De versoepelingen die minister Van Gennip voorstelt om het personeelstekort in de kinderopvang te verminderen gaan pas in op 1 januari 2024. Dat zegt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tegen Pointer. De branche wil in de tussentijd een coulanceregeling.

Begin september kondigde de minister een reeks maatregelen aan die de krapte in de kinderopvang op korte termijn moet verlichten. Zo wil de minister dat medewerkers in opleiding meetellen als ‘vast gezicht’ voor de kinderen (nu is het nog een kwaliteitseis dat alleen medewerkers met een diploma als ‘vast gezicht’ mee mogen tellen). Verder wil ze soepeler omgaan met het aantal pedagogisch medewerkers dat verplicht aanwezig moet zijn in de buitenschoolse opvang.

In een schriftelijke reactie op vragen van Pointer, laat minister Van Gennip weten dat de versoepelingen nog even op zich laten wachten: “Ik streef ernaar dit zo spoedig mogelijk door te kunnen voeren. Naar verwachting zullen de aangepaste eisen per 1 januari 2024 gelden.”

Wetgeving aanpassen kost tijd die er niet is

De branche is blij dat de minister de noodkreet vanuit de sector serieus neemt en met een plan komt om de tekorten terug te dringen. Maar de wetgeving aanpassen kost tijd die er eigenlijk niet is, meent Jaco Donselaar, van kinderopvangorganisatie Wij Zijn Jong en initiatiefnemer van de brandbrief namens de sector.

De kinderopvang heeft op dit moment een tekort van bijna 7000 medewerkers, blijkt uit cijfers van het CBS. En het aantal onvervulde vacatures groeit hard. “We kunnen niet wachten tot 1 januari 2024 en dan pas het probleem bij de kop pakken”, zegt Donselaar. “Er is niet voor niets een brandbrief geschreven vanuit de sector.”

Creatief handelen

De Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang vindt ook dat er in de tussentijd al iets moet gebeuren. Voorzitter Loes Ypma: “Ik zou snel met de minister willen kijken of we met een coulanceregeling in de geest van de wetswijziging nu alvast de werk- en regeldruk kunnen verlagen. Zonder dat het ten koste gaat van de kwaliteit, dat vinden wij heel belangrijk.”

Ook Donselaar ziet een oplossing in een coulanceregeling, die ervoor zorgt dat de sector in de praktijk alvast vooruitloopt op de wet. “In coronatijd hebben we gezien dat we heel creatief kunnen handelen als er echt urgentie is. En de nood in de kinderopvang is héél hoog, dus we zetten er graag samen de schouders onder.”

Breed draagvlak

De kinderopvangsector is enthousiast over het idee, beaamt Emmeline Bijlsma, directeur van Brancheorganisatie Kinderopvang. “Er is een breed draagvlak voor. Het vraagt wel veel van handhaving en inspectie, maar daar komen we wel uit. Daar ben ik super optimistisch over.”

De minister benadrukt in haar antwoorden aan Pointer dat het personeelstekort in de kinderopvang een maatschappelijk probleem is dat de overheid niet alleen kan oplossen. Eerder nam de minister al een aantal andere maatregelen om de krapte in de kinderopvang per direct te verlichten. Zo mag de helft van de werknemers in de kinderopvang tot 1 juli 2024 nog in opleiding zijn, in plaats van maximaal een derde.

Makers