Niemand hoopt ooit een arbeidsongeschiktheidsuitkering te hoeven aanvragen. Toch is het jaarlijks de realiteit voor tienduizenden mensen die bij uitkeringsinstantie UWV moeten aankloppen. Eén daarvan is Ben. Na een zwaar motorongeluk kan hij zijn oude baan niet meer uitoefenen. Maar een uitkering krijgt hij niet. Hoe kan dat?
“In 2020 reed ik op mijn motor terug van werk, voor mij stopte een auto die linksaf wilde slaan. Toen is een auto met zo’n 80 kilometer per uur van achter op mij gereden”, vertelt Ben Tiber (57), terwijl hij wijst naar een foto die vlak na het ongeluk is genomen. De ‘afdruk’ van zijn compleet verwoeste motor is duidelijk zichtbaar op beide auto’s. Zelf weet hij er niets meer van: “Mijn hersenen hebben de herinneringen uitgewist, ik werd plotseling wakker in een ziekenhuis."
Op naar het UWV
Ben is blij dat hij nog leeft, maar het ongeluk laat zijn sporen na. "Ik heb maanden niet goed kunnen bewegen en uiteindelijk bleek dat ik ook hersenletsel heb opgelopen. Nog steeds heb ik last van frozen shoulders en nekklachten."
Het is niet meer mogelijk om zijn oude werk te hervatten. Met veel plezier werkte Ben als instructeur bij Mad Science, waar hij langs basisscholen ging om kinderen door middel van proefjes en experimenten op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met wetenschap. “Dat was echt topwerk, maar helaas veel te prikkelgevoelig voor wat ik nog aankan.”
Ben belandt in de ziektewet – dat betekent dat zijn werkgever maximaal 2 jaar het grootste deel van zijn loon doorbetaalt, terwijl ze gezamenlijk zoeken naar een plek om weer aan het werk te gaan. Wie daarna nog steeds niet in staat is om te werken, mag zich melden bij het UWV voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dat overkomt ook Ben. “Maar toen begonnen de problemen pas echt”, verzucht hij.
Was ik maar piloot
Wie zich bij het UWV meldt, krijgt eerst een medische keuring. Op basis daarvan wordt bepaald of je überhaupt nog kan werken. Dat is het geval wanneer het UWV drie functies kan vinden die je nog kunt uitvoeren. Vervolgens kijkt de uitvoeringsinstantie naar de terugval in salaris. Het laatstverdiende salaris wordt vergeleken met het salaris dat iemand met beperking in een minder belastende baan nog zou kunnen verdienen.
Pas bij een inkomensterugval van meer dan 35 procent heb je recht op een uitkering. Voor mensen met lage inkomens (maximaal 12,55 euro per uur) is het daarom veel moeilijker om een arbeidsongeschiktheidsuitkering te krijgen dan voor mensen met hoge inkomens (meer dan 23,35 euro per uur).
"Het systeem is inderdaad niet eerlijk, want het discrimineert"
Een voorbeeld: een piloot en een rij-instructeur verliezen allebei een oog en kunnen hun huidige baan niet meer uitvoeren. Ze kunnen wel nog als receptionist aan de slag. De piloot wordt afgekeurd en ontvangt een uitkering, want zijn salaris gaat meer dan 35 procent achteruit. De rij-instructeur niet, want zijn inkomensterugval is minder dan 35 procent. Door dit systeem hebben mensen met hoge inkomens twee keer zoveel kans op een arbeidsongeschiktheidsuitkering als mensen met lage inkomens, berekende een onderzoekscommissie onlangs.
Gaat niet over gezondheid
Daarom krijgt Ben, ondanks zijn hersenletsel en fysieke problemen, geen uitkering. Zijn inkomensterugval is volgens het UWV minder dan tien procent. “Dat is de regel. Hoe ze erbij komen? Ik snap het niet. Het is gewoon oneerlijk, want het gaat helemaal niet over je gezondheid.”
Dat het oneerlijk is, vindt ook Bernard de Leest, advocaat sociaal zekerheidsrecht. Hij staat al meer dan veertig jaar mensen bij die bezwaar maken bij het UWV: “Het systeem is inderdaad niet eerlijk, want het discrimineert. Dat doen we al jaren zo, we behandelen mensen met lage inkomens op een andere manier dan mensen met hoge inkomens.”
Ook over de medische keuring zelf heeft Ben zijn twijfels. Volgens het UWV kan hij bijvoorbeeld nog aan de slag in de tuinbouw of als boekbinder. Maar in de tuinbouw zijn geen vacatures die hij met zijn fysieke beperkingen kan uitvoeren. En ver rijden voor een baan als boekbinder is geen optie. “Door mijn hersenletsel heb ik een paar uur nodig om wakker te worden, pas in de middag staat alles helemaal aan. Als ik dan een stuk naar werk moet rijden, moet ik veel te vroeg op. Dat gaat gewoon niet."
Dat de voorgestelde banen niet altijd overeenkomen met wat er in realiteit mogelijk is, ziet de Leest ook veel in zijn praktijk: “In plaats van alleen een heel theoretisch model gebruiken, zou het UWV mensen veel beter moeten begeleiden naar werk dat ze nog wel kunnen.”
Iets betekenen in de maatschappij
Inmiddels heeft Ben een eigen advocaat in de arm genomen. Hij hoopt dat een nieuwe medische keuring uitwijst dat hij nog niet volledig kan werken. Het UWV vindt namelijk dat hij veertig uur per week aan de slag kan, maar in de praktijk is dat voor hem niet haalbaar. Wel doet hij weer een paar uur per week vrijwilligerswerk. “Fulltime werken gaat gewoon niet. Maar ik wil zo graag weer aan de slag. Weer iets in de maatschappij betekenen, zoals ik eigenlijk altijd heb gedaan.”