Honderden jongeren hebben dringend hulp nodig binnen de ggz. Toch is die hulp lang niet altijd binnen handbereik – en dat is een probleem. Arne Popma, voorzitter jeugd van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie: “75 procent van de mentale problemen ontstaan voor het 25e levensjaar. Het risico van te laat ingrijpen is, met name bij jongeren, potentiële levenslange schade.”
Het is januari als Jente aan de bel trekt bij de huisarts. Het gaat niet goed met haar. Ze brengt hele dagen door in bed, is somber en ziet het leven met momenten niet meer zitten. Van de energieke, vrolijke en optimistische 20-jarige die ze was is weinig overgebleven, sinds Jente vorige zomer seksueel werd misbruikt. De huisarts biedt een luisterend oor, maar veel meer kan zij niet doen. Het is duidelijk dat Jente professionele hulp nodig heeft. Ze schrijft een verwijsbrief en meldt Jente aan bij een specialistische ggz-instelling die haar kan helpen met depressieve en suïcidale gedachten in combinatie met autisme. Jente mag over 5 maanden langskomen.
Jente is een van de honderden jongeren die dringend wachten op hulp binnen de ggz. De Nederlandse geestelijke gezondheidszorg loopt momenteel over. Soms moeten de jongeren die wij spreken tot wel 2 jaar wachten totdat ze ergens terecht kunnen met hun psychische klachten. Psychologen en psychiaters luiden de noodklok. Wat is er exact aan de hand?
Wat we nu zien is pas het begin van de mentale gezondheidsschade die optreedt.
We bellen met Arne Popma, voorzitter van de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie bij de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie: “Door corona zijn er aan de ene kant meer mentale problemen bij jongeren ontstaan, en die problemen zijn ernstiger dan voorheen, waardoor de wachtlijsten verder oplopen. En aan de andere kant loopt het systeem over door oververmoeid personeel en mensen die in quarantaine moeten. Dat laatste lost zich hopelijk snel op als iedereen gevaccineerd is, maar van het eerste deel zijn we voorlopig nog niet af.”
Popma vertelt ons dat het effect van een ramp zoals de coronapandemie op mentale gezondheid altijd een halfjaar tot een jaar achterloopt op de huidige situatie. “Dus wat we nu zien is pas het begin van de mentale gezondheidsschade die optreedt.” Ook de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd verwacht dat de zorgaanvraag van met name kinderen uit kwetsbare gezinnen, adolescenten en jongvolwassenen met ernstige mentale problemen de komende tijd verder zal toenemen, zelfs tot 2 jaar na de pandemie. Met als resultaat: oplopende wachttijden.
Het gevaar van lang wachten
Maar kunnen jongeren met ernstige psychische problemen wel zo lang wachten? Sara Langeveld (18), bestuurslid bij de Nationale Jeugdraad, denkt van niet. “Het maakt mij ontzettend boos dat jongeren moeten wachten als ze hulp nodig hebben, want uit eigen ervaring weet ik dat je je dan echt heel machteloos en hulpeloos voelt.” Zelf worstelde ze 2 jaar geleden met een zware depressie en suïcidale gedachten. Haar roep om hulp werd gelukkig net op tijd gehoord, maar volgens Sara kan iedere extra week op de wachtlijst de druppel zijn waardoor jongeren denken: ik geef het op.
Tijdens het wachten staan jongeren vaak met lege handen. Huisartsen zijn niet goed toe gerust om complexe psychische problemen te behandelen, en de mensen die wel de juiste expertise hebben, hebben hun handen vol. Dus eigenlijk houdt niemand ze echt in de gaten – en dat is niet zonder risico. Doordat jongeren maandenlang wachten op een eerste kennismaking, hebben ggz-instellingen vaak niet in de gaten hoe het is gesteld met de mensen op de wachtlijst. Om welke klachten gaat het precies? Worden ze erger, of blijft het stabiel? Moeten we misschien toch eerder ingrijpen? Er is vaak niemand die het weet.
Anorexia is de meest dodelijke psychiatrische aandoening, en toch sturen we mensen met zware eetproblemen naar huis
Zo kon het gebeuren dat Britt (19) na 5 maanden wachten op een intakegesprek alsnog werd afgewezen voor behandeling. Haar eetstoornis was tijdens het wachten zo ernstig verslechterd dat de behandeling niet meer passend was. “Dat vond ik heel heftig, want ik had mij er helemaal op ingesteld dat ik eindelijk in behandeling kon. Maar eigenlijk zeiden ze op de dag van intake direct tegen mij: ‘Wij denken dat we jou niet kunnen helpen’.” Het resultaat: Britt moet achter in de rij aansluiten bij de volgende instelling en moet dus nóg langer wachten op professionele hulp.
Hoe kan het dat ggz-instellingen jongeren met ernstige eetproblemen na zo lang wachten de deur moeten wijzen? Ravian Veenstra, behandelaar bij Human Concern, de gespecialiseerde ggz-instelling voor eetstoornissen waar Britt werd afgewezen, legt het ons uit. “Ook wij vinden dit een hele onwenselijke en potentieel levensbedreigende situatie. We zien dat het aantal aanmeldingen tijdens de coronapandemie fors is toegenomen, maar ons zorgbudget is niet toegenomen.” Heel schrijnend, vindt Veenstra dat, want hij weet als geen ander hoe destructief het is als een eetstoornis niet op tijd wordt behandeld. “Het is nog steeds de meest dodelijke psychiatrische aandoening, en toch sturen we mensen met zware eetproblemen naar huis, of eventueel door naar een ander loket. Dat werkt niet.”
Acuut ingrijpen
“Er moet acuut geregeld worden dat professionals meer tijd, ruimte en minder administratie krijgen om jongeren gewoon te kunnen zien”, vindt Arne Popma. “Mentale gezondheid is het grootste publieke gezondheidsprobleem in Nederland. Dat is een probleem van de jongeren, want 75 procent van de mentale problemen ontstaan voor het 25e levensjaar. Het risico van te laat ingrijpen is, met name bij jongeren, potentiële levenslange schade.”
Totdat er iets veranderd leunen Jente en Britt nog vooral op ouders en vrienden. “Gelukkig heb ik een heel goed support system,” zegt Jente, “maar zij kunnen dit niet voor mij oplossen. Daar zijn echt professionals voor nodig.”
De uitzending van Pointer over jongeren die in de wacht staan voor de ggz was op maandag 5 april om 22.10 uur te zien bij NPO 2. Terugkijken? Dat kan hier.