden gehanteerd. En in de praktijk betekent dit dat IVF-draagmoederschap in Nederland op papier weliswaar verruimd is, maar dat het in de praktische uitvoering nog niet geregeld is. De enige kliniek in Nederland die de behandeling uitvoert, het VUmc in Amsterdam, hanteert nog steeds hele strikte regels. Waardoor de deur vooralsnog gesloten blijft voor mannen. Én voor sommige vrouwen. ‘Niet alleen de afwezigheid van een baarmoeder zorgt ervoor dat je niet vruchtbaar bent,’ zegt Nap. ‘Maar dat is nu wel zo’n beetje de enige indicatie die je als vrouw moet hebben om in aanmerking te komen; géén baarmoeder, een ernstige afwijking aan de baarmoeder, of de indicatie dat je als vrouw dood kunt gaan van een zwangerschap, door bijvoorbeeld ernstig hartfalen.’
Ik zeg altijd: je hebt waarschijnlijk wel een zes op je dobbelsteen. Alleen heb je m nog niet gegooid.
Vruchtbaarheid is complex
Terwijl we inmiddels ook de voorbeelden kennen van heterostellen die na talloze intensieve IVF-behandelingen níet zwanger zijn geworden. ‘Vruchtbaarheid is een complex ding,' zegt Nap die deze voorbeelden ook in haar eigen ziekenhuis tegenkomt. ‘Ik zeg altijd: je hebt waarschijnlijk wel een zes op je dobbelsteen. Alleen heb je m nog niet gegooid. Na drie of vier pogingen kun je medisch inderdaad niet vaststellen dat iemand niet vruchtbaar is.’ Toch kan Nap zich voorstellen dat mensen na zo’n intensief traject ‘klaar zijn met hun eigen baarmoeder’ en dan andere oplossingen gaan zoeken. Zoals onze tipgever Suzanne, die draagmoeder wilde zijn voor haar zus.
Zwangerschap met andermans eicel is gevaarlijker
‘Ze hebben het zuiver bedacht. Je kunt wel samen een kind maken, maar je hebt helaas geen geschikte baarmoeder. Om wat voor reden dan ook. Dus ‘leen’ je er eentje. Ik snap dat.’ Toch vindt Nap het zelf als arts ook een lastige afweging. ‘Draagmoederschap met andermans eicel is niet zonder gevaar. Je hebt enkele procenten meer kans op complicaties. Doordat de eicel niet van jezelf is, kunnen er sneller immuunreacties optreden, denk aan zwangerschapsvergiftiging. Dit maakt zo’n zwangerschap wel gevaarlijker voor de draagmoeder.’ Dit is volgens Nap iets waar de wensouders en de draagmoeder zich heel erg goed van bewust moeten zijn. ‘Maar ook een arts moet daar zelf gewoon achter kunnen staan.’ Daarnaast zijn de kosten die gemaakt worden bij een gecompliceerde zwangerschap hoog. ‘En die zijn dan voor de samenleving. Daar moet je dus gewoon kritisch naar kijken.’
‘Traditioneel draagmoederschap psychisch groter risico’
Suzanne heeft uiteindelijk via laagtechnologisch, ofwel traditioneel draagmoederschap met een genetisch eigen eicel, een kindje gekregen voor haar zus. ‘Psychisch, ethisch, en juridisch is dit natuurlijk een veel groter risico binnen de familie.’ Nap hoopt dat de huidige situatie in Nederland uiteindelijk verandert. ‘Vanwege de beperkte aantallen is het niet wenselijk dat er veel klinieken zijn die dit gaan doen. Eén kliniek was lange tijd genoeg. ‘Het is een ingewikkelde procedure, daarmee moet je expertise op kunnen bouwen. Maar door de toegenomen vraag biedt ons reglement nu ruimte voor twee klinieken in Nederland.’
De rechten van zowel wensouders als het kind zijn nu onvoldoende gewaarborgd. En dat kan voor ziekenhuizen een reden zijn om terughoudend te zijn.
Betere juridische bescherming
Waar wachten we dan op zou je denken? ‘Draagmoederschap is juridisch onvoldoende beschreven in de wet. De rechten van zowel wensouders als het kind zijn nu onvoldoende gewaarborgd. En dat kan voor ziekenhuizen een reden zijn om terughoudend te zijn.’ Een staatscommissie, ingesteld ter voorbereiding van een verandering van de wet, heeft uitvoerig onderzoek gedaan naar meerouderschap en heeft ook aanbevelingen gedaan over wettelijke aanpassingen omtrent draagmoederschap. ‘Als het kabinet de juridische aanbevelingen overneemt, kunnen wij als artsen de medisch technische kant goed regelen.’