Een assistentiehond zou overal met zijn baasje mogen binnenkomen. Maar volgens een enquête onder mensen die zo’n hond nodig hebben is dat niet altijd het geval: liefst 40 procent wordt wel eens in openbare gelegenheden de toegang geweigerd. Bij mensen met een onzichtbare beperking (denk aan PTSS, autisme of epilepsie) is dat percentage nog hoger. Waarom komen deze personen en hun trouwe viervoeter niet overal binnen? Wij bezoeken twee mensen die voor hun aandoening met een assistentiehond door het leven gaan.
Marcel de Korte is oud-politieagent. Zijn korte haar is peper- en zoutkleurig en zijn diepblauwe ogen verraden dat hij veel heeft meegemaakt. Na bijna veertig jaar dienst heeft hij ernstige PTSS, ofwel posttraumatische-stressstoornis opgelopen. We spreken elkaar in zijn ruime en lichte woonkamer. "Ik heb drie jaar met de gordijnen dicht op de bank gezeten, de buitenwereld was een en al gevaar voor me", begint Marcel zijn verhaal. Zijn hulphond Funky, een donkerbruine labrador retriever, ligt tijdens ons gesprek ontspannen bij zijn benen. Maar laat je niet voor de gek houden; Funky is altijd aan het werk.
Volgens Stichting Gebruikers Assistentiehonden hebben op dit moment tussen de 2 tot 2,5 duizend mensen in Nederland een assistentiehond. Deze dieren zijn getraind om hun baasjes te helpen met wat ze zelf niet kunnen: zien, horen, voorwerpen pakken of kalmeren. Sommigen honden voelen zelfs een paniek- of epilepsieaanval aankomen voordat het baasje dat zelf doorheeft. Het is daarom belangrijk dat een assistentiehond altijd bij zijn baasje blijft; ook op plekken waar honden normaal gesproken niet zijn toegestaan, zoals een restaurant, camping of de tandarts. Voor mensen met onzichtbare handicap, zoals Marcel, is dat helaas niet vanzelfsprekend.
Sommige handicaps zie je beter dan andere
"Je ziet bij mij niets, maar het zit hier, tussen mijn oren." Marcel tikt met twee vingers zijn voorhoofd aan. Door zijn PTSS heeft hij de afgelopen zes jaar frequent last van paniekaanvallen, nachtmerries, prikkelbaarheid en woede-uitbarstingen. Voor dokters en therapeuten was hij na drieënhalf jaar behandelingen en medicatie een verloren geval. Samen met zijn familie zocht hij naar alternatieven en kwam hij uit bij assistentiehonden. Eerst vond hij het ook zelf apart. Een assistentiehond, dat is toch voor blinden en mensen in een rolstoel?
Dat denken veel mensen, want blindengeleidehonden komen nou eenmaal het meest voor. Maar deze getrainde viervoeters kunnen bij allerlei beperkingen hulp bieden.
Elke hond heeft specifieke talenten. Zo zijn honden met een stabiel karakter geschikt als hulphond voor PTSS-patiënten. Ze voelen spanningen aan bij hun baasjes en signaleren dat. "Funky tikt met zijn neus heel subtiel tegen mijn been. Dan moet ik mijn oefeningen doen, zoals bewust ademhalen. Of hij komt met speeltjes aan om me af te leiden." Op straat en in de winkel zijn ze een opvallend duo. Funky zit met een riem vast aan Marcels broekriem en 'waaiert' van link naar rechts achter hem langs. Dit heet blocken en zorgt ervoor dat niemand plotseling in Marcels rug of zij opduikt. Ook helpt hij zijn baas om kalm te blijven. "Als hij er niet zou zijn en ik een paniekaanval krijg, dan kan ik onverwachte dingen doen. Ik kan iemand aanvliegen, omdat ik denk dat die persoon gevaarlijk is", legt hij uit. Omdat PTSS een onzichtbare beperking is, moet Marcel vaak uitleggen waarom hij een hond bij zich heeft.
Volgens het VN-verdrag Handicap dat vanaf 2016 in Nederland geldt, mogen assistentiehonden overal met hun baasjes mee. In de praktijk is dat lang niet altijd het geval. Uit een enquête onder ruim zevenhonderd cliënten van KNGF Geleidehonden blijkt dat mensen met een onzichtbare handicap in de afgelopen twaalf maanden anderhalf keer vaker geweigerd worden in openbare ruimtes zoals winkels, hotels of medische instellingen dan cliënten met gezichtsbeperking of een rolstoel.
Mensen met PTSS, autisme, diabetes of epilepsie moeten constant uitleggen dat hun assistentiehond mee naar binnen mag. Voor mensen met een psychische aandoening levert een weigering of zo'n toelichting extra spanning op. "Soms denk ik: zat ik maar in een rolstoel. Dan zouden ze zien dat ik ziek ben", zegt Marcel.
Begrip van beide kanten
Wanneer we aanbellen bij Erna Aarsen worden we welkom geblaft. De deuren van haar huis openen automatisch. Kaiko, een pluizige Golden Doodle (een kruising tussen een golden retriever en een poedel), komt met een speeltje in zijn bek kwispelend op ons afgerend en maakt het ons wel heel moeilijk om hem niet meteen te aaien. Wanneer Erna in haar rolstoel de kamer in komt gerold met de koffie gaat hij rustig voor haar liggen.
Erna zit sinds de jaren '80 wegens haar sclerodermie (een ziekte waarbij het bindweefsel in je huid en organen verhardt) in een rolstoel. Haar vierde hulphond Kaiko helpt haar dagelijks met aan- en uitkleden, omdraaien in bed, injecteren, het huishouden en de boodschappen. Voor Erna opent hij zowel letterlijk als figuurlijk deuren.
Haar eerste hond was één van de eerste honderd hulphonden in Nederland. Toen was dat nog heel onbekend. De afgelopen drie decennia geeft ze regelmatig lezingen, gastcolleges en demonstraties met haar viervoeter. Inmiddels is ze een kleine beroemdheid geworden, zeker nadat ze meegewerkt heeft aan de documentaire Buddy. Deze documentaire geeft een inkijk in het leven van mensen met een assistentiehond.
Je kunt ook vragen waarom ik een hond bij me heb, maar mensen zeggen heel snel 'nee'. Dat vind ik jammer.
"Ik zelf ben eigenlijk vanaf 1990 nog nergens geweigerd. Ik moet het wel eens uitleggen, maar het is me altijd gelukt om binnen te komen." Ze geeft toe dat toegankelijkheid voor mensen met onzichtbare aandoeningen een groter probleem is.
Aan anekdotes over vreemde situaties met haar hulphond heeft ze geen gebrek. Zo was ze als gastspreker uitgenodigd om over hulphonden te praten. Het evenement vond echter plaats in een restaurant waar geen honden toegestaan zijn. "Toen heb ik echt in de deuk gelegen", lacht Erna. Soms ergert ze zich aan andere baasjes die roepen dat ze het recht hebben om met hun hond overal te mogen komen. "Ik vind dat de gehandicapten ook wel eens doorslaan in het recht hebben om. Ik vind niet dat de hele wereld met ons rekening moet houden. We moeten elkaar leren begrijpen."
Volgens Marcel moeten we ook meer met meer begrip en respect met elkaar omgaan. "Je kunt ook vragen waarom ik een hond bij me heb, maar mensen zeggen heel snel 'nee'. Dat vind ik jammer." Toch zou hij niet zonder Funky willen "Hij is voor mij een wondertje op vier poten. De beste therapeut die ik ooit had", zegt hij met een glimlach, terwijl hij naar zijn trouwe viervoeter kijkt.
Op 17 juni kiest Nederland haar eerste Minister van Gehandicaptenzaken. De nieuwe 'minister' gaat in het aanstaande jaar vanuit de KRO-NCRV werken aan een positieve verandering in onze houding ten opzichte van mensen met een beperking.